In huizen zitten verrassend veel verschillende insecten

Amerikaanse onderzoekers hebben voor het eerst systematisch 50 huizen uitgekamd op zoek naar insecten en andere geleedpotigen en ze hebben een verrassende variëteit aan beestjes gevonden. In totaal verzamelden ze in de 50 huizen meer dan 10.000 exemplaren die behoorden tot bijna 600 soorten. Per huis vonden ze gemiddeld 100 verschillende soorten.
Science Photo Library
Een zilvervisje in een badkamer in Engeland.

Om een verbluffende biologische diversiteit aan te treffen, moet je niet naar een natuurreservaat of een ongerepte jungle, je moet zelfs niet eens je huis uit.

Entomologen -insectenkenners - van de North Carolina State University hebben voor het eerst onderzocht hoeveel verschillende geleedpotigen er in huizen leven die ook bewoond worden door mensen. Geleedpotigen zijn insecten, spinnen en andere ongewervelden met een gesegmenteerd lichaam en met ledematen met gewrichten

Daarvoor doorzochten ze systematisch alle kamers in 50 huizen in de buurt van Raleigh in Noord Carolina, gewapend met een voorhoofdlamp, kniebeschermers, netjes, tangetjes en stofzuigertjes, om de kleine schepseltjes te vangen langs vensterbanken en plinten. "We zagen er uit alsof we op een verre expeditie gingen", zei Michelle Trautwein, een entomoloog van de California Academy of Sciences en een van de auteurs van de studie aan Scientific American. "Het leek alsof we naar het midden van de Amazone konden gaan."

De onderzoekers onderzochten de huizen van mei tot oktober, om de ongewervelden te kunnen vinden die huizen op om het even welk ogenblik binnendringen, en op die manier soorten te vermijden die enkel in de winter beschutting zoeken in huizen tegen de koude.

In alle onderzochte huizen werden tapijtkevers gevonden. 

"Rustig en discreet"

De entomologen kamden systematisch kamer na kamer uit in de huizen en verzamelden uiteindelijk meer dan 10.000 exemplaren, die behoorden tot 579 soorten uit 304 families.

Een aantal daarvan zijn welbekende plagen: zo zaten er Duitse kakkerlakken in drie van de huizen, termieten in 14 huizen en vlooien in vijf van de huizen. Het grootste deel, 73 procent, zal iedereen welbekend in de oren klinken: het gaat namelijk om vliegen, kevers, spinnen en mieren. Minder bekend, maar aanwezig in alle onderzochte huizen waren galmuggen, insectjes van hooguit enkele millimeter, en tapijtkevers, kevertjes die ook maar enkele millimeters groot zijn. In alle huizen op een na zaten stofluizen, die Trautwein omschrijft als "schattig" en "de vriendelijke neefjes van de parasiterende hoofdluizen".

Gemiddeld werden er in elk huis 100 verschillende soorten gevonden. De grote meerderheid daarvan worden door de onderzoekers als "goedaardig" omschreven en het is waarschijnlijk dat ze door hun menselijke medebewoners zelfs niet eens opgemerkt worden. "Ik beschouw ze als goede huisgenoten", zei Trautwein. "Ze zijn rustig en discreet."

De verdeling van de gevonden exemplaren over de verschillende orden (Grafiek: Matthew A. Bertone).

Verrassingen

Of de bewoners al dan niet insecticides gebruikten, leek geen verschil te maken: er zaten hoe dan ook beestjes in huis. In alle 554 onderzocht kamers werden er exemplaren gevonden, op vijf kamers na: vier badkamers en een slaapkamer. Waarom er in die vijf kamers geen gevonden werden, weten de onderzoekers niet.

Overigens gaan de onderzoekers er van uit dat de 579 soorten die gevonden werden, een zware onderschatting zijn. De entomologen hebben immers niet gekeken achter de muren, in schuiven, of onder zware meubels. En ze hebben ook niet alle gevonden exemplaren geïdentificeerd tot op het soort-niveau, wat bij insecten bepaald niet makkelijk is. "Er zijn heel kleine geleedpotigen, en heel verborgen en cryptische geleedpotigen", zei Matt Bertone, entomoloog aan de North Carolina State University en de belangrijkste auteur van de studie. 

Naast de meer algemene geleedpotigen, kwamen de onderzoekers ook verschillende verrassende exemplaren tegen. Zo hadden noch Trautwein noch Bertone ooit een levend exemplaar van de mierenkrekel gezien, tot ze exemplaren in enkele huizen aantroffen die met een mierenplaag zaten. Ook vonden ze dambordvliegen of vleesvliegen, die zich voeden met krengen, in een huis waar een dood knaagdier lag, twee bijna microscopische hermietkreeftjes op tientallen kilometer van de dichtstbijzijnde kust, en een larve van een soort gaasvlieg die termieten immobiliseert met een chemische stof die hij uit zijn anus spuit.

De meeste van de geleedpotigen in huizen kunnen niet overleven op langere termijn. Trautwein vergeleek planteneters zoals galmuggen en dwergcicaden, met "verdoemde toeristen" die aangelokt worden door licht of beschutting, om dan te ontdekken dat er niets te eten is. "Sommige groepen komen overduidelijk enkel binnen om te sterven", zei Bertone. "Ze wandelen ergens binnen en geraken niet meer buiten." Anderzijds is er ook een soort harde kern van parasieten, roofdieren en aaseters die het best lijken te gedijen met een dak boven hun hoofd.

Een spin heeft een vlieg gevangen in haar web.

Gezondheid

Het is niet duidelijk welke impact de aanwezigheid van al die beestjes heeft op de gezondheid van de menselijke bewoners van de huizen. Het is algemeen geweten dat insecten ziekten kunnen verspreiden en allergieën kunnen veroorzaken, maar ze bieden ook mogelijke voordelen, zoals de aanwezigheid van "goede bacteriën".

Er zijn ook aanwijzingen dat de aanwezigheid van een gevarieerde gemeenschap van ongewervelden in een huis, het opduiken van plagen kan tegengaan.

"Ik denk dat niemand zijn levensstijl moet aanpassen, of meer chemische producten moet beginnen spuiten of zijn huis moet in brand steken of zoiets", zei Bertone, die er aan toevoegt dat als geleedpotigen niet in leven zouden kunnen blijven door de levensomstandigheden in een huishouden, dat "een slecht teken" zou zijn voor ons. 

Om de wereld van de "wilde binnenhuisdieren" voort te onderzoeken, willen de onderzoekers nu woningen op de zeven continenten te onderzoeken, en ze hebben nu al huizen doorzocht in Peru, Zweden en San Francisco.

"Toen ik als kind les kreeg over de wetenschap, had ik zowat het vermoeden dat al de coole zaken reeds ontdekt waren", zei Trautwein. "Maar verdorie, we weten zelfs nog niet veel over de dieren in ons eigen huis."

De studie is gepubliceerd in het online tijdschrift PeerJ.

Meest gelezen