"Drie dagen op voorhand moet ik een toiletbezoek op mijn werk aanvragen"

Leuvens OCMW-raadslid en persoon met een beperking Dorien Meulenijzer (SP.A) klaagt de gang van zaken in de thuiszorg aan, waar geen tijd meer is voor meer aandacht voor de mens achter de patiënt. Er is geen ongeplande tijd meer waardoor het menselijke aspect verdwijnt, zegt ze in "De afspraak".

Als persoon met een beperking is Dorien Meulenijzer een ervaringsdeskundige. "Er wordt op de bel geduwd, maar het moet snel gaan", beschrijft ze haar ochtendritueel. "Je krijgt niet echt een moment om even te bekomen. Dan ga je naar het toilet waarvoor je twee minuten krijgt. Je hoort de hulpverlener al trappelen voor de deur."

Dat is volgens haar niet de fout van de hulpverlener. "Het geeft het gevoel dat het prestaties zijn die worden afgevinkt, waarvoor in boeken een bepaalde tijd is geplakt. (...) De hulpverleners geven zelf ook wel aan dat ze enorm onder druk staan."

De hulpverleners worden alsmaar meer bevraagd. "Er is geen ongeplande tijd meer, waardoor het menselijke volledig verloren gaat", zegt Meulenijzer. Dat leidt in bepaalde gevallen tot mensonterende situaties. "Als je op je werk hulp nodig hebt en dat kunnen niet dezelfde mensen zijn die je thuis helpen, dan moet je een andere groep inhuren. Dat is dan 5 euro per keer dat ik naar het toilet ga, en dan moet je drie dagen op voorhand bepalen wanneer je naar het toilet wil gaan."

"Dat is een schending van mensenrechten. Het recht op gezondheid, op een goed leven, staat in het Europees verdrag van de rechten van de mens", reageert advocaat Walter Van Steenbruggen.

"Het is bandwerk geworden", vindt Dorien Meulijzer. "Wij willen van bandwerk terug naar bindwerk gaan, waarbij de menselijke factor centraal staat. Het moet gaan over de kwaliteit, en niet altijd over de budgetten."

Samen met de Leuvense schepen voor Sociale Zaken Bieke Verlinden (SP.A) heeft ze een opiniestuk geschreven in Knack.

Bekijk het volledige gesprek in "De afspraak"

Meest gelezen