Zwin ondergaat gedaanteverwisseling

Het Zwin: wie is er eigenlijk niet op schoolreis geweest? Maar een waarschuwing is op z’n plaats: wie deze zomer het natuurreservaat bezoekt, zal het nog nauwelijks herkennen.

Het Zwin was lange tijd een stukje natuurkundige archeologie. Er leek niets veranderd sinds Léon Lippens van het roemruchte geslacht en de Compagnie du Zoute het natuurreservaat in Knokke oprichtte. De man achter het immobiliënbedrijf was een fervent vogelliefhebber en stichtte het Zwin in 1952.

In die tijd was het reservaat, 150 hectare groot, totaal vernieuwend en toonaangevend voor Europa. Wat ooit een verbinding was tussen Brugge en de zee, was door de langzame verzanding een paradijs voor de natuur geworden. Door de getijden met zout water ontstond een unieke plantengroei en voor trekvogels is het Zwin sindsdien de ideale tussenstop op weg van en naar het zuiden.

Decennia lang kon je het reservaat in originele staat bezoeken. Vroeger mocht je er zelfs nog de befaamde paarse zwinneblomme plukken, het lamsoor. Wie goed rondkeek, zag de restanten van een oude landingsbaan en iets wat ooit een koninklijke villa was. Ik herinner me ook een bizar doolhof van vogelkooien en een aftandse cafetaria. Maar de gids maakte veel goed: niemand kon sappiger vertellen over de kiekendief en de steltloper dan Guido Burggraeve, vorig jaar overleden.

Maar bij een toekomstig bezoek zult u tevergeefs zoeken naar deze herkenningspunten. Alles is met de grond gelijk gemaakt en er verrezen maar liefst drie nieuwe bouwwerken. De Compagnie du Zoute heeft het reservaat in 2006 verkocht aan de provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse overheid. Die hadden grootse bouwplannen. Maar zelfs binnen de overheid gaat het binnenrijven van vergunningen blijkbaar moeizaam, want de werken gingen pas in 2013 van start.

Zeeuwse schuur

Na een ontwerpwedstrijd mochten de architecten Coussée en Goris aan de slag gaan. Zij ontwierpen twee grote gebouwen die er van buitenaf moeten uitzien als een “Zeeuwse schuur”. Denk dus aan laagbouw in donker, bruin hout.

Er is een bezoekerscentrum met cafetaria, een winkel en volop ruimte voor tentoonstellingen. Daarnaast staat een centrum voor natuureducatie waar scholen en verenigingen straks allerlei randactiviteiten kunnen organiseren, tot knutselen en koken aan toe.

Het oude natuurpark met wandelpaadjes langs metalen kooien heeft plaatsgemaakt voor een open ruimte met verschillende themahutten voor vogelspotters, allemaal te overzien vanaf een uitkijktoren.

En dan is er nog een bijzonder kijkcentrum, helemaal verscholen in een nieuw aangelegde dijk. Vanuit dat centrum kun je naar de bekende Zwinvlakte kijken vanachter glas. De dijk lijkt een soort betonnen bunker. Hij is hypermodern en volgens deskundigen het best beveiligd stukje zeewering aan onze kust, want aangelegd volgens de strengste Nederlandse normen.

Wat heeft dit allemaal gekost, zult u zich afvragen. 24 miljoen euro, 19 miljoen daarvan is voor rekening van de provincie West-Vlaanderen. U en ik zullen dit dus betalen. Het zal zaak zijn er dus ook van te genieten.

Ontpoldering

Tot de opening, tegen 1 juli, is het Zwin beperkt toegankelijk. Maar ook dan is het Zwin nog niet af, integendeel. Er beginnen dan grote uitbreidingswerken voor het eigenlijke natuurreservaat. Om de natuur meer ruimte te geven en om ons beter te beschermen tegen de zee wordt het reservaat met maar liefst 120 hectare landinwaarts uitgebreid.

Het grootste deel van de uitbreiding gebeurt op Belgisch grondgebied, daar worden polders ingelijfd. Er komt ook een nieuwe, sterke dijk van bijna 4 kilometer waarover je naar Nederland kan fietsen en terug.

In het gebied worden nog meer fiets- en wandelpaden aangelegd. Deze uitbreiding begint volgend jaar en zal ruim 3 jaar in beslag nemen, maar bezoekers zullen er geen hinder van ondervinden. Het kleine West-Vlaamse reservaat van weleer krijgt een grootse Europese toekomst.

Meest gelezen