Walen zijn veel koningsgezinder dan Vlamingen

Walen zijn beduidend koningsgezinder dan Vlamingen. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO, KU Leuven) uit 2014. 66,1% van de Walen is voorstander van de monarchie, terwijl dat bij de Vlamingen slechts 45,4% is. Nochtans was dat ooit anders. Hoe komt dat? Welke factoren spelen een rol?

45% van de Vlamingen is uitgesproken voorstander van de monarchie. De groep die de monarchie wil afschaffen -de republikeinen- is 25% groot. En dan zijn er nog de koele minnaars: de voorstanders van een koning met een louter ceremoniële functie (ongeveer 30%). Van de koningsgezinde Vlamingen wil ongeveer de helft (20%) geen uitbreiding van de macht van de koning, de andere helft wil dat wel.

In Wallonië is de steun voor de monarchie groter: 66% is voorstander. Slechts 10% noemt zich republikeins. Op de vraag naar uitbreiding van de macht van de koning antwoordt ongeveer 40% positief, dat is dubbel zoveel als in Vlaanderen.

Danny Gys/Reporters

Deuk in het vertrouwen

In Vlaanderen is de steun voor de monarchie geleidelijk gedaald. In 1990 vond 62% dat er koning nodig was in ons land, vandaag is dat nog 45%. In 2003 vond 33% dat de koning meer te zeggen moet hebben in de politiek, 10 jaar later is dat gehalveerd tot 17%. Wellicht hebben hier de politieke crisissen van 2007 en 2010 een invloed gehad, toen de koning een meer politieke rol speelde.

Ook het vertrouwen in de koning heeft de afgelopen 10 jaar een deuk gekregen. In 2003 stelde 42% van de Vlamingen véél vertrouwen in de koning (Albert), in 2014 (na 10 jaar Albert en met Filip net op de troon) viel dat percentage terug tot 29%. Wie er op de troon zit, wat de koning ook doet, de koningsgezindheid daalde beetje bij beetje in Vlaanderen.

Maar de Vlaming vindt wél nog altijd dat een koningsfiguur het land bijeenhoudt (40%). Dat legt ook onderzoeker Marc Swyngedouw uit: "Als de politieke instituten niet werken dan grijpen de mensen naar de koning als instituut (boven de partijen) voor eenheid."

Al dan niet koningsgezind?

Welke factoren hebben een invloed op (symbolische en politieke) koningsgezindheid? Er zijn er 4:

  • Of iemand al dan niet gelovig is, blijkt van tel te zijn. Zowel onregelmatige als regelmatige kerkgangers zijn beduidend royalistischer.
  • Ook gender heeft een invloed. Vrouwen zijn over de hele lijn koningsgezinder én zij pleiten meer voor een grotere koninklijke macht.
  • Jongeren tussen 18 en 24 jaar zien minder graten in de machtsuitbreiding van de koning. Mogelijke verklaring is dat zij de politieke discussies over de abortuskwestie (1990, waarbij Boudewijn zijn handtekening weigerde te zetten onder de abortuswet) niet bewust hebben meegemaakt. Ouderen (55-64 en 65-79 jaar) zijn minder geneigd die macht te verlenen.
  • Opleiding speelt een rol. Hoger opgeleiden hebben meer bedenkingen bij een politieke rol voor de monarchie. Maar een diploma heeft geen invloed op de symbolische koningsgezindheid.

Subnationalisme

Deze factoren kunnen verklaren waarom de afgelopen 25 jaar minder Vlamingen koningsgezind zijn geworden. Naarmate het aantal gelovigen of "kerkelijken" vermindert, smelt ook de steun voor de monarchie weg. Het onderwijsniveau is dan weer gestegen en doet de politieke gehechtheid aan de monarchie dalen.

Toch gelden deze factoren niet voor Wallonië. Want Walen zijn koningsgezinder geworden. Die stijging heeft wellicht te maken met het feit dat men aan Waalse kant het koningshuis is gaan zien als bescherming tegen de opkomst van separatisme en van uiterst rechts in Vlaanderen.

"In Vlaanderen is er een duidelijke stroming van Vlaams nationalisten die tégen het koningshuis zijn, het zogenoemde subnationalisme. In Wallonië is er een zeer grote stroming die voor het unitaire België is", verduidelijkt Swyngedouw.

Het hele onderzoek kan u nalezen op ispo.be/downloads

Meest gelezen