Helft koffieoogst bedreigd door klimaatverandering

Als de opwarming van de aarde aan het huidige tempo blijft doorgaan, zou de oppervlakte die bruikbaar is voor de productie van koffie, tegen 2050 met de helft verminderen. Het inkomen van 120 miljoen mensen wordt daardoor bedreigd.

Uw bakje troost is niet alleen: dagelijks worden er wereldwijd 2,25 miljard kopjes koffie verbruikt. Koffie is daarmee na aardolie het belangrijkste verhandelde goed voor ontwikkelingslanden, goed voor een markt van 19 miljard dollar vorig jaar. Meer dan 25 miljoen koffieboeren -meestal kleine en arme producenten- kweken en oogsten de bonen. Wereldwijd werken 125 miljoen mensen in 70 landen in de koffiehandel.

Koffie wordt ook alsmaar populairder. Sinds de jaren 60 is de productie meer dan verdrievoudigd en jaarlijks stijgt de consumptie met vijf procent. Aan die groei dreigt echter binnenkort een einde te komen door de opwarming van de aarde.

De voorbije jaren hebben toplui van koffieconcerns zoals Starbucks en Lavazza al de noodklok geluid over de risico's daarvan voor de koffieteelt. Nu blijken die kopzorgen bevestigd te worden door het  rapport "A Brewing Storm" van het Climate Institute in de Australische stad Sydney op vraag van fairtrade-organisaties in Australië en Nieuw-Zeeland.

De voorspellingen zijn ronduit alarmerend: als de klimaatverandering aan het huidige tempo doorgaat, is het areaal dat geschikt is voor de productie van koffiebonen tegen 2050 met de helft verminderd. Dat zou het inkomen van tientallen miljoenen kleine koffieboeren kunnen bedreigen, maar ook de kwaliteit, het aroma en de prijs voor de consument. In dat scenario dreigt koffie een luxeproduct te worden voor "happy few", maar dan wel een van slechte kwaliteit.

Ziektes, droogte, milieuschade

Koffiebomen groeien niet zomaar overal ter wereld. Het zijn erg gevoelige planten en die voelen zich bijna enkel thuis in de "Bean Belt" die zich over 70 landen langs de evenaar uitstrekt van Latijns-Amerika, Centraal-Afrika tot Zuidoost-Azië en dan nog wel op een bepaalde hoogte. De belangrijkste producenten zijn Brazilië, Vietnam, Colombia, Ethiopië en Indonesië.

De voorbije jaren heeft de klimaatverandering daar al tot heel wat schade geleid. In Brazilië, Centraal-Amerika, Mexico en Colombia is de productie de voorbije jaren al fors teruggevallen door droogte en ziektes zoals bladerroest (foto in tekst) die de planten aantast. Ook in Vietnam, Tanzania en Ethiopië leiden warmere temperaturen tot meer droogte, schrale planten met mindere opbrengst.

Die problemen zouden de volgende decennia enkel nog toenemen. De landen die het meest bedreigd worden, zijn ook diegenen die veel van de koffie-export afhangen zoals Honduras, Nicaragua, Guatemala, Burundi en Vietnam.

De bonen worden niet enkel bedreigd door insecten en ziektes en droogte. Tegen 2080 zou de wilde variëteit van bonensoorten zoals arabica en robusta in het wild kunnen uitsterven. Dat heeft gevolgen voor de biodiversiteit, maar ook voor het kweken van nieuwe en sterkere variëteiten. Arabica is toch al een kwetsbare plant, robusta is zoals de naam aangeeft sterker, maar heeft minder smaak.

Boeren zoeken nu al hogere en koelere gebieden op en dat leidt dan weer tot ontbossing, onder meer in Zuidoost-Azië, wat de verschraling en de klimaatverandering nog meer in de hand werkt.

Sociaal drama in arme gebieden

Als consument zal u in de toekomst wellicht flink meer moeten betalen voor een koffie die veel van zijn smaak en aroma verloren zal hebben. Dat is echter niets vergeleken met het sociaal bloedbad dat in armere koffieproducerende landen zal aangericht worden.

De voorbije jaren hebben in Latijns-Amerika al 350.000 mensen hun baan verloren in de koffieplantages. De meeste van die koffieboeren en -handelaars zijn kleine zelfstandigen en zijn weinig of niet georganiseerd, vooral dan in Oost-Afrika waar de opwarming wellicht het hardst zal toeslaan.

Het verlies van banen en inkomsten zal arme producenten volledig onderuit halen, zou tot ontvolking van het platteland kunnen leiden of tot conflicten over het bezit van land. De onderzoekers vrezen ook dat de toch al grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen zou vergroot worden omdat vrouwen -in veel culturen traditionele waterdragers- verder en langer zouden moeten lopen met kruiken, wat gevolgen heeft voor gezondheid en onderwijs voor hun kinderen.

Meest gelezen