Mémorial Interallié in Luik: bijna onbekend monument

Een grote witte toren en een witte basiliek: als je Luik nadert, kan je moeilijk naast het Mémorial Interallié kijken, boven op de heuvel van de wijk Cointe. Het is een van de bakens van de Luikse skyline. Weinigen weten dat dit een van de grootste WOI-monumenten in België is. Het moest zelfs een van de grootste ter wereld worden.

Na het einde van de Grote Oorlog ontstond binnen de Intergeallieerde Federatie van oud-strijders het idee om een groot monument op te richten ter ere van álle soldaten die de oorlog gewonnen hadden.

Er bestonden al veel lokale en nationale herdenkingsplaatsen, maar geen enkele waar de bondgenoten samen hun gevallen soldaten eerden, én de ‘unieke internationale samenwerking die de overwinning en vrijheid’ had gebracht.

Eerst werd daarvoor gedacht aan Sarajevo, maar in 1925 koos de federatie voor Luik, de stad waar in de nacht van 5 op 6 augustus 1914 de eerste grote veldslag van de Eerste Wereldoorlog werd uitgevochten, de stad waar de forten nog tien dagen langer weerstand boden tegen de Duitse invaller en zo de opmars naar Parijs vertraagden, de stad aan de Maas, de rivier waarin van Verdun tot Visé zo veel bloed was gevloeid.

Grote ambities

Overheden, privépersonen en verenigingen van alle bondgenoten zouden het project financieren. Bij de eerste schenkers: de Republiek Cuba (100.000 frank), China (20.000 frank), Solvay (100.000 frank) ...

De Antwerpse architect Jozef Smolderen mocht het project uittekenen. Er was een burgerlijk monument gepland, met een grote toren, maar ook een museum, nationale paviljoenen en een religieus monument, een basiliek, met een kapel voor elk van de bondgenoten. En op het terrein zouden de geallieerden ook nog zorgen voor een reeks grote en kleine nationale monumenten.

Ondermijnd

De bouwwerkzaamheden begonnen in 1928, maar liepen snel vertraging op. Onder het terrein bleken oude mijngangen te lopen die zware funderingsproblemen veroorzaakten. In 1935 werden de werkzaamheden gedeeltelijk stilgelegd bij gebrek aan geld.

Dat geldgebrek kwam er door de grote financiële crisis, maar ook omdat intussen het groot patriottisch enthousiasme van na de Eerste Wereldoorlog was weggeëbd en was vervangen door een negatieve visie op de Grote Oorlog, en omdat een nieuw wereldconflict begon te dreigen.

Toen het herdenkingsmonument in 1937 werd ingehuldigd, was koning Leopold III het enige aanwezige staatshoofd. De 75 meter hoge toren stond er, maar een museum en de nationale paviljoenen kwamen er nooit.

Ook de neo-byzantijnse basiliek is nooit helemaal afgewerkt. Een grote zijkapel en twee monumentale toegangspoorten werden uit de plannen geschrapt. Alleen Roemenië, Frankrijk en Italië zorgden voor een eigen monument op de site. Pas op het einde van de vorige eeuw kwamen daar nog twee Griekse, een Brits, een Russisch en een Pools monument bij.

Bij de grote Belgische herdenkingsplechtigheid op 4 augustus 1914, aan het begin van de herdenking van de honderste verjaardag van de Grote Oorlog, kreeg het Mémorial Interallié eindelijk het hoge bezoek waar het altijd op had gerekend, met vertegenwoordigers uit meer dan twintig landen. Naast koning Filip en koningin Mathilde kwamen ook de Spaanse koning Felipe en koningin Letizia, de Britse prins William en Kate, de Duitse bondspresident Joachim Cauck en de  Franse president François Holllande. 

De toren, eigendom van de Belgische staat, is voor 2014 helemaal gerestaureerd. De basiliek is toen erkend als monument, maar wacht nog op een restauratie.

Het Mémorial Interallié ligt niet ver van het station Luik Guillemins. Het plein voor de toren, altijd toegankelijk, biedt een prachtig uitzicht over de stad Luik. De toren, 135 meter boven het niveau van de Maas, is alleen open voor het publiek tijdens de Open Monumentendagen in September, tijdens het Pinksterweekend en op 21 juli .

Meest gelezen