ULB-vorsers activeren "slapende cellen" van hiv
De behandeling met aidsremmers voor patiënten die besmet zijn met het hiv-virus, is een grote sprong voorwaarts, maar toch blijft er een groot probleem bestaan: ondanks een lange en efficiënte anti-hiv-behandeling blijven er besmette cellen latent aanwezig in de patiënten en die vormen een zogenaamd "viraal reservoir".
Het virus schakelt dus over naar een niet actieve modus en is niet zichtbaar voor de afweermechanismen van de patiënt. Het virus in de celreservoirs kan echter gereactiveerd worden door bepaalde stimuli en de cellen worden dan een permanente bron van virusproductie, wanneer de behandeling wordt stopgezet.
De reservoirs hebben ook een lange levensduur: geschat wordt dat het meer dan 60 jaar zou duren om ze uit te schakelen. Ze vormen dus een belangrijke hinderpaal voor de volledige uitroeiing van het virus.
Een van de grootste uitdagingen in het hiv-onderzoek is dan ook om die cellenreservoirs uit te schakelen. Het team onderzoekers van de ULB heeft nu ontdekt dat het toedienen van een bepaalde reeks moleculen het latente virus reactiveert, terwijl bij de patiënt de anti-hiv-behandeling wordt voortgezet. De cellenreservoirs worden dan herkend als besmet en ze kunnen vervolgens door het afweersysteem van de patiënt worden vernietigd.
Het team van de afdeling moleculaire virologie van de Franstalige Brusselse universiteit ULB, onder leiding van professor Carine Van Lint, heeft voor deze doorbraak samengewerkt met de teams van professor Olivier Rohr van de Université de Strasbourg en Christine Rouzioux van de Université Paris-Descartes en het Hôpital Necker-Enfants Malades.
Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift "Plos Pathogens".