Mullah Omar, leraar van de "taliban"

Mullah Omar Mohammed was de bezieler en stichter van het "islamitisch emiraat" van de taliban in Afghanistan, een hardhandige en ideologisch extremistische moslimstaat. De steun voor de terreurgroep Al Qaeda zou het talibanregime echter fataal worden.

Wanneer Mullah Omar geboren werd, is niet duidelijk, maar zijn familie kwam uit de streek rond Kandahar in het erg conservatieve zuiden van het land. Dat zuiden wordt gedomineerd door de Pasjtoen of Pathanen, de grootste bevolkingsgroep van Afghanistan die er traditioneel de lakens uitdeelde en die ook over de grens in Pakistan woont.

Van de ietwat schimmige Mullah Omar is weinig bekend, behalve dat hij in een fundamentalistische groep van "moedjahedien" vocht tegen de Sovjetinvasie van Afghanistan (1979-1988). Op het einde van die oorlog verloor hij overigens een oog door een granaatscherf. Het was meteen het einde van zijn militaire "carrière". 

Omar Mohammed ging dan islamitisch recht en theologie studeren, werd een moellah (geestelijke) en stichtte zijn religieuze school, waar hij de doctrine van zijn latere beweging ontwikkelde. Hij nam geen deel aan de oorlog van de moedjahedien tegen het marxistische regime dat na de terugtrekking van de Sovjets in Afghanistan aan de macht bleef.

Toen dat regime in 1992 dan toch ten val kwam, gingen de zegevierende, maar toch al erg verdeelde verzetsgroepen elkaar bevechten in een bloedige en uitzichtloze burgeroorlog. Corruptie, wanbeleid en willekeur door krijgsheren deden de vreugde over de zege snel wegebben.

De taliban aan de macht

In dat klimaat was de roep naar "orde" en een "sterke leider" begrijpelijk. In 1994 liet Mullah Omar zijn studenten ("taliban"' in het Pasjtoe) een lokale krijgsheer nabij Kandahar ophangen nadat die enkele jonge meisjes had ontvoerd.

De talibanbeweging groeide snel en presenteerde zich als "de nieuwe orde" tegen de chaos van de krijgsheren. Steeds meer mensen, ook moedjahedienstrijders, sloten zich aan bij de beweging die steeds meer het zuiden van Afghanistan, waar de Pasjtoen in de meerderheid zijn, in handen kreeg. 

In 1996 trokken de taliban onstuitbaar de hoofdstad Kaboel binnen en vestigden ze hun "islamitisch emiraat" in Afghanistan. Mullah Omar hulde zich in een kameelharen mantel die ooit aan de profeet Mohammed zou hebben toebehoord en riep zich uit tot "amir al-mu'minin" ("leider van de gelovigen").

De taliban vestigden een strenge en oerconservatieve wetgeving in hun gebied, waarbij strenge straffen misdadigers en tegenstanders moesten afschrikken. Hun strikte toepassing van de sharia of islamitische wet was afgeleid van de "pasjtoenwali", het normenstelsel van de conservatieve Pasjtoen. In dat systeem werden vrouwen gedwongen zich te hullen in de allesbedekkende "boerka", mochten ze niet meer werken en studeren en werden meisjesscholen gesloten.

Die Pasjtoen-identiteit was tegelijk ook de zwakte van de taliban, die er niet in slaagden om minderheden zoals de Tadzjieken, de Oezbeken of de sjiitische Hazara's in het noorden en centrum van Afghanistan te onderwerpen. Internationaal verloren de taliban alle krediet toen ze begin 2001 de Boeddha-beelden van Bamiyan (foto) verwoestten.

De link met Al Qaeda werd de taliban fataal

Het meest werkten de taliban echter op de internationale heupen toen ze Al Qaeda, de moslimterreurgroep van de Saudi Osama bin Laden, onderdak verschaften. Die bouwde Afghanistan uit tot een basis voor internationale terreuractiviteiten.

In september 2001 sloeg bin Laden een dubbelslag. Zo liet hij eerst de Tadzjiekse verzetsleider Ahmad Shah Massud, een icoon van de strijd tegen de Sovjets en de taliban, vermoorden, nota bene door twee Marokkaanse Belgen. Die moord op hun belangrijkste vijand maakte de taliban schatplichtig aan Al Qaeda.

Twee dagen later pleegde Al Qaeda de terreuraanvallen van 9/11 in de Verenigde Staten. Toen Mullah Omar de uitlevering van Bin Laden aan de VS weigerde, vielen Amerikaanse troepen Afghanistan binnen en verjoegen ze met steun van het Afghaanse verzet (dat van Massud) de taliban uit Kaboel en uit grote delen van Afghanistan. 

Sindsdien voeren de taliban een guerrillaoorlog tegen de internationale troepen en sinds hun vertrek vorig jaar tegen het Afghaanse leger. De dood van Mullah Omar kan de beweging doen uiteenvallen, maar er dreigen nu ook deserties naar de terreurgroep IS, waarvan leider Abu Bakr al-Bagdadi zich naast "kalief" ook heeft uitgeroepen tot "amir al mu'minin". Of hoe een nieuwe fase in de oorlogen in Afghanistan zich lijkt aan te dienen.

Meest gelezen