Boeren en klimaat: koeien krijgen kruidiger voedsel in strijd tegen klimaatopwarming

Vorig jaar te veel regen, dit jaar te weinig. De boeren zijn de eersten die de gevolgen van extreem weer ondervinden. En dat belooft er niet beter op te worden, nu ons klimaat opwarmt. De landbouw zelf is voor een klein stukje verantwoordelijk voor die klimaatopwarming: ze stoot 8% van de broeikasgassen uit. Maar ze biedt ook oplossingen. We zochten uit wat er op dat vlak al allemaal gebeurd is – en wat er nog kan gebeuren.

Kratten vol tomaten staan opgestapeld. Maar niet de klassieke grote rode tomaten: de kratten zitten vol verschillende vormen en kleuren. Mini-trostomaatjes, snoeptomaatjes in rood, oranje en geel, tot zelfs een wat grotere bruin-paarsachtige tomaat.

“Wij proberen mee te gaan met de huidige trends, waarin consumenten gezonder willen eten en meer variatie verwachten,” legt Frans De Nayer uit, hoofd Arbeid en Energie bij tomatenkwekerij Den Berk Délice in Merksplas.

Ook op energievlak is het bedrijf mee met zijn tijd. Alle energie in het bedrijf – met 44 hectare oppervlakte, verspreid over vier locaties – is afkomstig van warmtekrachtkoppeling.

“We hebben grote aardgasmotoren, die zowel elektriciteit als warmte leveren. Met de elektriciteit belichten we onze serres in de winter, de rest leveren we aan het elektriciteitsnet. De warmte die de motor opwekt wordt volledig gerecupereerd. Zo verbruiken we 35% minder energie dan met de stookolieketels die vroeger gangbaar waren. De rookgassen worden bovendien gereinigd, en de bijna zuivere CO² wordt in de kassen gebruikt. De tomatenplanten zetten die om via fotosynthese.”

(lees voort onder de foto)

Diffuus glas

Tegelijk zet het bedrijf nog een aantal middelen in om slim om te gaan met energie. Bij koud en donker weer worden beweegbare energieschermen ingezet, die als een deken om de serres liggen. Goed voor een energiebesparing van 40%. En de serres zijn uitgerust met innovatief glas. Dat bevat een reflectiecoating, zodat het zonlicht niet weerkaatst wordt maar binnendringt in de kassen. Bovendien is het glas diffuus gemaakt, zodat het zonlicht beter verstrooid wordt en dieper doordringt tussen de planten. “Dat glas alleen al zorgt ervoor dat we 8 tot 10% meer kunnen produceren. Tel maar uit,” lacht Frans De Nayer (foto boven).

De serreteelt in Vlaanderen is de afgelopen twee decennia massaal overgeschakeld op warmtekrachtkoppeling. Het is economisch interessanter, maar ook ecologisch. Die inspanning van de serreteelt is één van de belangrijkste redenen waarom de landbouw nu minder broeikasgassen uitstoot.

“In vergelijking met 1990 gaat het om een vermindering met 26%,” zegt Sam De Campeneere, hoofd van het klimaatlab van ILVO, het Vlaams Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek. “De andere reden is dat de veestapel verminderd is door quota op te leggen. Vooral runderen stoten veel methaan uit bij hun vertering, maar ook de emissie van varkensmest speelt een rol.”

Op dit moment is de landbouw in Vlaanderen verantwoordelijk voor 8% van de uitstoot van broeikasgassen. Bij ILVO zoeken ze uit hoe het nog beter kan. Want die daling van 26% is vooral bereikt in de periode 1990-2010. De laatste jaren is ze gestagneerd.

Look en tijm

In de melkveestal in Melle staat een groep koeien rustig te herkauwen. “Kijk, die groene voederbakken daar", wijst De Campeneere. “Daar komen de koeien af en toe wat krachtvoer eten. Terwijl ze eten, meten wij hoeveel methaan ze via hun adem uitstoten. Zo weten we hoeveel een grote groep koeien tegelijk uitstoot.”

Even verder staat een rij grijsgeschilderde hokjes. Rubberen mat op de vloer en een raam aan weerskanten. “Dat is belangrijk: koeien zijn sociale dieren, ze moeten elkaar kunnen zien.” In zo’n hokje kan de methaanuitstoot van één koe gedurende meerdere dagen gemonitord worden, om te kijken hoe je die kunt beïnvloeden aan de hand van hun voedsel, bijvoorbeeld door additieven toe te voegen.

“Er zijn natuurlijke producten die de methaanproductie kunnen verminderen, bijvoorbeeld etherische oliën op basis van look of tijm. Maar ook chemische componenten kunnen helpen om de methaanomzetting in de pens van de koe te blokkeren. Afhankelijk van het product kan een koe tot 30% minder methaan uitstoten.”

Grasklaver

Ook melkveehouder Ronny Aerts (foto onder) uit Herselt geeft oregano aan zijn koeien, om hun methaanuitstoot te verminderen. Maar hij probeert nog andere middelen uit om het klimaat zo min mogelijk te belasten. Grasklaver bijvoorbeeld.

“We zetten klaver tussen het grasland: rode klaver, witte klaver, luzerne. Dat zijn vlinderbloemigen die knobbeltjes op hun worteltjes hebben. Daarin zitten rhisobiumbacteriën: die halen stikstof uit de lucht en maken daar nieuwe eiwitten van.”

Hij rekent het snel even uit: zijn bedrijf spaart elk jaar 10 ton zuivere stikstof uit door grasklaver te oogsten in plaats van enkel gras. Daardoor hoeft hij geen kunstmest meer te gebruiken, die gewonnen wordt uit aardolie. Een aanzienlijke vermindering van zijn ecologische voetafdruk dus. Bijkomend voordeel: de gedroogde grasklaver bevat meer eiwitten dan gewoon gras.

“Anders moest ik mijn koeien meer eiwitten voeren uit sojaschroot. En dat wordt geïmporteerd uit Zuid-Amerika. Op die manier kunnen we die import ook weer een beetje beperken.” Daarnaast heeft Aerts ook geïnvesteerd in een biogasinstallatie, die de mest van zijn koeien omzet in elektriciteit.

Het is economisch en ecologisch interessant om hierop in te zetten, zegt Ronny Aerts. Alleen: als landbouwer wil je sommige stappen wel zetten, maar de prijs van de landbouwproducten is zo laag dat dat een flinke rem betekent. Zelf verkoopt hij 60 tot 70% van zijn zuivelproductie in zijn boerderijwinkel, rechtstreeks aan de consument. Maar dat is niet voor elke boer haalbaar.

(lees voort onder de foto)

Allemaal vegetariër?

Als consument kunnen we wel degelijk wegen op de klimaatimpact van onze landbouw. Eet zo veel mogelijk lokale, seizoensgebonden producten, zegt Sam De Campeneere van ILVO. Betaal een eerlijke prijs: daar is dan weer een rol weggelegd voor de voedingsindustrie en de supermarkten.

Er zijn ook mensen die minder of geen vlees meer eten, omdat de veeteelt zo’n belangrijke invloed heeft op het klimaat. Is dat een oplossing? Een gedeeltelijke oplossing, vindt De Campeneere: we moeten onze vleesconsumptie zeker allemaal wat verminderen – een trend die trouwens al bezig is. Tegelijk exporteert Vlaanderen veel vlees naar het buitenland, vooral varkensvlees.

“Daar is inderdaad veel kritiek op. Maar de efficiëntie waarmee varkensvlees in Vlaanderen geproduceerd wordt, is wel bijzonder hoog. Als je die productie hier afschaft, zal ze elders gebeuren, waar er minder efficiënt geproduceerd wordt, en dat zou op klimaatvlak zelfs een negatieve impact kunnen hebben.”

Koofstofopslag

De dierlijke sector kan ook een positieve rol spelen in de strijd tegen de klimaatopwarming, zegt Sam De Campeneere. “Dierlijke mest hebben we nodig om het gebruik van kunstmest te beperken. En grasland is een prima manier om koolstof op te slaan in de bodem, op voorwaarde dat het niet omgeploegd wordt. Op dat grasland kan dan vee grazen. Op koolstofopslag in de bodem zouden we sowieso nog meer moeten inzetten. Ook andere productiesystemen, zoals agroforestry (de combinatie van boom- of struikgewassen samen met akkerbouw of veeteelt), kunnen daarin een rol spelen.”

De Campeneere pleit in elk geval voor de nodige nuance in het debat. “Ja, we kunnen in zekere mate iets doen aan de klimaatuitstoot in de landbouw. Maar nooit volledig. Het blijft een biologisch systeem. De landbouw is niet zomaar een economische sector, het is degene die ons voorziet in onze meest primaire behoefte: voedsel. Dat mag wel eens wat meer benadrukt worden.”

De hele zomer kijkt het programma "Bonus" naar wat er beweegt in de landbouwsector. "Bonus" is in de zomer elke zaterdag te beluisteren van 7 tot 9 uur of te herbeluisteren via de website van Radio 1.

Meest gelezen