Noord-Ieren leven nog altijd in twee werelden

Het was het laatste agendapunt van de vredesbesprekingen die zeven jaar eerder begonnen waren. En het was het lastigste onderdeel. Maar op 28 juli 2005, vandaag tien jaar geleden, beval de IRA haar strijders alle wapens in te leveren. De troubles, het conflict dat Noord-Ierland 32 jaar lang in zijn greep hield, was ten einde. De IRA had zichzelf opgeheven en de wereld had er een blauwdruk bij van hoe schier onoplosbare conflicten op te lossen.

Er is geen juichstemming in Belfast, maar er is wel een gevoel van tevredenheid, van prestatie. Als het Midden-Oosten ooit naar Noord-Europa zou kijken, dan zou het zien waar ontwapening toe leidde: eerlijker kansen, grotere gelijkheid en economische groei. Maar wat niemand had kunnen voorspellen, is hoe effectief vroegere aartsvijanden in het regionale parlement Stormont samenwerken.

Het idee van een redelijk functionerende coalitieregering tussen vertegenwoordigers van Sinn Fein, de politieke partij van het IRA die haar kiezers uit de katholieke bevolking haalt, en de van oudsher protestantse unionisten, was tien jaar geleden ondenkbaar.

Nog verrassender was de relatie tussen de recalcitrante dominee Ian Paisley, die er zijn levenswerk van maakte katholieke emancipatie te torpederen, met vicepremier en oud-IRA-commandant Martin McGuinness. Wat de twee gemeen hadden, was humor. Ze kregen zelfs de bijnaam Chuckle Brothers, omdat ze regelmatig samen grinnikend gesignaleerd werden.

Muren verhoogd

Maar de verzoening liet zich niet vertalen naar de koude grond. Het vredesdividend bracht werk, glanzende appartementen, culturele centra en een Titanic-museum (het schip werd immers in Belfast gebouwd). Maar in de woonwijken leeft men verdeeld als in een apartheidsstaat.

De meerderheid van de Noord-Ierse bevolking woont in wijken die voor 90 procent of katholiek of protestants zijn. De vredesmuren die tijdens de troubles de twee gemeenschappen van elkaar gescheiden hielden, zijn sinds het vredesakkoord verhoogd en verlengd. Daarachter heersen wantrouwen en achterdocht die op gezette tijden uitlopen in pesterijen en straatgevechten.

Protestanten lopen liever tien minuten om voor hun boodschappen, dan hun melk bij de katholieke kruidenier om de hoek te halen. En andersom. De regering wil de muren tegen 2023 neergehaald hebben. Maar niets wijst erop dat die omheiningen, een populaire trekpleister op de route van ‘conflicttoeristen’, snel verdwijnen.

Onderwijs en religie houden de voortdurende polarisering mee in stand. 93 procent van Noord-Ierse kinderen bezoekt scholen die helemaal of bijna helemaal protestants of katholiek zijn. De meesten van hen komen pas als ze naar de universiteit gaan, of een baan in de stad vinden, voor het eerst iemand van ‘de andere kant’ tegen. Pas als alle sektarische grenzen zijn neergehaald, kan Noord-Ierland echt beginnen aan een gezamenlijke toekomst.

Meest gelezen