De nationale speeldag – Kristien Bonneure

Er was eens een koning die niet meer met de soldaatjes wilde spelen. Hartsgrondig beu was hij het om op het jaarlijkse feest van zijn land altijd dezelfde doos boven te halen en alle ventjes -en een paar vrouwtjes- in rijen op te stellen. Netjes in het gelid, voorzien van de juiste helmen en petten, wapens en rollend materieel.

In de tijd van The Lion King speelde hij wel eens graag die slechterik Scar, met z’n militaire parade van hyena’s. Alle koningen, presidenten en dictators houden nu eenmaal van GI Joes. Het hoort bij de job. Maar nu had de koning écht geen goesting meer. Hij zette zijn soldaatjes met hun gezicht tegen de muur, deed ze op hun handen staan, mikte ze in een teil water om te zien of ze konden zwemmen. Nee, er zat geen leven meer in. Mistroostig viste hij een paar F16’tjes en een dikke C130 uit een groot krat. Hij gooide ze de lucht in, en ze landden bij de pantservoertuigen. Wielen en vleugels braken af. Zuchtend schoof hij ook de politiedoos opzij. Saai! Waarom was er geen curverbox met boeven?

De brandweerwagens, die waren best leuk, met ladders en slangen. De koning zette er een half afgebrand huis bij en een grote troep spuitgasten. Levensecht. Het was een begin. Achter in de speelgoedkamer stonden nog stapels dozen, in geen jaren gebruikt. Eén voor één sleepte de koning ze bij zich. Daar zat wat in, zeg! Eerst bracht hij vuilniswagens in stelling, met twee trotse mannetjes op elke treeplank. Rondom bouwde hij een muur van vuilniszakken, dat had hij een tijd geleden op tv gezien. Bus-, tram-, treinchauffeurtjes liet hij poseren naast hun blinkende voertuigen. Hij maakte een groot station, met sporen, loketten en banken met daklozen (zulke poppetjes had hij niet, maar hij trok de soldaatjes hun uniform uit en knipte voor elk een stukje karton om op te slapen).

Het echte leven!

In een reusachtige doos met een rood kruis erop vond de koning een volledig ziekenhuis. Het was nog van zijn overgrootmoeder geweest. Uren duurde het voor hij dàt in elkaar had gestoken, maar intussen waren er wat dienaars komen meehelpen. Ze vonden het leuk. Eindelijk eens geen tanks en raketten meer, maar het echte leven! Er waren honderden dokters, verplegers en zieken om mee te spelen, met alles er op en er aan, van stethoscopen tot couveuses. Het werd een mooi tableau-vivant.

En het ging sneller en sneller. Naast het ziekenhuis kwam een school met een massa kindertjes, meesters en juffen. De koning liet ze hand in hand in grote cirkels draaien op de speelplaats. Hup, een dierentuin, met verzorgers. Een boerderij vol melkkoeien, een boomgaard… moest hij geen fabriekje hebben? Fluitje van een cent: een lopende band, arbeiders met beschermende pakken aan. Zelfs een klein koninkje dat op bedrijfsbezoek kwam, haha, daar moest de vorst om lachen. Toen twijfelde hij. Zou hij er een Belgische of een Vlaamse handelsdelegatie aan toevoegen?

Een mooie dag

Wat zat er nog zoal in die kratten, in de verre uithoeken van de koninklijke speelzolder? Een volledig uitgerust parlement, met een mooi halfrond vol… hé, vrouwtjes? Een statig gerechtsgebouw met stapels papier in de kelder. Een radiostation, een krantenredactie. Extra mooi was een atletiekstadion, met prachtige verspringers en sprinters, allemaal in miniatuur. Een kleurrijk museum, een volledig symfonisch orkest … intussen kon je bijna geen poot meer verzetten in het paleis; in alle zalen en gangen, op alle staatsietrappen was het drummen. Het koninklijk park was één groot circus annex festivalweide.

Er bleef nog één doos over. ‘Vrijwilligers - multi-inzetbaar - breekbaar’ stond er op. Het was een onoverzichtelijke massa poppetjes, oud en jong. De koning en zijn lakeien zetten ze één voor één recht en verdeelden ze in groepjes bij de anderen. Dat duurde uren. Nu stond de vloer echt barstensvol onderdaantjes. De koning schouwde de vuilnismannen, de verplegers en de violisten. Hij miste zijn soldaatjes niet. Misschien mochten ze volgend jaar weer meedoen. Het was een mooie dag geweest. De vorst, die nog lang en gelukkig zou leven, nam een hap van zijn dame blanche, waarin een regenboogvlagje stond.

Kristien Bonneure werkt voor www.cobra.be, de cultuurwebsite van de VRT. Ze is de auteur van ‘Stil leven’ (Lannoo, 2014).

Meest gelezen