De zaadjes van het islamitisch extremisme - Zibar Omar

De auteur zoekt een antwoord op de radicalisering onder de jonge moslims in het Westen en merkt op dat weinig aandacht gaat naar onderwijs en cultuur en de drang om als gelovige je zelf te kunnen blijven.
opinie
Opinie

Het behartigen van religieuze extreme standpunten door jonge moslims die hier zijn geboren en getogen en hun migratie naar jihad-gebieden onder controle van de terreurorganisatie Islamitische Staat, “IS”, doen veel vragen rijzen over de dieperliggende oorzaken van het islamitische extremisme onder de moslims in het Westen. Er wordt geprobeerd dit fenomeen toe te lichten door allerlei verklaringen lukraak naar voren te schuiven.

Hierbij is op te merken dat er weinig nadruk wordt gelegd op de pedagogische en culturele benadering van het radicaliseringsfenomeen. Dat is ondanks het feit dat die benadering ons een beduidende uitleg kan leveren voor het ontstaan en ontwikkelen van dit verschijnsel.

Eigen idenditeit en cultuur

Het proces van radicalisering is geen kortlopend parcours. Daar schuilt echter een lang pedagogisch verhaal achter. Dat wordt vanaf de geboorte van moslimse kinderen in gang gezet door de conservatieve opvoeding van de ouders en beïnvloedingen van de buitenwereld. Gedurende het opvoedingstraject worden de eerste radicale zaadjes vanaf kinds af aan bij de kinderen ingeplant.

“Waarom worden deze zaden ingeplant?” Het antwoord hierop past binnen het verhaal van de drang tot zelfbehoud van de eigen identiteit en cultuur. Zoals we weten, is het streven naar het culturele zelfbehoud een natuurlijke drang die we overal bij alle etnische, sociale en religieuze bevolkingsgroepen terugvinden.

Die neiging is verder ijzersterk aanwezig binnen de Islam. De Islam vereist van de gelovige moslim dat hij de islamitische waarden en normen hoog in het vaandel moet dragen en dat hij de islamitische persoonlijkheid, ongeacht plaats en tijd, moet beschermen. Bovendien zijn er veel Koranverzen die moslims waarschuwen voor culturele assimilatie binnen niet-islamitische samenlevingen. Deze islamitische houding heeft te maken met het islamitische dualistische wereldbeeld waarin de wereld verdeeld is in de zin van “wij de gelovigen” tegenover “zij de afvalligen”.

Daarbij worden de andersdenkenden als dreiging gezien. Dit polariserende wereldbeeld wordt de dag van vandaag in de hand gewerkt door de sterke contrasten tussen de islamitische gemeenschap en de westerse moderniteit. Bovendien heeft de historische en hedendaagse houding van de Westerse wereld ten opzichte van de Islamwereld ervoor gezorgd dat de kloof tussen beide werelddelen steeds groter werd en dat de antiwesterse gevoelens bij de moslims sterk zijn geworden. Zo zijn veel moslims eveneens van oordeel dat de ultieme ambitie van het Westen de vernietiging van de Islam is.

Van generatie naar generatie

Hierboven gestelde percepties kaderen tevens de denkwereld van veel moslimouders in België waar ze vanuit de islamitische polariserende verrekijker naar de westerse samenleving kijken en deze als een groot gevaar voor hun religie en traditie zien. In die zin is het voor gelovige moslims een strijd geworden om de culturele en religieuze identiteit van henzelf en van hun kinderen te behoeden voor de seculiere, liberale en materialistische invloeden van de Westerse maatschappij en daaruit voortvloeiende sociale fenomenen zoals drugsgebruik, alcoholisme, gemengde huwelijken, buitenechtelijke seksualiteit.

Deze strijd wordt van een generatie op de andere doorgegeven en wordt verder beschouwd als de innerlijke jihad (of grote jihad genoemd). Die jihad dient door de moslims uitgevoerd te worden tegen de goddeloze invloeden van de niet-islamitische samenleving waarbij die laatste het etiket ketter of kafir (ongelovige of diegene die het bestaan van God niet erkent) krijgt.

Binnen deze context worden veel allochtone kinderen grootgebracht op de religieuze en culturele breuklijnen tussen de moslimse gemeenschap en de afvallige westerse leefomgeving. Er zijn zelfs veel criminelen met een islamitische achtergrond die van mening zijn dat ze hier mogen stelen omdat volgens hun besef van de Islam het toegestaan is om de bezittingen van de ongelovige mensen te stelen. Dit gebeurt ook in de door de terreurgroepering “Islamitische Staat” (IS) veroverde gebieden, in het bijzonder in de Koerdisch-Yezidische stad Sinjar, waar de eigendommen van Yezidi’swerden geplunderd en vrouwen als slavinnen werden verhandeld.

De religieuze opvoeding van moslimse kinderen wordt in de moskee verder gezet waar hun islamitische bewustzijn nog meer versterkt wordt. Ze krijgen religieuze lessen van imams die vaak de taal en regels van hier niet goed kennen. Ze leren er eveneens de koran klakkeloos van buiten reciteren en ook de religieuze rituelen zoals het gebed en vasten worden aangeleerd. Het onderricht van de Arabische taal mag alleszins niet ontbreken omdat ze de taal van de Koran is. Daarnaast worden de kinderen talrijke islamitische historische mythes aangeleerd.

Binnen dit religieuze pedagogische kader staat de absolute en onfeilbare waarheid van de islam centraal. Daarnaast wordt er sterke nadruk op het leven na de dood, de dag des oordeels en de hel en het paradijs gelegd.

Van zaadje naar extremisme

Dus, het is zo te zien dat de grond van moslimse kinderen vanaf hun eerste prille jaren wordt omgeploegd en bezaaid met religieuze zaden. Die laatste kunnen door de inwerking van diverse factoren zoals sociaal economische moeilijkheden, discriminatie, uitsluiting, propaganda van islamitische groeperingen, Arabische en islamitische tv-zenders ontkiemen in radicale gedragingen en opvattingendie vaak tot uiting komen op straat en school.

Voorbeelden van die gedragingen zijn onder andere moslimse studenten die de evolutielessen weigeren bij te wonen of daartegen protesteren, jonge meisjes die zich volledig sluieren, jongeren die hun baard lang laten groeien en Islamitische kleren dragen. Daarom is het van belang dat de extreme denkbeelden en handelswijzen bij kinderen en jongeren op straat en op school niet onderschat mogen worden. Die kunnen belangrijke aanwijzingen zijn voor de radicalisering.

 

Wat nu?

Nu is de vraag: “Hoe kunnen we die zaadjes van de radicalisering onschadelijk maken?

Hierbij moet we eerst goed beseffen dat de volledige vernietiging van het extremisme een onmogelijke opgave is. De strijd daartegen zal een strijd van lange adem zijn. Hij moet hand in hand gaan met deradicaliseringprogramma's waarbij de zaadjes van het extremisme onschadelijk gemaakt moeten worden. Dat kan geambieerd worden door het promoten van de vreedzame en morele aspecten van de Islam, het nastreven van een evenwicht tussen de integratie en de drang tot zelfbehoud, het ontkrachten van een aantal radicale en apocalyptische dogmatische leerstellingen.

Hierin kan de Belgische overheid nog een belangrijke rol spelen door het opleggen van bepaalde richtlijnen aan het officiële islamitische onderwijs en de door de overheid gefinancierde islamitische gebedshuizen en verenigingenom die doelstellingen na te streven. Daarnaast dient dit gepaard te gaan met een harde aanpak van de extremistische propagandakanalen waarmee jongeren in contact komen zoals radicale imams, moskeeën en islamitische leerkrachten.

(Zibar Omar, Arabist)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen