"We zullen 4 tot 6 miljard moeten vinden bij begrotingsopmaak"

De federale regering zal in de maanden juni en juli 4 tot 6 miljard euro moeten vinden voor de begroting van volgend jaar. Dat heeft vicepremier Kris Peeters (CD&V) gezegd in "Terzake".

De regering heeft van alle kanten kritiek gekregen op de begrotingscontrole van afgelopen weekend, maar Peeters vindt dat niet terecht. Het ging immers over een controle van de begrotingscijfers, benadrukt hij, en niet over de opmaak van de begroting voor volgend jaar.

De begrotingscontrole verliep heel vlot, maar de opmaak van de begroting voor 2018 belooft heel wat moeilijker te worden. "Zoals het er nu naar uitziet - ik spreek niet met twee, maar met drie woorden - zullen we tussen de vier en de zes miljard euro moeten zoeken in juni-juli. Dat wordt een heel zware opdracht", benadrukt Peeters. De ambitie om een begrotingsevenwicht te halen blijft aanwezig, maar we moeten ons afvragen of dat realistisch is, aldus Peeters.

Over de drie moeilijke dossiers die aan elkaar gekoppeld zijn - de vennootschapsbelasting, de meerwaardebelasting en de activering van het spaargeld - hield Peeters zich op de vlakte en schoof hij de verantwoordelijkheid door naar premier Michel die die dossiers in handen heeft genomen en de timing bepaalt. Hij heeft wel het gevoel dat die dossiers in de maanden na de paasvakantie weer naar boven zullen komen. Er zijn overigens nog andere zware dossiers, bijvoorbeeld de geluidsnormen voor de luchthaven van Zaventem, die de regering de volgende maanden op haar bord gaat krijgen.

Meest gelezen