Waarom CETA al dagen het nieuws beheerst, in vier vragen

Vier letters beheersen nu al dagen de actualiteit: CETA, het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada. Wallonië duwt op de Europese rem en houdt zo in zijn eentje het verdrag voorlopig tegen. Maar wat houdt CETA in? En wat zijn de argumenten pro en contra?

Wat betekent CETA?

CETA staat voor Comprehensive Economic and Trade Agreement (Brede en Economische Handelsovereenkomst), een 1.600 pagina's handelsverdrag onderhandeld tussen de Europese Unie en Canada.

Wanneer Canadese producten de EU binnenkomen of omgekeerd, worden daar op dit moment invoerrechten op betaald. Met het handelsverdrag komt daar een einde aan.

Maar CETA gaat veel verder dan een traditioneel vrijhandelsakkoord. De ambitie is om alle belangrijke handelsbarrières af te schaffen: zo moet CETA het onder meer makkelijker maken om investeringen en overheidsopdrachten te doen tussen de EU en Canada,en ook technische handelsbelemmeringen en drempels op gebied van intellectuele eigendom moeten verdwijnen.

De Europese Commissie onderhandelt sinds 2009 met Canada over het handelsverdrag. Vijf jaar later raakten beide machten het eens over alles en werd CETA voorlopig ondertekend. Op 5 juli van dit jaar, nadat de tekst uitvoerig was nagelezen door juristen, maakte de Europese Commissie bekend dat de tekst rijp was voor definitieve goedkeuring.

Wat zeggen de voorstanders?

Met uitzondering van Wallonië en Brussel zijn alle Europese landen voorstander van CETA.

Volgens de voorstanders zal het verdrag meer jobs en economische groei creëren, omdat de handelsbarrières verdwijnen. Verwacht wordt dat Europese bedrijven ook makkelijker zullen concurreren met Amerikaanse bedrijven op de Canadese markt, tussen de VS en Canada bestaat al vrijhandel.

Voor Canada is de Europese Unie een bijzonder belangrijke handelspartner, en België heeft daarin een niet te verwaarlozen aandeel. Bovendien zou vooral Vlaanderen kunnen profiteren van het akkoord aangezien het verantwoordelijk is voor meer dan 80 procent van de Belgische export.

Wat vinden de tegenstanders?

Maar er zijn ook tegenstanders. En dan gaat het heus niet alleen om Wallonië en Brussel. In heel Europa protesteren vakbonden, consumentenorganisaties en ngo's.

Zij betwisten onder meer de groeicijfers die worden vooropgesteld door de voorstanders van CETA. Ze vrezen ook dat het akkoord zal leiden tot een verzwakking van de Europese regelgeving op gebied van milieu en voedselveiligheid.

Een van de voornaamste struikelblokken is echter het aparte rechtssysteem dat in het verdrag is voorzien voor buitenlandse investeerders, die dankzij dat systeem overheden kunnen aanklagen als die wetten invoeren die in strijd zouden zijn met het verdrag. Onder druk van de kritiek is dat systeem al enigszins aangepast, maar volgens de tegenstanders krijgen multinationals zo nog te veel macht.

Hoe komt het dat Wallonië CETA kan tegenhouden?

Canada is voor, de Europese Unie is voor, en ook federaal België is voor. Maar Waals minister-president Paul Magnette (PS) wil zijn toestemming niet geven. Het Brussel Parlement gaf al eerder rood licht. Hoe kan een kleine regio zo'n groot akkoord tegenhouden?

In principe is het alleen de Europese Unie die handelsverdragen onderhandelt en sluit. Al van bij de oprichting van de EEG in 1957 hebben de lidstaten hun bevoegdheid overgedragen aan Europa. De lidstaten kijken wel mee over de schouder van de Europese Commissie en konden zo ook in CETA uitzonderingen bedingen.

Maar aangezien de nieuwe generatie vrijhandelsakkoorden - en dus ook CETA - veel verder gaan dan een klassiek akkoord, worden ze bestempeld als een gemengd akkoord. Dan is niet alleen de EU bevoegd, maar moeten ook de nationale parlementen en regeringen hun groen licht geven.

En daar komt het Belgische staatsbestel in het spel. De federale regering is voorstander van CETA. Maar handelsverdragen gaan ook over materies die onder de bevoegdheid van de deelstaten vallen, en die moeten dan wettelijk gezien elk apart hun groen licht geven aan de federale minister. Vlaanderen deed dat al, maar Wallonië houdt dus voorlopig het been stijf.

Meest gelezen