27 juli tot 2 augustus 1916: munitiedepot ontploft in haven New York

In de haven van New York heeft de ontploffing van het munitiedepot van Black Tom Island zeer zware schade veroorzaakt. Er is een vermoeden dat er sprake is van Duitse sabotage.

Black Tom Island is een voormalig eilandje in de baai van New York. Het is via een pier met daarop een spoorweg verbonden met Jersey City, dat tegenover Manhattan ligt. Het wordt al lang gebruikt om munitie op te slaan.

In het depot ligt zowat 1.000 ton aan lichte wapens en munitie, waaronder 50 ton TNT, klaar om te worden ingescheept naar Groot-Brittannië en Frankrijk.

Kort na middernacht op 30 juli worden er vuren op de pier ontdekt. De bewakers vluchten meteen, uit vrees voor een explosie. Even na twee uur vindt een geweldige explosie plaats.

De ontploffing heeft het effect van een aardbeving die tot in de staat Maryland te voelen is. Nadien vinden nog verscheidene kleinere explosies plaats.

Arbeiders sorteren niet ontplofte munitie. Openingsfoto: verwoesting in de haven van New York (beide foto's Collectie George Bain, Library of Congress)

In grote delen van New York zijn de ruiten vernield. Het Vrijheidsbeeld, dat vlakbij Black Tom Island ligt, is door weggeblazen brokstukken getroffen. Onder meer de “toorts” van het beeld is beschadigd.

Er zijn zeker zeven doden geteld, waaronder een baby, en honderden gewonden.

De politie heeft twee bewakers van het depot aangehouden die een petroleumkacheltje lieten branden om de muggen weg te houden.
Algemeen wordt echter vermoed dat het gaat om sabotage door Duitse geheime agenten.

Het was al eerder bekend dat Duitsland de leveringen van Amerikaanse munitie aan de geallieerden met alle mogelijke middelen probeert te beletten.

Duikers hebben niet ontplofte munitie uit het water gehaald (Collectie George Bain, Library of Congress)

Naschrift: later zou inderdaad blijken dat de explosie het werk was van Duitse saboteurs. Sinds deze ramp is de toorts van het Vrijheidsbeeld niet meer toegankelijk voor het publiek.

Duitsers fusilleren Britse schipper

In Brugge is de Britse koopvaardijkapitein Charles Fryatt door een Duits vuurpeloton doodgeschoten.

Op 25 juni werd het stoomschip "Brussels", dat onder bevel van Fryatt van Nederland naar Engeland voer, door Duitse destroyers onderschept en naar Zeebrugge gevaren. De bemanning werd in Duitsland geïnterneerd.

Enkele weken later werd Fryatt ervan beschuldigd een Duitse onderzeeër te hebben aangevallen.

Meer dan een jaar eerder, op 3 maart 1915, was de "Brussels" op de Noordzee geconfronteerd geweest met de duikboot U-33, die aan de oppervlakte was gekomen.

Fryatt beval toen volle kracht vooruit te varen in de richting van de onderzeeër, met de bedoeling hem te rammen. Alleen door snel te duiken kon de U-33 een aanvaring voorkomen.

Imperial War Museums

De stoomboot "Brussels" in de haven van Zeebrugge, net nadat hij in Duitse handen was gevallen (IWM Q23358)

Voor dit optreden had Fryatt een gouden horloge gekregen van de Britse admiraliteit. Die beloning had hij bij toen hij in juni door de Duitsers werd opgepakt. Het opschrift op het horloge bracht hem in de problemen.

Omdat de "Brussels" geen oorlogsschip is, beschouwen de Duitsers Fryatt als een "franc-tireur", een burger die militairen aanvalt. Wat tegen het oorlogsrecht is.

Fryatt moest voor een Duitse krijgsraad verschijnen, die in het stadhuis van Brugge zetelde. Hij werd op 27 juli ter dood veroordeeld. De executie vond nog diezelfde avond plaats.

Tekstposter die de executie van Fryatt bekend maakt (Stadsarchief Aalst)

De Britten reageren verontwaardigd op de executie. Kapitein Fryatt lijkt voor hen een tweede Edith Cavell.

De Britse premier Asquith heeft in het Lagerhuis de “moord” op Fryatt veroordeeld. Zijn regering overweegt tegenmaatregelen.

Neutrale waarnemers zijn genuanceerder over deze affaire.

Fryatt handelde overeenkomstig instructies aan koopvaardijschepen van de gewezen Britse minister van Marine, Winston Churchill.

Die beval om de bemanning van U-boten te behandelen als misdadigers, die mogen worden gedood. Wat niet overeenstemt met het oorlogsrecht.

Zware Zuidafrikaanse verliezen bij de Somme

Het Somme-offensief duurt nu al een maand, maar ondanks tienduizenden doden zijn de geallieerden nergens verder opgerukt dan een vijftal kilometers, meestal minder.

Aan de Britse kant wordt al twee weken hevig gevochten om het zogenoemde Delvillebos, een bos van nog geen kilometer lengte ten oosten van het dorp Longueval.

Het grootste deel van het bos is op 14 juni veroverd door de Eerste Zuid-Afrikaanse Brigade, maar daarna omsingeld door de Duitsers, die de dagen daarop zware tegenaanvallen voerden.

De Zuid-Afrikanen raakten vrijwel volledig ingesloten. In het dichte bos was het moeilijk loopgraven aan te leggen. Artillerie-inslagen deden ook voortdurend bomen vallen.

Zuid-Afrikaanse vrouw, in verpleegsteruniform, treurt bij het graf van haar broer die in juli 1916 in Delville Wood is gesneuveld, 17-02-1918 (Albums Valois, BDIC)

Toen de Zuid-Afrikaanse Brigade op 20 juli werd ontzet door de Royal Welsh Fusiliers, waren er van de 3.000 man geen 800 meer in leven. De totale verliezen lagen rond de 80%.

De gevechten in het Delvillebos duren sindsdien onverminderd voor. Het bos, waar nauwelijks nog een boom rechtstaat, is voor driekwart ingesloten. De Duitsers hebben nog een drietal vergeefse pogingen gedaan het te heroveren.

Meer naar het zuiden zijn de Fransen erin geslaagd op te rukken tot het dorp Maurepas en het bos van Hem. Een poging om dat bos te veroveren, is mislukt.

Zuidafrikaanse militairen houden een "drumhead-service" een herdenkingsplechtigheid, in Delville Wood voor hun gesneuvelde makkers, 17-02-1918.

Een "drumhead-service" was oorspronkelijk een herdenkingsdienst aan het front waarbij, zoals hier, opeengestapelde drums werden gebruikt als altaar (Albums Valois, BDIC)

Twee jaar oorlog : Duitsland geeft positief bilan

Op de tweede verjaardag van de oorlog heeft de Duitse keizer een oproep gedaan aan het Duitse volk, het leger en de vloot.

Willem II drukt zijn vertrouwen uit dat de oorlog volgehouden zal worden tot een “zegerijk einde”.

Naar aanleiding van twee jaar oorlog heeft de Duitse regering een balans opgemaakt van de resultaten. Ze merkt op dat Duitsland en zijn bondgenoten zowat 431.000 km² vijandelijk grondgebied bezet houdt. De geallieerden bezetten slechts 22.000 km², waarvan 1.000 km² in de Elzas.

De Duitse marineleiding laat weten dat Groot-Brittannië 40 grote oorlogsschepen verloren heeft, samen goed voor 485.220 ton. De Duitse verliezen bedragen 25 schepen of 162.676 ton.

Keizer Willem II, tweede van rechts, tussen hoge Duitse militairen. Het is een van de zeldzame foto's waarop de keizer zijn verminkte linkerarm laat zien, meestal houdt hij die verborgen.

Doden bij vliegtuigbombardement in het Gentse

Bij een bombardement door Britse vliegtuigen in het Gentse zijn 5 doden gevallen, onder wie een eenjarig kind. Er zijn ook 14 gewonden.

De slachtoffers vielen op de grens van Ledeberg en Merelbeke. Het is niet duidelijk wat het doelwit was van de Britse vliegtuigen, wellicht het station van Merelbeke of de werkplaats van de spoorwegen in de buurt. In de omgeving bevinden zich ook enkele fabrieken, onder andere een waar prikkeldraad wordt gemaakt en Russische krijgsgevangenen werken.

In de eerste tekstposter maakt de Duitse militaire overheid de namen bekend van de slachtoffers van het bombardement, in de tweede geeft de Gentse burgemeester Emiel Braun de raad om voortaan bij aanvallen van vliegtuigen te schuilen in de kelders (Beeldbank Zwarte Doos, Stadsarchief Gent)

Italiaans slagschip gezonken

In de Italiaanse marinehaven van Tarente is het slagschip "Leonardo da Vinci" getroffen door een explosie van de kruitkamer. Het schip zonk meteen.

Van de zowat 1.000 bemanningsleden zijn er 248 omgekomen. Er wordt gedacht aan sabotage door de Oostenrijkers, maar de oorzaak kon best een ongeluk zijn geweest.

Zweden weert duikboten

De Zweedse regering verscherpt de maatregelen tegen het indringen van duikboten in haar territoriale wateren.

Vreemde onderzeeërs zullen voortaan zonder waarschuwing worden aangevallen. Uitgezonderd boten die averij hebben opgelopen. Die moeten dan wel boven water varen en hun vlag voeren.

Op de Oostzee wordt tot vlak voor de Zweedse kust ijverig gepatrouilleerd door enerzijds Duitse en anderzijds Russische en Britse onderzeeërs. Die laatste hebben het gemunt op de vele transporten Zweeds ijzererts naar Duitsland.

Zweden is vast van plan neutraal te blijven, ook al verdient het goed aan de handel met Duitsland en staat het van nature vijandig tegenover Rusland. Het heeft zich tot op de tanden bewapend.

Frankrijk zet niet alleen massaal manschappen uit zijn kolonies in aan het front om te vechten. Meer en meer worden ook mannen aangevoerd uit de kolonies om te werken achter het front, want er zijn arbeidskrachten tekort.

Op deze foto zien we mannen uit het Franse Indo-China (Vietnam) aan het werk bij het rooien van aardappelen ergens in Frankrijk.

Meest gelezen