Hij bleef uit liefde voor zijn oldtimers in Aleppo, maar kon ze niet beschermen tegen het geweld
Mohammad geniet in zijn grotendeels vernielde slaapkamer van zijn pijp en van de muziek die uit zijn grammofoonplaat komt. De kranige 70-jarige woont in een wijk van Aleppo die erg lang in handen is geweest van de rebellen en waar het regeringsleger hard voor heeft moeten vechten. De schade van zijn appartement kan hem weinig deren, hij zit meer in met de schade aan zijn collectie die hij "zijn kinderen" noemt.
De Syriër heeft bij het uitbreken van de burgeroorlog in zijn land geweigerd om de stad te verlaten. Hij wilde zijn collectie -veelal- Amerikaanse oldtimers niet achterlaten. De verzameling auto's had op dat moment een geschatte waarde van zo'n 200.000 dollar. Tevergeefs, want de gevechten hebben zichtbaar hun sporen achtergelaten en de collectie herschapen tot een autokerkhof.
Bij aanvang van het conflict was zijn verzameling verspreid over twee delen van de stad: een deel stond in een wijk van Aleppo in handen van de troepen van Assad, een ander deel stond gestockeerd in rebellengebied. In 2015 heeft hij zijn auto's opnieuw samengebracht: allemaal in zijn eigen wijk die op dat moment werd gecontroleerd door de rebellen. Hij dacht naar eigen zeggen dat ze er veilig waren, niet dus.
Tot dan was de collectie in vrij goede staat, maar dat veranderde allemaal toen het Syrische regeringsleger een reeks bombardementen begon op de wijk in 2015. In amper enkele dagen tijd heeft Mohammad zijn hele collectie, auto na auto, klassieker na klassieker, zien vernield worden. De auto's zijn onherstelbaar beschadigd, want wisselstukken voor dergelijke oldtimers zijn in Syrië nauwelijks te vinden.
