Lokale kartels tussen N-VA en CD&V verdwijnen bijna overal

De partijtop van de N-VA moedigt al lang de lokale afdelingen aan om apart op te komen. Dat was ook al zo bij de verkiezingen van 2012. "Als je sterk staat, dan kom je alleen op", zegt Joachim Pohlmann,  woordvoerder van partijvoorzitter Bart De Wever. De eindbeslissing ligt wel bij de lokale afdelingen zelf.

"Apart opkomen dwingt de lokale afdelingen om een tandje bij te steken", zegt N-VA-parlementslid Brecht Vermeulen. "Het zorgt ervoor dat ze uit hun comfortzone moeten komen en op zoek moeten naar nieuw bloed om de lijsten te vullen. De meeste kartels zijn opgericht toen we nog het kleine broertje waren van CD&V, maar die tijd is voorbij."

Ook in Ieper komt er een einde aan het kartel. Sinds vorig jaar is Yves Leterme, die in 2004 samen met Geert Bourgeois de grote architect was van het kartel, er uit de lokale politiek verdwenen. En sindsdien is de situatie grondig veranderd, zegt de lokale N-VA-kopman Jan Vercammen.

"De vorige verkiezingen in 2012 was nog echt het Leterme-tijdperk met een sterke stempel van Leterme zelf", zegt Vercammen. "Wij hadden daar toen relatief weinig positie en ook in het bestuur is onze positie op dit ogenblik niet meer conform met de politieke markt. Wij staan sterker dan we toen waren en de kiezer beslist. Met een kartel is die kiezer een beetje gebonden aan wat hem aangeboden wordt en we denken dat we een sterker product hebben door met de N-VA apart op te komen."

Yves Leterme is niet verrast door de breuk. "Ook de vorige keer was er al een soort dictaat vanuit Brussel, maar toen zijn we erin geslaagd om de mensen duidelijk te maken dat het beter is mensen bijeen te brengen. In die periode hadden we een goede ervaring en zijn we daarop voortgegaan", zegt Leterme. "Ik vind het jammer, maar het is niet verrassend dat de partij met een nationale richtlijn een beetje opportunistische de samenwerking beëindigt."