2 tot 8-03-1916: zeven spionnen terechtgesteld in bezet België

In bezet België hebben de Duitsers een groot spionagenetwerk opgerold. Zeven leden van het netwerk zijn gefusilleerd, 39 mensen stonden terecht.

In het kamp van Casteau bij Bergen zijn op 2 maart zeven leden van het spionagenetwerk Carlo-Louis gefusilleerd. Het zijn:

- Alfred Ghislain (45), handelsreiziger uit Hornu
- Arthur Pollet (45), rijkswachter uit Manage
- Théophile De Rudder (32), behanger uit Brussel
- Léonce Roels (47), notaris uit Zottegem
- Désiré Van den Bossche (34), sigarenhandelaar uit Zottegem
- Jean Jacqmin (32), ingenieur uit Halle
- Félix Balthazar (48), elektricien uit Halle

Ze werden veroordeeld op een monsterproces waar liefst 39 mensen terechtstonden.

Kaart ter ere van de twee gefusilleerden uit Zottegem, Léonce Roels en Désiré Van den Bossche

Twee andere terdoodveroordeelden kregen gratie: hoofdbeklaagde Adolphe Lampert en Hermine Waneukem, een vrouw. De Duitsers vreesden blijkbaar voor een nieuwe “affaire Cavell” door opnieuw een vrouw te fusilleren.

Lampert kon zijn hachje redden door iedereen te verklikken. Als “mol” in de gevangenis gaf hij ook namen door van andere netwerken.

De meeste andere vervolgden kregen zware gevangenisstraffen. De vrouw van rijkswachter Pollet kreeg tien jaar. Een zestal beklaagden werden vrijgesproken.

Een van de beklaagden was de Gentse socialistische schepen en volksvertegenwoordiger Jean-Baptiste Lampens. Hij komt er met vier maanden vanaf.

De socialistische volkshuizen speelden een rol in het netwerk, dat trouwens gecoördineerd werd door Victor Ernest, een socialistisch schepen van Charleroi, die naar Nederland gevlucht is.

De aankondiging van de terechtstellingen en andere veroordelingen werd op 6 maart in heel bezet België verspreid

Geen aardappelen voor dieren

De Duitse overheid verbiedt nu ook om dieren met aardappelen te voederen. In restaurants mogen geen aardappelen worden geserveerd die vóór het koken geschild werden.

Overigens zijn er in de grote steden nauwelijks nog aardappelen te krijgen…

Er komen nu ook rantsoenkaarten om dieren te voederen: een kaart voor hondenvoer (koekjes) en een voor kippenvoer (maïs en zemelen). De grootte van het maandelijks rantsoen hondenkoekjes hangt af van het gewicht van het dier.

Ook hier gaat het om producten die worden geleverd door de Commission for Relief in Belgium.

Sint-Niklaas bestraft

Uit het dagboek van Rafaël Waterschoot, een inwoner van Sint-Niklaas (in de oorspronkelijke spelling):

"St Nikolaas is gestraft met en boete van 50 000 Mark, omdat er n'en krankzinnige zijne holleblokken door de vensters van den Kreischef (huis De Schepper, Statiestraat) had gegooid en daardoor het leven van den Kreischef in gevaar was, zoo zeggen de Duitschers."

Strijd bij Verdun nog opgevoerd

De Duitsers hebben hun aanvallen nabij Verdun nog opgevoerd. Daarbij wordt nu ook aangevallen op de linkeroever van de Maas.

De gevechten op de rechteroever blijven daarbij onverminderd aanhouden. Op 4 maart is het dorp Douaumont na twee dagen strijd door de Duitsers veroverd. Intussen is een aanval ingezet op het fort van Vaux, ten oosten van Douaumont.

Op de linkeroever hebben de Duitsers verschillende hellingen bestormd en veroverd. Alleen op de heuvel Le Mort-Homme wisten de Fransen weerstand te bieden.

Duitse troepen in de aanval nabij Verdun

Duits kaperschip terug thuis

De Duitse hulpkruiser ‘Möve’ (ook ‘Möwe’ geschreven) is na een kaapvaart van meer dan twee maanden teruggekeerd.

De ‘Möve’ was oorspronkelijk een bananenschip, maar werd bij het begin van de oorlog door de Kaiserliche Marine opgevorderd.

Het vertrok eind 1915 uit Wilhelmshaven en dropte mijnen in de buurt van Scapa Flow, de grote Britse vlootbasis nabij Schotland. Eén Brits slagschip verging toen het op een mijn liep.

Ook voor de Franse kust werden mijnen gelegd, aan de mondingen van de Loire en de Gironde. Enkele schepen werden daar het slachtoffer van.

Vervolgens begon de ‘Möve’ een strooptocht op de Atlantische Oceaan. Daarbij maakte het liefst vijftien schepen buit. De meeste werden gezonken.

Twee Britse schepen, de ‘Appam’ en de ‘Westburn’, zijn met een Duitse bemanning naar Amerikaanse havens gevaren. Formeel zijn ze nu Duitse ‘prijsschepen’, die in oorlog buitgemaakt zijn. De rederij van de ‘Appam’ heeft in de Verenigde Staten een proces ingespannen om haar eigendom terug te krijgen.

Al die tijd voer de ‘Möve’ onder een valse identiteit. Achtereenvolgens deed ze zich voor als een Zweeds, een Brits en een Frans koopvaardijschip.

De aankomst van de ‘Möve’ in de thuishaven was een ware triomf. De hele bemanning werd door de keizer gedecoreerd. De kapitein, graaf zu Dohna-Schlodien, kreeg de beroemde orde ‘Pour le Mérite’.

De kapitein van de Möve, graaf zu Dohna-Schlodien, in het midden, omringd door zijn officieren

Aanval op Duits Oost-Afrika

Britse strijdkrachten hebben een offensief op Duits Oost-Afrika ingezet.

Een troepenmacht overschreed de grens met Brits Oost-Afrika nabij de Kilimanjaro, de hoogste top van Afrika.

Duits Oost-Afrika is de laatste Duitse kolonie die nog niet in Geallieerde handen is. De strijd aldaar beperkte zich tot nu toe vooral tot gevechten tussen schepen op het Tanganyikameer.

Vanuit Rhodesië oprukkende Britse troepen

De Zuid-Afrikaanse generaal Jan Smuts is aan het hoofd geplaatst van een combinatie van (blanke) legereenheden uit Groot-Brittannië, Zuid-Afrika en Zuid-Rhodesië, plus Brits-Indische en inlandse Afrikaanse troepen.

Ook de koloniale weermacht van Belgisch-Kongo staat onder zijn bevel. Alles samen zo’n 70.000 man, een enorme macht voor dat gebied.

De Duitsers kunnen alleen rekenen op ca. 200 Duitse beroepsmilitairen, een paar duizend gewapende Duitse burgers, plus meer dan 10.000 askari’s (inlandse soldaten). Ze staan onder bevel van de energieke luitenant-kolonel Paul von Lettow-Vorbeck.

Generaal Jan Smuts observeert de vijand vanop een gepantserde wagen

Fransen en Britten verdelen Kameroen

Frankrijk en Groot-Brittannië zijn het eens over een verdeling van de door hen veroverde Duitse kolonie Kameroen.

Frankrijk krijgt daarbij “Nieuw-Kameroen” terug, een stuk van Frans Equatoriaal Afrika dat het in 1911 aan Duitsland afstond in ruil voor de erkenning van de Franse macht in Marokko (daarover was het toen bijna tot oorlog gekomen). Het gaf Duitsland toegang tot de Kongostroom.

Bovendien krijgt Frankrijk 80 % van de oorspronkelijke Duitse kolonie in handen.

De Britten nemen genoegen met twee niet-samenhangende stroken in het noordwesten, langs de grens met de Britse kolonie Nigeria.

Officieel moeten beide landen wachten op een vredesverdrag om de veroverde Afrikaanse gebieden te annexeren. Maar in feite staan ze nu al onder hun bestuur.

De Duitse regering heeft laten weten dat ze bij vredesonderhandelingen haar kolonies zal terugeisen.

Franse koloniale troepen, Tirailleurs Sénégalais, in Kameroen in 1916

Meest gelezen