Israël houdt joodse extremist vast zonder proces
Israël neemt de eerste stappen voor een nultolerantiebeleid tegenover joodse extremisten. De laatste maanden zijn er verschillende incidenten geweest die erop wijzen dat het joodse extremisme toeneemt. In juni was er een aanslag tegen een katholieke kerk aan het Meer van Galilea, vorige week stak een joodse extremist zes deelnemers aan een pride-optocht in Jeruzalem neer en overleed een Palestijnse peuter op de Westelijke Jordaanoever. Het huis van zijn ouders was in brand gestoken, naar alle waarschijnlijkheid door extremistische kolonisten.
Blijkbaar beseft de Israëlische overheid dat het zo niet verder kan. Premier Benjamin Netanyahu omschreef de brandstichting op de Westelijke Jordaanoever al als een terroristische daad. President Reuven Rivlin bezocht de overlevende slachtoffers in het ziekenhuis en vroeg zich openlijk af of de daders hun menselijkheid hadden verloren.
En het is niet bij woorden gebleven. Minister van Defensie Moshe Yaalon heeft een eerste bevel tot administratieve aanhouding ondertekend tegen een joodse extremist. Het gaat om de 23-jarige Meir Ettinger, de kleinzoon van de radicale rabbijn Meir Kahane, wiens Kach-partij door de Verenigde Staten als een terroristische organisatie wordt bestempeld. Zelf pleitte Kahane voor de uitzetting van alle Arabieren uit Israël, maar zijn volgelingen lijken alsmaar radicaler te worden en schuwen geweld niet langer.
Meir Ettinger is nu aangehouden wegens zijn betrokkenheid bij een "extremistische joodse organisatie" die loutering nastreeft door aanvallen tegen christelijke en Palestijnse doelwitten. Hij wordt voor zes maanden opgesloten zonder enige vorm van proces, een maatregel die in het verleden door mensenrechtenorganisaties is bekritiseerd.