Nooit zoveel natuurbeschermers gedood als in 2016

2016 was voor natuurbeschermers het dodelijkste jaar ooit. Tweehonderd milieuactivisten, parkwachters en inheemse stammenleiders werden vermoord, twee keer zoveel als vijf jaar geleden. Dat staat te lezen in het jaarlijks rapport van Global Witness, een ngo die onderzoek doet naar de economische netwerken achter conflicten, armoede en grootschalige ecologische verwoesting.
Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

Vorig jaar werden wekelijks ongeveer vier mensen vermoord als gevolg van hun verzet tegen verschillende vormen van milieuontwrichting. Een triest record. Het tempo waarmee natuurbeschermers uit de weg worden geruimd is dit jaar bovendien nog toegenomen. In de eerste vijf maanden van 2017 zijn er al 98 doden bevestigd. En dat zijn enkel de moorden die gemeld zijn. Het werkelijke aantal zou drie keer zo hoog kunnen liggen, waarschuwt Bobby Banerjee van de Londense Cass business school.

De meeste slachtoffers vielen in afgelegen wouden of dorpen. Ze verzetten zich voornamelijk tegen mijnbouw en oliewinning (33 moorden), houtkap (23 moorden) en agribusiness, zoals soja- en palmolieplantages (23 moorden). Ook parkwachters lopen steeds meer gevaar. Volgens de Amerikaanse ngo Global Conservation werden de voorbije tien jaar meer dan 800 parkwachters vermoord door stropers en gewapende milities. Veertig procent van de slachtoffers behoorde tot inheemse groepen.

Brazilië dodelijkste land

Niet alleen het aantal moorden neemt toe, ze vinden ook plaats in steeds meer landen (van 16 in 2015 naar 24 vorig jaar). Met zo’n zestig procent van de moorden blijft Latijns-Amerika het gevaarlijkste werelddeel voor milieubeschermers. Nochtans woont er slechts tien procent van de wereldbevolking. Brazilië, het grootste land, is met 49 moorden ook het dodelijkste in absolute cijfers. Verschillende daarvan zijn gerelateerd aan de ontbossing in het Amazonewoud, die vorig jaar sterk is toegenomen. 

Ook in Colombia, waar de houtkap vorig jaar met 44 procent is toegenomen, worden steeds meer natuurbeschermers gedood (37 in 2016). Nicaragua heeft met elf moorden het hoogste aantal per capita. De Filippijnen gaan voor het vierde jaar op rij lopen met de twijfelachtige eer van dodelijkste land voor milieuactivisten in Azië. Met 28 moorden is het bovendien het op twee na dodelijkste land ter wereld.

De afgelopen tien jaar vielen de meeste doden in Honduras, 127 sinds 2007. Het bekendste slachtoffer was de inheemse milieuactiviste Berta Cáceres, die in 2016 werd vermoord als gevolg van haar protest tegen de bouw van een stuwdam.

"Cultuur van straffeloosheid"

De staat speelt vaak een sleutelrol in de moorden op milieuactivisten. Wereldwijd werden 43 activisten vermoord door de politie of het leger, vaak met de steun van westerse regeringen en multinationals. Voor 52 moorden werd een beroep gedaan op private actoren, zoals veiligheidsagenten en huurmoordenaars. De daders worden zelden opgepakt of geïdentificeerd.

John Knox, VN-rapporteur voor mensenrechten en milieu spreekt van een “cultuur van straffeloosheid” die gepaard gaat met de vernieling van het milieu om economische redenen. "Er heerst een epidemie, een cultuur van straffeloosheid, een gevoel dat iedereen milieuactivisten kan doden zonder repercussies.”

Meest gelezen