Mario Soares, de man die Portugal op pad naar democratie zette, overleden

In Portugal is voormalig president Mario Soares op 92-jarige leeftijd overleden na een lange ziekte. Hij overleed in het ziekenhuis, waar hij al bijna een maand verbleef nadat zijn toestand was verslechterd. Soares was de eerste democratisch verkozen premier van het land, na de Anjerrevolutie van 1974. Hij leidde Portugal weg van de dictatuur richting democratie en richting Europese Unie.

Mario Alberto Nobre Lopes Soares wordt op 7 december 1924 geboren in de Portugese hoofdstad Lissabon. Zijn vader João Lopes Soares was ooit priester, maar had zich omgeturnd tot pedagoog en antifascistische republikein. Vader Soares kreeg het trouwens meer dan eens aan de stok met het regime van dictator António Salazar.

Mario Soares gaat geschiedenis en filosofie studeren aan de universiteit van Lissabon en aan de Sorbonne in Parijs. Hij wordt er ook lesgever, maar ook hij sluit zich aan bij de oppositie tegen de dictatuur van Salazar. Als advocaat verdedigt hij geregeld politieke dissidenten. Tegen de Anjerrevolutie van 1974 heeft Soares zelf tot twaalf keer in de gevangenis gezeten. Na de val van de dictatuur keert hij terug van vier jaar ballingschap in Frankrijk.

In de jaren 40 had Mario Soares zich bij de Communistische Partij van Portugal aangesloten, maar in 1964 richt hij met enkele geestesgenoten de Acção Socialista Portuguesa (Portugese Socialistische Actie) op, die een vreedzame overgang van de dictatuur naar het socialisme nastreeft. Tijdens zijn ballingschap wordt de ASP omgevormd tot Partido Socialista en wordt Soares de eerste secretaris-generaal van de nieuwe partij.

Terug naar de Taag

Op 25 april 1974 breekt de Anjerrevolutie uit in Portugal. Militairen uit verschillende progressief-linkse groeperingen maken een eind aan het autocratische bewind van Marcelo Caetano, vertrouweling en opvolger van Salazar. Enkele dagen later keren de oppositieleiders terug uit ballingschap, onder wie Mario Soares. Er breken nieuwe tijden aan in Lissabon, stad aan de Taag.

Soares wordt meteen minister van Overzeese Gebieden in de nieuwe voorlopige regering. In die functie zit hij de onderhandelingen voor met de leiders van de verzetsbewegingen in de Afrikaanse kolonies. Die zullen uitmonden in de onafhankelijkheid van Mozambique, Angola en Guinee-Buissau.

Binnen de regering ontstaan grote spanningen tussen de PS van Soares en de communisten van Alvaro Cunhal. Na enkele jaren van politieke instabiliteit moet extreemlinks finaal het onderspit delven: in 1976 wint de PS de eerste democratische verkiezingen in Portugal en wordt Mario Soares premier. In de jaren 80 zorgt hij er als regeringsleider voor dat de onderhandelingen met de Europese Economische Gemeenschap leiden tot de toetreding van zijn land tot de grote Europese familie, in 1985.

Portugal komt geleidelijk los uit het postkoloniale economische moeras en wordt een volwaardige Europese democratie. Mario Soares verliest de verkiezingen en moet plaats ruimen voor Anibal Cavaco Silva van de centrumrechtse PSD, die hem opvolgt als regeringsleider.

Eerste burgerpresident

Een jaar later wint Soares de presidentsverkiezingen en volgt hij generaal Antonio Ramalho Eanes op als staatshoofd. Hij is meteen de eerste burgerpresident van Portugal sinds 1926. Als president heeft Mario Soares relatief weinig politieke macht, maar hij heeft wel een groot moreel gezag.

Zijn populariteit is groot, en in 1991 wordt hij met een ruime meerderheid herkozen voor een tweede ambtstermijn. Hij creëert het zogenoemde open presidentschap, waarbij hij als staatshoofd het land doorkruist en daarbij telkens het debat aangaat over een welbepaald thema.

Daardoor waagt de president zich volgens sommigen te veel op het terrein van de regering, die geleid wordt door zijn politieke opponent Cavaco Silva. Te weinig boven de politieke mêlee, met andere woorden. Andere waarnemers prijzen zijn staatsmanschap. Hoe dan ook treedt hij af in 1996, want volgens de grondwet mag hij niet meer dan twee ambtstermijnen aanblijven.

Na zijn presidentschap wordt hij hoofd van de Onafhankelijke Wereldcommissie van de Oceanen, en van 1999 tot 2004 is hij Europees Parlementslid. In 2006 doet de intussen 81-jarige Soares nog eens een gooi naar het presidentschap, maar hij strandt op de derde plaats met een schamele 14 procent.

In 2014 neemt hij het nog op voor zijn partijgenoot en oud-premier José Socrates, die in de gevangenis zit op verdenking van corruptie.

Hoewel zijn electoraal gewicht is verschrompeld, blijft Mario Soares een gerespecteerd staatsman. Hij is voorzitter van zijn eigen stichting, die allerlei culturele en wetenschappelijke projecten financieel ondersteunt. Het archief en de bibliotheek van de Fundação Mario Soares in Lissabon herbergt ook het persoonlijk archief van de voormalige Portugese staatsman.

Meest gelezen