Waar is het midden naartoe? "Gespalten" Oostenrijk kiest

Zaterdagmiddag, stralende zon en koud. In de Weense Mariahilferstrasse shopt de Oostenrijker er op los. De kerstverlichting brandt, aangevoerde dennenbomen met rode strik vullen de winkelstraat. Maar de ‘little drummer boy’ uit de luidsprekers, is amper te horen. Wel pompende beats met daarop gemonteerd nazi-speeches. Welkom in Wenen, een dag voor de verkiezingen
analyse
Analyse
AFP or licensors
Affiches van Van Der Bellen en Höfer in Wenen.

Zo’n honderdtal overwegend jongeren verzamelen rond een witte bestelwagen. Verschillende van hen dragen gele plakkaten mee met “Kein Nazi in der Hofburg” erop, een boodschap tegen een van de twee presidentskandidaten: Norbert Hofer van de FPÖ. Straks zullen ze door de straten trekken, richting het hoofdkwartier van de FPÖ. Een jongeman nam op Facebook het initiatief, een kleine organisatie die zichzelf “LinksWende” noemt sprong mee op de kar. De betoging “fuck Hofer” lijkt niet meteen een succes. Als ik een betoger achter een spandoek vraag of Hofer werkelijk een nazi is, antwoordt hij mij overtuigd ‘tuurlijk niet, ik ben het ook niet eens met die andere spandoeken’. Zelfs het “Fuck Hofer”-kamp spreekt niet uit een mond. Een steunbetoging voor de andere kandidaat, de groene Alexander Van der Bellen, is het ook niet. Zijn campagneteam was er als de kippen bij om zich te distantiëren van de betoging. Het lijkt een schreeuw in het ijle.

Een klein jaar is Oostenrijk intussen in verkiezingsmodus. Na de ongeldige verkiezingen in mei, de uitgestelde tweede poging in september, zou het nu morgen eindelijk moeten lukken om geldige verkiezingen te organiseren. Oostenrijk krijgt ofwel een uiterst-rechtse president ofwel een groene. Wie van beide het wordt, daar durft niemand een halve euro op te verwedden. In mei haalde Van der Bellen het heel nipt, of dat nu weer lukt, weet niemand. En dus is het campagne voeren tot de laatste dagen.

Op het centrale bureau van de Groenen in hartje Wenen is het een drukte van jewelste, minder dan een dag voor de verkiezingen. Vrijwilligers en partijleden lopen af en aan om flyers en posters op te halen. “Niemand zit vandaag thuis”, zegt Liesbeth Bijl, een Nederlandse die voor de groene partij werkt. “Het is mooi om te zien wat een leger vrijwilligers zich bij ons aangesloten heeft om campagne te voeren voor Van der Bellen”. De groenen hebben in de Oostenrijkse politiek ongeveer dezelfde grootte als Groen in Vlaanderen. “We beschikken dus niet over voldoende mensen om zo’n lange slepende campagne te voeren. Hopelijk blijven er van de vrijwilligers ook achteraf een aantal bij de partij”. Zeker op het platteland is het zwaar campagne voeren: “Wenen stemt sowieso voor Van der Bellen, maar op het platteland is er veel scepsis en hebben we het zwaar, daar moeten we extra veel moeite doen”.

Een beschaafd "Oostenrijk eerst"

Vrijdagochtend, halftien: de statige feestzaal van de Wiener Börse. Een grote meute persmensen installeert zich achteraan de zaal. Hier vindt straks de laatste grote meeting plaats van FPÖ-kandidaat Hofer. Over een uur zal hij hier een bomvolle zaal toespreken. Hofer, die zich tot nu altijd presenteerde als anti-establishment en niet-salonfähig, kiest voor een erg presidentiële setting. Een decor “nieuwjaarsconcert-waardig”, een kerstboom, een adventskrans. Stilaan sijpelen ook de eerste aanhangers binnen: veel oudere mannen in pak, dames in manteljas, een man heeft een Oostenrijkse vlag bij. Hier en daar wat jongeren. “Hij is onze man, hij zal ons burgerdemocratie schenken, de macht aan de burger”. “Een nette man, die voor Oostenrijk kiest, voor het land”. “Iemand die het vluchtelingenprobleem zal aanpakken, als hij het niet doet, dan dreigen we in een burgeroorlog terecht te komen”. De setting is sjiek, de taal van de aanhangers krachtig.

Stipt om halfelf komt Hofer de zaal binnen. Hij wordt bijna omver gelopen door een meute persmensen. Ik zie ARD, NBC, Al Jazeera, CNN, de BBC. Waar we tot voor kort amper wisten dat Oostenrijk zijn president verkiest, strijkt nu de wereld neer in Wenen. Hier broeit iets.

Een uur lang spreekt Norbert Hofe. Roepen is er niet bij, geen woord klinkt luider dan het andere. Het gaat over de gezondheidszorg, over de Oostenrijkse identiteit ‘die afgestoft mag worden en met trots gedragen’, over de vluchtelingen ‘die niet in Oostenrijk mogen blijven, behalve als ze een knelpuntberoep kunnen invullen’, over Europa ‘dat vervreemd is van het volk’. Rond kwart voor twaalf wenst Norbert Hofer iedereen een fijne kersttijd toe en wordt hij daarna voor een tweede keer bijna omver gelopen door dezelfde persmeute.

Hoewel de presentatrice “kreunende woorden” beloofd had, bleef allemaal beschaafd maar wel duidelijk. Oostenrijk eerst, dat zeker wel, maar bijvoorbeeld geen woord over de Islam of terroristen, geen Öxit uit de Europese Unie, toch een historisch stokpaardje van de FPÖ. Bovendien waren er af en toe bloemetjes voor de ÖVP, de christendemocraten en een van de twee traditionele partijen die sinds de Tweede Wereldoorlog Oostenrijk praktisch onafgebroken besturen. Het lijkt alsof Hofer zich tegen de middag in het tot voor kort zo verguisde politieke salon wou nestelen.

Het verdwenen midden

Die traditionele partijen, de ÖVP en SPÖ, de sociaaldemocraten, hebben het zwaar te verduren. Oostenrijk leek voor eeuwig veroordeeld tot een coalitie van midden-links en midden-rechts, de coalitie die nu nog altijd Oostenrijk bestuurt en – voorlopig toch - zal blijven besturen na de presidentsverkiezing. Maar de makke kandidaten van geen van beide kon de tweede ronde halen om president te worden, een duidelijke middelvinger van de Oostenrijker.

Stadsgidse Mariken Peters, van Nederlandse origine, neemt ons mee door Leopoldstadt, een van de stadsdistricten van Wenen. Ze woont er al twintig jaar en zag de wijk veranderen: “vroeger keken mensen me scheef aan als ik zei dat ik in Leopoldstad woonde, vandaag met bewondering”. We trekken naar de “Lassale Hof”: een socialistisch bouwproject uit de jaren ’20, sociale woningen door het rode Weense stadsbestuur voor wie moeilijk op de reguliere woonmarkt terecht kan. Dus hier wonen vooral SPÖ-stemmers, vraag ik Mariken. “Dat geloof jij misschien, maar dat is voorbij”. Hoewel voor de presidentsverkiezingen ook hier een meerderheid voor Van der Bellen zal stemmen, kan ook Norbert Hofer hier op bijval rekenen. Het “stamboeksocialisme” heeft het hier moeilijk. Trouwens, over politiek praten in dit historisch socialistisch bouwwerk is algemeen moeilijk: geen enkele Lassale Hof-bewoner wil me vertellen voor wie hij of zij zondag zal stemmen. “Het midden, de consensus, is weg”, weet Mariken.

We hebben afspraak met professor Thomas Meyer, politiek wetenschapper. Waar is dat midden naartoe? Wat hebben de ÖVP en SPÖ de Oostenrijker misdaan? Volgens Meyer is het een trend sinds de jaren ’80, die zeer zichtbaar werd rond de eeuwwisseling met Jorg Haider: “de Oostenrijker wil het tegenwoordig allemaal wat duidelijker, wil minder machtspolitici. En dat is sterk versneld door de vluchtelingencrisis vorig jaar”. Oostenrijk, als voordeur van Duitsland, zag toen duizenden vluchtelingen over door het land trekken, de twee regeringspartijen reageerden verkrampt, zonder echt standpunt. Het gevolg is een gepolariseerde samenleving, die duidelijke antwoorden wil.

“Er is ook een duidelijk sociaal-geografische scheidingslijn”. Ofwel ben je voor of tegen. “Vrouwen stemmen eerder de groene Van der Bellen, mannen gaan voor Hofer. Hogeropgeleiden zijn voor Van der Bellen, lageropgeleiden voor Hofer. De stad, met jonge gezinnen eerder Van der Bellen, het platteland Hofer”.

Gevraagd naar een verklaring, weet Meyer “het is bij de oudere laagopgeleide plattelandsman die voor Hofer stemt, om het zo samen te vatten, een schreeuw uit angst. Angst om uit de boot te vallen, niet meer mee te kunnen. Angst om de veilige heimat te zien verdwijnen. Iets waar de klassieke partijen weinig antwoorden kunnen op geven”.

Meest gelezen