CD&V en de (on)deugd van het compromis - Dries Deweer

Geen noemenswaardige vermogenswinstbelasting, geen belasting op huurinkomsten, geen indexsprong voor de huurprijzen. Wel fiscale regularisatie en een hoop extra lasten op consumptie. CD&V heeft alweer weinig reden om trots te zijn op de inhoud van een akkoord.
opinie
Opinie
Copyright: www.FOTOBEN.be

Dan maar trots zijn op het feit dat er een akkoord is, zo luidt de ondertussen klassiek geworden redenering. In zijn reacties benadrukt Wouter Beke dat de taxshift er wat hem betreft anders had mogen uitzien. Het probleem is dat die dekselse coalitiepartners tegenwerken. In die moeilijke omstandigheden houden de christendemocraten vast aan de nobele deugd van de compromisbereidheid. Of is dat wat ze zichzelf wijsmaken?

Compromisbereidheid

Wat betekent dat, de deugd van de compromisbereidheid? Aristoteles definieerde de deugd als “een karakterhouding die ons in staat stelt een keuze te maken en die het midden houdt met betrekking tot ons, een midden dat bepaald wordt door de rede, dat wil zeggen, zoals een verstandig mens het zou bepalen.

Om te beginnen is het een karakterhouding, dus geen toevallige handelswijze, maar een spontane manier van doen die door opvoeding en gewoonte ingebakken is. Het is meer bepaald een houding die het midden kiest tussen twee uitersten. In het geval van de compromisbereidheid gaat het om het midden tussen een totaal gebrek aan ruggengraat en de onbuigzaamheid van een betonblok. Dat midden is bovendien niet willekeurig. Het is de gulden middenweg, de redelijke, wijze manier van handelen.

De cruciale vraag is dus of een compromis wel redelijk is. Dat hangt af van je doelstellingen. Je wil iedereen meekrijgen, maar je wil ook je doel bereiken. Met de borst vooruit op je doel afstormen heeft weinig zin als iedereen je de rug toekeert. Het is met andere woorden niet wijs om zo hard vast te houden aan je principes dat je ze vergeet te realiseren.

Maar het is even onredelijk om bij de minste weerstand te plooien. Je wil immers evenmin hand in hand de verkeerde kant op. Compromisbereidheid is dus de kunst om akkoorden te sluiten die de samenleving in de juiste richting brengen, zo ver als mogelijk in de gegeven omstandigheden. Daarvoor moet je keuzes maken, zonder je oriëntatiegevoel kwijt te raken.

Bouwmeesters

Compromisbereidheid zit in het DNA van de christendemocratie. Dat heeft veel te maken met de historische context waarbinnen het christendemocratische denken tot ontwikkeling kwam. De CVP werd opgericht in 1945, vlak na de Tweede Wereldoorlog. De samenleving moest worden heropgebouwd en de christendemocraten hadden de ambitie bouwmeester te zijn.

Ze hadden een plan over hoe die nieuwe samenleving er moest uitzien. Het moest een verzorgingsstaat worden, met sociale zekerheid en sociaal overleg als fundament. Maar in dat plan was ook opgenomen hoe er aan die samenleving gebouwd moest worden. Niet met revolutie of geweld, zo veel had de ervaring met fascisme en communisme wel duidelijk gemaakt. Wel met dialoog en met een geleidelijke overgang naar een nieuwe maatschappelijke consensus.

De zin voor compromis die de christendemocraten zou gaan kenmerken stond dus in het teken van een ruimer plan. Het geven en nemen gebeurde niet willekeurig, maar met de lange termijn voor ogen. Het is die langetermijnvisie die de echte compromisbereidheid kenmerkt: aan de hand van een duidelijk plan verstandige keuzes maken, weten welke eisen in te slikken en welke door te drukken, beseffend dat perfectie de vijand van het goede is.

De ontwikkeling van onze samenleving in de tweede helft van de twintigste eeuw getuigt van die deugdzame politiek. De christendemocratische bouwmeesters hebben beetje bij beetje hun plan gerealiseerd. Perfect was het niet, goed was het wel.

Slopers

Vandaag zijn niet langer de bouwmeesters, maar de slopers aan de macht. Liberalen en Vlaams-nationalisten zijn erop gebrand de sociale zekerheid en het sociaal overleg aan banden te leggen. De compromissen die de christendemocraten sluiten getuigen niet langer van de ambitie een betere samenleving te bouwen.

Tegenwoordig zijn ze tevreden met de rol van kiezel in de schoen van de slopers. “Zonder ons was het nog erger” is de nieuwe leuze. Is compromisbereidheid in die context nog steeds een deugd?

De definitie van Aristoteles leert ons dat de deugd een houding is die ons niet zomaar bepaalde keuzes laat maken, maar juist de redelijke keuzes, zoals een wijs mens het zou bepalen. Een redelijk compromis sluiten kan echter niet zonder een plan. Schuilt er vandaag nog een plan achter de compromisbereidheid van CD&V, of is het eerder de macht der gewoonte, of liever: de gewoonte der macht?

CD&V verschuilt zich achter de verkiezingsresultaten om het gebrek aan daadkracht te vergoelijken. “Geef ons terug meer electoraal gewicht en dan zullen we wel beter presteren”, is de teneur. Kiezers moet je echter overtuigen. Dat doe je niet door te blijven aanmodderen. Mensen weten immers niet meer waar CD&V naartoe wil.

Als ze nu eens duidelijk maken wat de christendemocratische invulling is van een welvarende, solidaire, ecologisch verantwoorde en rechtvaardige toekomst, dan slaan ze twee vliegen in één klap. Niet alleen kunnen ze ons misschien enthousiasmeren met dat project, maar dan kunnen we meteen ook inschatten of we hun compromisbereidheid nog steeds als een deugd mogen beschouwen.

(Dries Deweer is politiek filosoof. Hij is als aspirant van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen