"Tegen 2019 dreigt verlies van 26.000 jobs in bouwsector"
Volgens de Mûelenaere zal de regering hierdoor tegen een correctie van 1,3 miljard euro aankijken. "Met elke verloren baan in de bouw verliest de overheid 33.000 euro aan inkomsten", klinkt het.
De regering erkent dat door de invoer van "gedetacheerde buitenlandse arbeidskrachten" de banen van eigen arbeiders in het gedrang komen. Het aantal Limosa-meldingen voor bouwactiviteiten uitgeoefend door buitenlandse werknemers steeg van 157.000 eenheden in 2011 naar 394.000 in 2015, een stijging met 25 procent. Omgerekend betekent dit dat die buitenlandse werknemers een werkgelegenheidsvolume vertegenwoordigen van 41.000 voltijdse eenheden per jaar tegenover 16.000 in 2011.
In het kader van de taxshift kwam er het formele engagement van de regering-Michel om de loonkosten met 600 miljoen euro in de bouwsector te verlagen. "Maar wanneer treden die steunmaatregelen in werking?", vraagt de Confederatie zich af. "In 2020? Dan zal het te laat zijn voor de werkgelegenheid in de bouwsector, én voor de overheidsfinanciën."
Sinds eind 2011 bedraagt de groei van de bouwactiviteit 4,3 procent. Voor 2015 bedroeg ze 1,6 procent, meer specifiek in het segment nieuwbouw was er een groei van 2 procent. Voor volgend jaar wordt een daling verwacht. Het segment renovatie groeide met een lichte 2,5 procent en de niet-woningbouw zakte met 3 procent.
"De marges zijn met minder dan 4 procent zo laag dat de rentabiliteit van de Belgische bedrijven in het gedrang komt", zegt Robert de Mûelenaere. Hij vreest voor een "nieuw economisch model" waarbij de investeringen naar het buitenland verdwijnen en onze jongeren niet meer in de bouw willen werken.