Robert Stigwood: Bee Gee forever

Robert Stigwood is overleden. Hij was een legende in de wereld van de populaire muziek. De Australische manager en producer werd 81. Een portret.

Op z’n twintigste verhuisde Stigwood van Australië naar Engeland. Na twaalf stielen en dertien ongelukken richtte hij een klein theaterbureau op dat hem vrij snel naar de muziekwereld zou leiden. Eén van de acteurs, John Leyton, maakte de succesvolle knaller "Johnny remember me", een productie van Stigwood en zijn zakenpartner, producer Joe Meek. Samen gelden ze als de eerste onafhankelijke platenproducers in Engeland: ze beslisten zelf hoe een plaat moest klinken en boden het afgewerkte resultaat aan platenfirma’s aan.

Live Nation avant la lettre

De aanpak van Stigwood was behoorlijk revolutionair voor de Britse muziekwereld - die samen met de Amerikaanse ook toen al de toon aangaf. Met zijn eigen firma stond hij in voor alle aspecten van de carrière van een artiest: hij leidde de carrière van z’n poulains in goeie banen (manager), boekte de optredens (impresario), publiceerde hun muziek (uitgever), leidde hun plaatopnames in de studio (producer) en verzorgde de promotie van de artiest, z’n optredens en z’n platen: Live Nation avant la lettre.

Stigwood was even boekingsagent voor The Who, werkte samen met collega Brian Epstein, manager van The Beatles en lanceerde de internationale carrière van Eric Clapton voorgoed, toen die met z’n sixtiesgroep Cream de wereld veroverde.

The Bee Gees

Het échte werk begon toen de Britse broertjes Gibb, na jaren verblijf in Australië en hun eerste succes daar, naar Engeland terugkeerden. Robert Stigwood ontfermde zich over hen en binnen het jaar – in 1967 – hadden ze verschillende tophits, waaronder de internationale nummer één "Massachusetts". “Dat ik The Bee Gees "tekende" was zo evident voor mij, alleen al om hun schrijftalent”, zou hij daar later over zeggen. Aanvankelijk brachten The Bee Gees hun platen uit op Polydor, vanaf hun "tweede carrière", in de jaren zeventig, zouden ze de belangrijkste artiesten worden op RSO, het platenlabel van The Robert Stigwood Organisation.

"Saturday night fever"

Stigwood had ook een neus voor grote muzikale evenementen van toen: hij was betrokken bij de productie/tournees van de hitmusicals "Hair" en "Jesus Christ superstar". Hij was ook producer van de filmversie van "Jesus Christ superstar" én van de film "Evita", ook al naar een succesvolle musical van Sir Andrew Lloyd Webber en Tim Rice. Om de filmversie van de rockmusical "Tommy" (met het werk van The Who) niet te vergeten.

Maar dé klapper van Robert Stigwood werd "Saturday night fever", een film uit 1977 die dreef op de muziek van de Bee Gees nieuwe stijl: bijzonder knap gemaakte discomuziek. En op het danstalent van John Travolta natuurlijk.

Rond "Saturday night fever" maakte Robert Stigwood de deal van z’n leven. Paramount Pictures, dat de film verdeelde, maakte niet zo veel promotie rond de film, want ze geloofden daar niet dat hij echt veel kon opbrengen. "Hoeveel denken jullie dat die film oplevert?", vroeg Stigwood aan Paramount Pictures. "18 miljoen dollar" (16,75 miljoen euro) was het antwoord. Waarop Stigwood een deal met hen sloot: de eerste 18 miljoen dollar was voor Paramount. De rest voor Stigwood. "Saturday night fever" bracht uiteindelijk zo’n 282 miljoen dollar (262 miljoen euro) op…

Nog beter verging het de volgende Stigwood-film: "Grease". Die muzikale film uit 1978 met Olivia Newton John en John Travolta bracht een kleine 400 miljoen dollar (372 miljoen euro) op.

"Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band"

De grootste flop uit de carrière van Stigwood was de film "Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band", ook uit 1978, waarin onder meer The Bee Gees het repertoire van de Beatles nakweelden, dit tegen hun zin, maar voor iemand die hun carrière tot zulke hoogtes had gestuwd, hadden ze dat wel over.

Het overlijden van Robert Stigwood werd bekendgemaakt door z’n petekind, Spencer Gibb, zoon van Robin – Bee Gee – Gibb. Here’s to you, Robert Stigwood:

Meest gelezen