Kamer keurt de nieuwe loonwet goed

In de Kamer is de nieuwe loonwet goedgekeurd. De wet bepaalt hoeveel de lonen maximaal mogen stijgen. Binnen die kleine loonmarge van 1,1 procent en 2,9 procent indexering kunnen vakbonden en werkgevers dan voort onderhandelen. De regering gaat ook kijken hoe de lonen in de buurlanden evolueren, om te vermijden dat onze loonkosten ontsporen.

Tot nu hadden de opeenvolgende regeringen als doel om de loonkloof met de buurlanden ten opzichte van het referentiejaar 1996 te verminderen. Dat doel is intussen bereikt. Daarom wordt voortaan naar de "historische handicap" - van voor 1996 dus - gekeken.

De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) moet die historische handicap bepalen en maakt hierover een verslag op voor de sociale partners. Dat kan tot spanningen leiden omdat de standpunten van vakbonden en werkgevers hierover erg uiteen liggen.

Concurrentievermogen

In de aanbevelingen van de Nationale Bank van vorige maand wordt het belang benadrukt van een hervorming van de wet van 1996 voor het behoud van het concurrentievermogen van onze bedrijven. ACV en ABVV weigerden dat deel van het rapport te ondertekenen omdat een strengere loonnorm voor hen zinloos was.

Tijdens de bespreking van het wetsontwerp in de commissie toonde minister van Werk Kris Peeters (CD&V) zich redelijk optimistisch over de kansen van een akkoord tussen sociale partners met de hulp van de CRB. Als er geen akkoord is, ligt de bal opnieuw in het kamp van de regering in het kader van onderhandelingen voor het volgende interprofessioneel akkoord. De regering moet dan een compromis voorstellen, en moet dan zelf de knoop doorhakken als ook dat niet aanvaard wordt.

De nieuwe hervormingen aan de wet van 1996 zijn vorige maand door de sociale partners al meegenomen bij het uitwerken van een compromis over de loonnorm voor de komende twee jaar.

Meest gelezen