We zouden beter wél betalen aan de kassa! - Clemens de Olde

"Nooit meer zelf betalen." Zo voorspelde de kenner van intelligente technologie Frederik Debosschere onze nabije toekomst. Je hebt geen cash of bankkaart meer nodig aan de kassa. Maar is dat wel zo goed? Misschien is het voor veel mensen beter om wél aan de kassa te wachten?
opinie
Opinie

Clemens de Olde is socioloog en als onderzoeker verbonden aan het Onderzoekscentrum voor Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASeS), van de Universiteit Antwerpen.

In zijn opiniebijdrage van een goede week geleden, schotelt Frederik De Bosschere ons een beeld voor van een samenleving waarin het ouderwetse betalen met cash of kaart tot het verleden behoort. Voortaan hoeven we alleen met onze producten de supermarkt uit te wandelen om ze automatisch te betalen en ook thuis zijn we van alle gemakken voorzien.

Nog mee. De koelkast en de wasmachine worden onderdeel van het internet of things en houden leveranciers op de hoogte van onze noden. De Bosschere schetst een droombeeld van nooit meer zonder wasmiddel te zullen vallen, “Of belangrijker: nooit meer zonder koffie ’s morgens.”

De invoering van dit soort technologische innovaties gaat echter maar al te vaak voorbij aan fundamentele sociale vragen over wenselijkheid en burgerschap.

First-world problems

Gebruiksgemak is het voornaamste verkoopargument van innovaties als het contactloos of zelfs ‘vanzelf’ betalen. Maar bij veel van de voorgestelde gemakken kunnen we ons afvragen wat ze precies nog toevoegen aan ons welzijn.

Draagt het echt bij aan ons levensgeluk dat de wasmachine op eigen houtje nieuw wasmiddel bestelt? Of dat de koelkast detecteert dat de melk op is? Het is wellicht een ontnuchterend beeld voor de innovatie-adepten, maar toen mijn vriendin vanochtend opmerkte dat de koffie op was, dronken we thee.

Een veel belangrijker aspect dan gebruiksgemak voor de consument, is dat deze voorgestelde innovaties een probleem oplossen voor de producenten van de technologie. In een westerse samenleving waarin voor velen eerder overvloed dan tekort heerst, is hun zorg niet langer om aan basale noden van hun klanten te voldoen, maar om behoeften te creëren die mensen tot kopen aanzetten.

Veel van die behoeften zouden we kunnen categoriseren als first world problems: relatief kleine ongemakken die verholpen kunnen worden met nieuwe technologie zodat ons leven nog nét even ietsje vlotter verloopt. Dit is natuurlijk niet nieuw, het verkopen van verzonnen problemen en hun oplossingen is wat marketeers al decennialang doen.

Als het toegenomen gebruiksgemak dan met een korrel zout genomen kan worden, moeten we ons afvragen wie het grootste belang heeft bij deze innovaties. De auteur geeft zelf het antwoord: het nieuwe betalen wordt een gigantische economie.

Maar alleen voor de bedrijven die deze technologie verkopen. Het wegnemen van de laatste barrière voor een aankoop, de fysieke handeling van het geld uitgeven, is de ultieme droom van veel verkopers.

De voornaamste reden dat Amazon en anderen ons in staat willen stellen tot aankopen die zelfs geen muisklik meer behoeven is dan ook simpelweg om méér te verkopen. Maar hoe wenselijk is dit eigenlijk?

De kassa als burgerschapslabo

In deze probleem-oplossingslogica van technologische innovatie hoor je doorgaans een stuk minder over de sociale gevolgen van de nieuwe technologie. Zo is nóg gemakkelijker betalen lang niet in alle gevallen wenselijk.

Weten hoeveel geld je hebt, en vooral niet hebt, is een steunpijler van budgetbeheer en dat is ook de reden dat professionele budgetbeheerders en schuldhulpverleners juist proberen hun cliënten zeer bewust te maken van hun uitgaven.

Een scenario waarin je koopt voordat je het weet is dan ook niet voor iedereen goed. Wat gebeurt er eigenlijk met degenen die vanwege welke problematiek dan ook niet in staat worden gesteld om vanzelf te betalen? Dit is het soort vragen dat meer dan een technologische oplossing behoeft.

Uit je bubbel komen

Ook de supermarktkassa die door de auteur wordt voorgesteld als “broeihaard van haatgevoelens”, twijfel en frustratie (je staat immers altijd in de langste rij) is zo slecht nog niet.

Juist in een tijd waarin er veel wordt gediscussieerd over dieper wordende scheidslijnen in de samenleving, wordt er veel aandacht besteed aan hoe mensen opgesloten raken in bubbels van al dan niet ‘alternatieve feiten.’

De kassa in de winkel is onderhand één van de zeldzame plekken in onze door sociale media gecureerde levens waar we nog eens ongefilterd de Ander tegenkomen. Het feit dat je niet kunt kiezen voor de persoon voor of achter je in de rij is wellicht lastig, maar is een groot goed voor de samenleving want het is een van de plekken waar je uit die bubbel komt en waar burgerschap beoefend kan worden, al is het maar door vriendelijk te knikken.

Op dit moment worden de sociale gevolgen van technologische innovaties nog al te vaak als bijzaak gezien die conform het oplossingsdenken "wel meegenomen zal worden" bij de concrete uitwerking van de technologie.

Tegelijk worden deze gevolgen vooral niet naar voren gebracht bij het aanprijzen van weer de volgende oplossing voor een groot probleem in ons leven. Het is daarom hoog tijd om serieuze aandacht te besteden aan de sociale aspecten van technologische innovaties. Want hoeveel burgerschap is dat gebruiksgemak u precies waard?

Meest gelezen