Machu Picchu bezoeken zonder gids: deze zomer kan het niet meer
Een reis naar Peru is niet compleet zonder een bezoek aan Machu Picchu, de Incastad die in de 15e eeuw hoog in de Andes werd gebouwd. Hoewel die door zijn ligging vrij moeilijk toegankelijk is, en de toegangskaartjes prijzig zijn, wordt de site elk jaar meer overspoeld door vele duizenden toeristen.
De Unesco, de cultuurorganisatie van de VN, ziet de ongebreidelde toeristenstromen met lede ogen aan. Ze heeft er al herhaaldelijk mee gedreigd om Machu Picchu op de lijst met bedreigd werelderfgoed te zetten. De Peruviaanse overheid treft daarom nu maatregelen om de massa toeristen beter te controleren.
Niet meer zomaar rondstruinen
Vanaf 1 juli zullen toeristen de site nog enkel kunnen bezoeken in het spoor van een officiële gids, die niet meer dan 16 mensen ineens op sleeptouw mag nemen. Ze moeten ook opgelegde trajecten volgen. Bovendien wordt de duur van een bezoek beperkt. Bezoekers kunnen kiezen tussen de voormiddag (6 tot 12 uur) of de namiddag (12 tot 17.30 uur).
Zomaar een hele dag rondstruinen op de site, lukraak van het ene uitzichtpunt naar een andere plek, is dus niet langer mogelijk. Of toch een beetje. Een hele dag blijven mag, maar alleen als je twee tickets koopt. De prijzen blijven overigens dezelfde. Die waren begin dit jaar al opgetrokken door het ministerie van Cultuur.