Leidt een referendum over de Italiaanse Senaat naar een i-exit?

Zondag stemmen de Italianen in een referendum over een grondwettelijke hervorming van de Senaat. Dat lijkt onschuldig genoeg, maar het zou kunnen leiden tot politieke instabiliteit en zelfs tot een referendum over het verlaten van de eurozone. En dat veroorzaakt zenuwachtigheid in de EU en op de financiële markten.
Premier Renzi op een "Een ja volstaat" meeting.

De Italiaanse premier Matteo Renzi wil grondwettelijke hervormingen doorvoeren om de macht van de Senaat te beperken. De Senaat zou niet langer in staat zijn om wetten eindeloos lang te blokkeren, zou voortaan over minder zaken worden geconsulteerd, en zou de macht verliezen om de regering te doen vallen door een vertrouwensstemming uit te lokken.

Ook zouden de huidige 315 rechtstreeks verkozen senatoren worden vervangen door 100 regionale raadsleden en burgemeesters, die indirect zouden worden verkozen of aangeduid.

Volgens Renzi zou die hervorming de politieke instabiliteit in Italië - het land heeft in de 71 jaar sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog 63 regeringen gehad - verminderen en de regering meer slagkracht geven. En dat is nodig om het hoofd te bieden aan de bankencrisis, de economische stagnatie en om de Byzantijnse bureaucratie en het door enorme achterstanden geplaagde gerecht te hervormen.

En Renzi heeft zijn politiek lot aan het referendum verbonden: als het "neen" het haalt en zijn hervorming verworpen wordt, zal hij opstappen als premier. En dat zou Renzi wel eens het volgende slachtoffer kunnen maken van de populistische golf die gekozen heeft voor de brexit en voor Trump als Amerikaans president. Uit de laatste peilingen van voor de sperperiode die geldt voor verkiezingen, blijkt immers dat de kiezers eerder naar een "neen" neigen.

Een spandoek met "Laat ons Renzi buitengooien" op een manifestatie van tegenstanders van de hervormingen.

"Niet-democratie"

De rechtse oppositie van Forza Italia is tegen de hervormingen, omdat ze vindt dat die de premiers - en Renzi in het bijzonder - te veel macht zouden geven. Ex-premier Silvio Berlusconi zei zelfs dat de veranderingen "ons rechtstreeks naar een niet-democratie zouden leiden".

De populistische Vijfsterrenbeweging van gewezen komiek Beppe Grillo is eveneens tegen de hervormingen, maar soms lijkt het er op dat het de partij er vooral om te doen is om de regering-Renzi te doen struikelen.

Als het "neen" het haalt in het referendum, zou Renzi of iemand anders interim-premier worden, en de Vijfsterrenbeweging, die nu in de peilingen al ongeveer gelijkstaat met de Democratische Partij van Renzi, zou dan zeker aandringen op nieuwe verkiezingen. 

En een overwinning van "neen" zou de Vijfsterrenbeweging mogelijk de wind in de zeilen kunnen geven, en de partij heeft nog andere plannen.

Referendum over de euro

De Vijfsterrenbeweging, die ontstaan is uit een internetbeweging in 2009 en die geleid wordt door de gewezen komiek Beppe Grillo, vermengt de anti-Europese houding van populistische partijen als UKIP of het Front National met eerder progressieve milieu-voorstellen.

En die anti-Europese houding houdt ook in dat de partij gekant is tegen de euro, en actief campagne voert voor een referendum over het verlaten van de eenheidsmunt.

Luigi Di Maio van de Vijfsterrenbeweging, de vicevoorzitter van het parlement, heeft gezegd dat als zijn partij aan de macht komt, ze zal aandringen op een niet-bindend referendum over de euro. Waardoor hij de euro dan wil vervangen, daarover is Di Maio niet zo duidelijk. In een interview met de krant La Repubblica zei hij dat hij voorstander is van een "euro met twee snelheden of een nationale munt".

Beppe Grillo van de Vijfsterrenbeweging op een meeting van tegenstanders van de hervormingen. 

Niet voor morgen

Nu ziet het er niet naar uit dat een Italiaans referendum over de euro voor morgen is. Er zijn immers grondwettelijke hindernissen tegen een dergelijk referendum. 

De Italiaanse grondwet verbiedt het opheffen van internationale verdragen door middel van een referendum, en dus zou er een aanpassing van de grondwet nodig zijn om zelfs maar een referendum over de euro te kunnen houden. Voor een dergelijke grondwetswijziging is een tweederdemeerderheid nodig in het parlement en in de Senaat, en mogelijk ook nog eens een referendum over die wijziging. 

En zelfs als de Italianen zouden stemmen voor het verlaten van de euro, zou het Grondwettelijk Hof dat resultaat kunnen blokkeren. 

Bovendien ziet het er niet naar uit dat een meerderheid van de Italianen de euro de rug wil toekeren: uit een peiling van de krant La Stampa van 21 november blijkt dat slechts 15 procent voorstander is van een i-exit, en dat 67 procent de euro wil behouden. En zelfs al mocht er een referendum komen en de tegenstanders van de euro het halen, dan betekent dat nog niet dat Italië de dag nadien uit de euro zal stappen. Zoals de Britten intussen al ontdekt hebben, vraagt zoiets tijd en complexe onderhandelingen. 

Toch zorgen

Hoewel het dus voorlopig weinig waarschijnlijk is dat er een referendum komt over de euro, en nog minder dat Italië op korte termijn uit de eenheidsmunt zou stappen, toch blijft er nog reden voor ongerustheid.

Als Renzi zijn gok verliest en de tegenstanders van de hervormingen het halen, zal de premier ontslag nemen en dan komt er een interim-regering. En verwacht wordt dat die dan niet in staat zal zijn om de dringende maatregelen te nemen die nodig zijn om de Italiaanse banken uit de problemen te helpen. 

Die banken zitten flink in de problemen, met zo'n 360 miljard euro aan slechte kredieten. Het grootste deel daarvan zit bij vier banken, met voorop de oudste nog bestaande bank ter wereld, Banca Monte dei Paschi di Siena. Die bank moet tegen het einde van het jaar 5 miljard euro bijeen zien te krijgen en het is de vraag of dat zonder overheidssteun zal lukken. Volgens insiders zouden in totaal acht banken het niet overleven als de regering-Renzi aftreedt.

Dat maakt beleggers zenuwachtig en Italiaanse beleggers halen hun geld weg bij Italiaanse bedrijven of vluchten zelfs met hun euro's naar het goud. De onzekerheid blijkt ook uit de daling van de euro met meer dan drie procent deze maand en uit het feit dat de rente op Italiaanse staatsobligaties op tien jaar gestegen is tot twee procent.

Een tegenstander van de hervormingen windt er geen doekjes om.

Nog een tijd zenuwachtigheid

Zelfs als het referendum in Italië goed uitvalt voor premier Renzi, zal de zenuwachtigheid op de financiële markten, vooral in Europa, nog wel een tijdje aanhouden. Er staan de komende maanden immers nog heel wat verkiezingen op het programma waarbij populistische stromingen roet in het eten kunnen gooien van de traditionele politiek.

Samen met het referendum in Italië worden de presidentsverkiezingen in Oostenrijk opnieuw gehouden, na de annulatie van de vorige verkiezingen die erg nipt gewonnen werden door de groene kandidaat Alexander Van der Bellen. En ook al is het presidentschap in Oostenrijk grotendeels ceremonieel en ligt de macht bij de premier, toch worden de verkiezingen met argusogen gevolgd.

De kans bestaat immers dat voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog een extreemrechtse kandidaat staatshoofd zou worden van een Europees land, het geboorteland van Adolf Hitler nog wel. Volgens de peilingen maakt Norbert Hofer van de extreemrechtse Vrijheidspartij immers ongeveer evenveel kans als Van der Bellen. 

De volgende verkiezingen zijn de parlementsverkiezingen in Nederland, op 15 maart. Daar ligt Geert Wilders van de anti-islam Partij voor de Vrijheid volgens de peilingen in een nek-aan-nekrace met premier Mark Rutten van de liberale VVD. Wilders is ook anti-Europees en hij wil een referendum houden over het lidmaatschap van de EU. Zelfs als hij verkiezingen wint, is het echter weinig waarschijnlijk dat hij een meerderheid zou kunnen vormen, en bij uitbreiding, dat het tot een dergelijk referendum komt.

De volgende verkiezingen op het lijstje zijn de presidentsverkiezingen in Frankrijk, waar het waarschijnlijk is dat François Fillon van Les Républicains het zal opnemen tegen Marine Le Pen van het extreemrechtse Front National. En hoewel het Front National in het verleden steeds de duimen heeft moeten leggen in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, en dat nu volgens de peilingen opnieuw zo zou zijn, lijkt dat na het fiasco van de peilingen in verband met de brexit en de Amerikaanse verkiezingen nu veel minder zeker. De tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen vindt plaats op 7 mei. 

En ten slotte zijn er in de herfst nog federale verkiezingen in Duitsland. Daar heeft kanselier Angela Merkel in de deelstaatverkiezingen nederlaag na nederlaag geleden en heeft de antimigratiepartij Alternatieve für Deutschland goed gescoord. Vraag is of Merkel zich voor de vierde keer kandidaat zal stellen, en of ze de onvrede over haar "Wir schaffen das"-politiek op het gebied van immigratie zal overleven. 

Meest gelezen