Obama ontkent dat hij Trump heeft laten afluisteren
"Noch president Obama noch gelijk wie uit het Witte Huis heeft ooit burgers van de VS laten afluisteren. Elke suggestie daarover is gewoonweg vals".
Zo reageerde Kevin Lewis, de woordvoerder van ex-president Barack Obama op de toch wel ernstige beschuldigingen van huidig president Donald Trump. Eerder had Ben Rhodes, een vroegere adviseur van Obama, de beschuldigingen van tafel geveegd.
De beschuldigingen van Trump aan het adres van zijn voorganger zijn vrij ernstig en buitengewoon. Lindsey Graham, een Republikeins senator uit South Carolina, vindt het "onrustwekkend dat een president zijn voorganger beschuldigt". Graham ziet voorlopig geen aanwijzingen voor afluisteren, maar zegt dat hij een onderzoek wil laten uitvoeren.
Trump: "Obama heeft mij laten afluisteren"
In een reeks tweets meldt Trump dat hij "net ontdekt heeft" dat zijn lijnen in de Trump Tower werden afgetapt door toenmalig president Obama. Dat is volgens de huidige president gebeurd net voorafgaand aan zijn verkiezingsoverwinning in november. "Maar Obama heeft niets gevonden", voegt Trump eraan toe.
President Trump schreeuwt op Twitter over een "NEW LOW" (een nieuw dieptepunt) en hij laat enigszins verstaan een advocaat op de zaak te willen zetten. "Ik wed dat een goede advocaat een fantastische zaak zou kunnen maken van het feit dat president Obama mijn telefoonlijnen in oktober heeft afgetapt."
Donald Trump noemt Obama een "slechte (of zieke) gast", en hij maakt de vergelijking met het Watergate-schandaal, het politieke schandaal uit de jaren 70 waardoor de Republikeinse president Nixon moest aftreden. Er is op dit moment evenwel nog geen extra informatie over waarop Trump zich baseert voor de aantijgingen tegenover zijn voorganger.
Kennelijk moeten we de beschuldiging aan het adres van Obama zien in het licht van de kritiek op Trumps entourage voor vermeende onkiese contacten met Rusland. Trump spreekt namelijk over "Mccarthyisme". Dat is een term voor - vaak onterechte en overdreven - verdachtmakingen over communistische sovjet-invloeden in Amerikaanse instellingen. In de jaren 50 was de Republikeinse senator Joseph McCarthy vaak een aanstoker van zulke geruchten.