VN klaagt mensenrechtenschendingen in Congo aan

De Congolese veiligheidsdiensten hebben vorige maand ten minste 48 burgers doodgeschoten, levend verbrand of doodgeslagen. Dat schrijft de Mensenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties in een rapport over de rellen in de Congolese hoofdstad Kinshasa, op 19 september.

Volgens de VN zijn er van 19 tot en met 21 september in totaal 422 gevallen van mensenrechtenschendingen geweest. Die zijn begaan door de ordetroepen zelf, of door bendes in opdracht van de ordediensten. "Dit is schandalig en wakkert alleen maar de sowieso al explosieve situatie aan", zegt Zeid Ra'ad Al Hussein, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN.

Het VN-rapport meldt ook dat er verschillende geloofwaardige berichten zijn dat de Congolese autoriteiten doelbewust hakmessen en geld hebben uitgedeeld aan een honderdtal jongeren, met de bedoeling dat die de betoging op 19 september zouden verstoren.

Naast de burgerslachtoffers zijn ook vier politieagenten levend verbrand of doodgeslagen door betogers. Die hebben ook de partijhoofdkwartieren van de regeringspartijen in brand gestoken.

Het Internationaal Strafhof heeft deze week ook een delegatie naar Kinshasa gestuurd. Die heeft alle partijen in Congo gewaarschuwd de komende maanden terughoudend te zijn en hen erop gewezen dat mensenrechtenschendingen door het Hof in Den Haag kunnen worden vervolgd.

De betoging van 19 september in Kinshasa ging uit van oppositieleider Etienne Tshisekedi en was gericht tegen het uitstel van de presidentsverkiezingen in Congo, waardoor president Joseph Kabila de facto langer aan de macht kan blijven dan toegelaten door de Congolese grondwet.

Intussen heeft de Congolese regering een akkoord gesloten met één oppositiepartij. Dat bepaalt dat er een overgangsregering komt onder leiding van Vital Kamerhe, de leider van die oppositiepartij. De presidentsverkiezingen zelf zouden dan in april 2018 worden gehouden, en tot dan zou president Joseph Kabila staatshoofd blijven. 

Meest gelezen