Zweden houdt optie van kernenergie open 

In Zweden heeft de centrumlinkse regering een energiepact met de oppositie gesloten waarbij de mogelijkheid open blijft om nieuwe kerncentrales te bouwen. 

De kerncentrale van Oskarhamn.

De Zweedse kerncentrales dateren uit de jaren 70 en 80 en zijn na een levensloop van 40 jaar aan sluiting toe. Drie centrales zijn al gesloten, de andere negen staan momenteel in voor 38 procent van de elektriciteitsvoorziening in het land. Tegen 2020 zullen nog eens drie centrales de deuren sluiten.

De minderheidsregering van sociaaldemocraten en groenen had in oktober 2014 besloten om een kernstop in te voeren en volledig over te schakelen op hernieuwbare energie, maar is daar tot nu toe niet in geslaagd.

"Het doel is om een ononderbroken elektriciteitsvoorziening te garanderen, tegen concurrentiële prijzen en met een lage milieu-impact. Er kan toestemming worden gegeven om de bestaande kernreactoren te vervangen als ze aan het einde van hun economische levensloop zijn gekomen", stipuleert het akkoord. Het blijft wel de bedoeling om tegen 2040 volledig over te schakelen op hernieuwbare energie.

De beslissing wordt gesteund door vijf van de acht partijen in het parlement. De linksen, de liberalen en uiterst rechts stemden tegen. "Wij hebben ons ervan verzekerd dat Zweden in de voorzienbare toekomst nog kernenergie zal gebruiken", zegt een van de oppositiepartijen die het akkoord mee ondertekenden. Voort is besloten om vanaf 2019 een energietaks af te schaffen, die tot 30 procent van de uitbatingskosten van een centrale uitmaakt.

Teleurgesteld

Greenpeace is teleurgesteld in de beslissing van de regering. "Het energieakkoord plant kleine zaadjes voor een hernieuwbare toekomst", zegt de milieu-organisatie. "Tegelijkertijd geeft het een jaarlijks cadeau van 4,5 miljard kronen aan kortingen op de taksen van de producenten van kernenergie."

"Door dit compromis riskeert de energiepolitiek in Zweden stil te staan, terwijl in grote delen van de wereld een energierevolutie aan de gang is", stelt Greenpeace.

Meest gelezen