Dodental bij poging tot staatsgreep in Turkije loopt op tot 265

Rond 22 uur gisterenavond doken in verschillende Turkse steden - waaronder Istanbul en de hoofdstad Ankara - grote groepen militairen op. Hun doel: de regering van president Recep Tayyip Erdogan laten vallen. Die zou volgens de coupplegers een te autoritair bewind voeren. Strategische plekken - zoals luchthavens, bruggen en staatszender TRT - werden ingenomen, er vlogen gevechtsvliegtuigen over het land en er waren schoten en ontploffingen te horen.

Uiteindelijk slaagden de militairen niet in hun opzet, onder meer omdat burgers - na een oproep van president Erdogan - op straat waren gekomen om te protesteren. Bij de onlusten vielen doden en gewonden.

"De afgelopen uren zijn ruim 190 doden gevallen", zo meldde vanochtend generaal Umit Dundar, de kersverse -en door Erdogan aangeduide- stafchef van het Turkse leger. De vorige stafchef werd een tijdlang gegijzeld door de putschisten. Vanavond is dat cijfer al gestegen tot 265 dodelijke slachtoffers, 161 van hen zouden gewone burgers en politieagenten zijn, de rest putschisten. In beide kampen vielen ook 1.440 gewonden.

De coupplegers zouden vooral uit de luchtmacht en de militaire politie afkomstig zijn. Het leger is nu naar eigen zeggen vastberaden de putschisten uit hun rangen te verwijderen. Een vertegenwoordiger van de overheid liet vanochtend weten dat 2.839 militairen zijn opgepakt.Een vertegenwoordiger van de overheid liet vanochtend weten dat 2.839 militairen zijn opgepakt.