Clinton laat de stemcomputers beter wel controleren - Lucas Vanclooster

De geschiedenis leert dat het verstandig zou zijn van Hillary Clinton om in te gaan op de voorstellen om de stemcomputers te laten onderzoeken. De Republikeinse partij heeft een kwalijke voorgeschiedenis. Ze heeft al eerder de stemresultaten proberen te beïnvloeden.
analyse
Analyse
AFP or licensors

De auteur is VRT-radiojournalist met een speciale interesse in hedendaagse geschiedenis.

Op dit ogenblik zijn er geen bewijzen dat de elektronische stemcomputers in de Amerikaanse staten Wisconsin, Michigan en PennSylvania werden gehackt. Al evenmin staat vast dat als Hillary Rodham-Clinton in die traditioneel democratische noordelijke bolwerken zou hebben gezegevierd, ze nu haar presidentiele team had kunnen samenstellen.

Maar aan de andere kant: wat een uitdaging voor computernerds om electorale software te manipuleren. Zeker als duistere binnen- en of buitenlandse krachten een handje toesteken. 

Kissinger lekt fundamentele informatie

Zeker na de erg zware nederlaag van aartsconservatief Barry Goldwater tegen Lyndon B. Johnson in 1964 vreesden de republikeinen dat in de liberale swingende nieuwe tijden en de opkomst van de tegencultuur, argumenten alleen niet volstonden om het Witte Huis te heroveren.

In 1968 wilde de democratische vice-president Hubert Humphrey naar de kiezer met een vredesplan voor Vietnam, waar de Amerikanen al een paar jaar in een verschrikkelijke oorlog verwikkeld waren. De termen Vietcong, Saigon en Haiphong behoorden toen tot de courante woordenschat van scholieren.

In 1968 begonnen er in Parijs rechtstreekse gesprekken tussen Noord-Vietnam en de Verenigde Staten. Zuid-Vietnam en de Vietcong bleven buiten de onderhandelingen en hadden geen andere keuze dan het eventuele bestand of akkoord te aanvaarden.

De zelfs toen al niet echt piepjonge diplomaat Henry Kissinger behoorde tot het team van onderhandelaars, maar ook tot de campagneploeg van de republikeinen. Kandidaat Nixon kreeg elke avond een keurig verslag van de voortgang van de gesprekken waarna hij de Zuid-Vietnamese bondgenoot inlichtte. Saigon verwierp een akkoord bij voorbaat.

Humphrey moest zonder verdrag naar de kiezer en verloor. De oorlog in Vietnam duurde nog 7 jaar en eiste miljoenen mensenlevens extra en een totale verwoesting van het straatarme land. Henry Kissinger kreeg in 1973 de nobelprijs voor de vrede.

Nixon en Watergate

Hoewel Nixon met vertrouwen de stembusslag van 1972 tegemoet kon zien, stemde hij toch in met een inbraak in het Watergate-gebouw, het hoofdkantoor van de democratische campagne. Daar viel nuttige informatie te rapen over de democratische favoriet Edmond Muskie.

De republikeinen waren vanaf dan Muskie altijd een stap voor, de democraten nomineerden uiteindelijk de onverkiesbare progressief George McGovern.

Nixon en running mate Spiro Agnew haalden het maar Watergate kwam snel bovendrijven dankzij het speurwerk van onderzoeksjournalisten Bob Woodward en Carl Bernstein van de Washington Post. Het volstond niet om Spiro Agnew wegens fraude in een andere zaak te vervangen door Gerald Ford.

Nixon verloor de impeachment-afzettings-procedure, hij zei nog “I’m not a crook” en verdween in de coulissen in 1974. De niet-verkozen Gerald Ford nam zijn intrek in de Oval Office.

Reagan: Gijzelaars te laat vrijlaten

Ford verloor tegen de democraat Jimmy Carter in 1976. Carter kreeg af te rekenen met de islamistische revolutie in Iran. Zeker toen in november 1979 zogenoemde studenten, onder hen vermoedelijk de latere president Ahmadinejad, die zijn kleren betrok in de Wibra, ruim 60 Amerikaanse diplomaten 444 dagen gijzelden in Teheran, zag het er voor Carters herverkiezing barslecht uit.

De militaire reddings-actie “Operation Eagle” mislukte knullig, helikopters stortten neer, 8 Amerikanen sneuvelden, en gesprekken sleepten aan.

Hoe kon dat? Die gijzeling lag de ayatollahs nochtans zwaar op de maag want vanaf september 1980 was Iran in oorlog met Irak. Verklaring is dat de republikeinse kandidaat Reagan al in 1980, nog voor zijn verkiezing dus, Iran-Contragate, dat maar tijdens zijn tweede ambtsperiode tot volle ontplooiing kwam, op gang bracht.

Belangrijk onderdeel van dat schandaal was de belofte van wapenverkoop aan Iran. Niet onbelangrijk neven-aspect was de vraag van het Reagan-team aan Khomeiny om de gijzelaars niet vrij te laten voor de verkiezingsdag.

Dat gebeurde uiteindelijk in januari 1981, enkele uren voor Reagan de eed aflegde. Een hulpeloze Carter kon als laatste beleidsdaad alleen maar de bevrijde Amerikanen opwachten op de luchthaven.

Ponskaarten

Tijdens de 8 jaar Bill Clinton werden de republikeinen erg ongeduldig, zeker toen peilingen wezen op een mogelijke overwinning voor de ecologisch bevlogen Al Gore.

Democraat Al Gore behaalde enkele tienduizenden stemmen méér dan George Bush junior. Maar Dubya won de verkiezing in Florida, dankzij een burleske klucht met stembiljet-ponskaarten, waarna een bikkelharde juridische strijd volgde, geleid door republikeins zwaargewicht James Baker.

Stemcomputers onderzoeken

Uiteraard hebben al die machinaties niets met elkaar te maken en is er van een republikeins superbrein dat verkiezingsresultaten manipuleert geen sprake. En hoe de wereld er zou uitzien als alleen democraten president werden, is een hypothetische vraag. Nooit vergeten dat John Kennedy de Vietnam-oorlog in gang zwengelde, en dat Johnson die strijd liet escaleren.

Maar toch knaagt er iets. Het zou dus evident zijn om de bevindingen van computerwetenschappers over mogelijk hacken van onvoldoende beveiligde stemcomputers op zijn minst ernstig te onderzoeken.

Hillary behaalde hoe dan ook 2 miljoen stemmen meer dan Donald. Misschien toch wat voorzichtig zijn met termen als een omwenteling van het volk, en een nederlaag voor de elite en het establishment…

Meest gelezen