Syrische Koerden drijven IS voor zich uit

In het noordoosten van Syrië heeft de lokale Koerdische militie YPG opnieuw terrein veroverd op de moslimterreurgroep IS. In het noordwesten van Syrië krijgt het leger van president Bashar al-Assad dan weer klappen van de moslimextremisten van het Nusrat-front.

Sinds IS de slag rond de grensstad Kobane nabij Turkije verloren heeft, is de Syrisch-Koerdische militie YPG daar in het offensief gegaan. Sinds begin deze maand hebben de Koerden nu al meer dan 200 dorpen in het noorden van Syrië heroverd op IS.

De YPG rukt nu op naar de stad Tal Abyad, een belangrijk handelscentrum tussen de Turkse grens en Raqqa, de feitelijke hoofdstad van IS in Syrië. Als Tal Abyad in handen van de Koerden zou vallen, zal het moeilijker worden voor IS om de smokkel van rekruten, wapens en olie via Turkije te realiseren.

De Syrische Koerden krijgen bij hun opmars de steun van luchtaanvallen van de door de Verenigde Staten geleide coalitie. Die luchtcampagnes lijken echter enkel effectief als er ook vastberaden strijders op de grond actief zijn, "boots on the ground" dus.

De Syrisch-Koerdische militie lijkt bij die categorie te horen, net als de Iraakse Koerden, maar dat zelfde kan dan weer niet gezegd worden van het Iraakse leger dat onlangs de provinciehoofdstad Ramadi moest prijsgeven aan IS.

Syrische leger verjaagd uit de provincie Idlib

In het noordwesten van Syrië heeft een coalitie van soennitische moslimrebellen dan weer Ariha, de laatste stad in de provincie Idlib veroverd op het leger van president Bashar al-Assad. De troepen van Assad en hun bondgenoten, strijders van de Libanese sjiitische militie Hezbollah, hebben zich uit de stad teruggetrokken. Dat gebeurde om omsingeling door de islamisten te voorkomen.

Ariha is nu in handen van de Jaysh al-Fatah (Leger van de Verovering), een coalitie van islamistische rebellengroepen onder leiding van het Nusrat-front, de Syrische tak van Al Qaeda.

Het gaat om de zoveelste nederlaag op rij voor het leger van Assad de laatste maanden. Die moest eerder ook al de steden Idlib en Jishr al-Suqur in het noordwesten prijsgeven. Dat komt omdat het leger van Assad over steeds minder materieel beschikt, maar ook omdat de islamistische rebellen onder druk hun sponsors (Saudi-Arabië, Turkije en de Golfstaat Qatar), opnieuw de handen in elkaar slaan. Vorig jaar vochten de rebellen meer onder elkaar dan tegen Assad.

A2013

Islamisten bedreigen thuisbasis van Assad

Het verlies van de provincie Idlib in het noordwesten van Syrië is een klap voor het regime van Bashar al-Assad. Het maakt onder meer de positie van het leger in de noordelijke grootstad Aleppo, dat deels nog in handen van het regeringsleger is, veel moeilijker. Daar dreigt het leger gekneld te worden tussen Nusrat, het Vrije Syrische Leger en de terreurgroep IS die evenwel ook tegen elkaar vechten.

Idlib kan ook een uitvalsbasis voor al-Nusrat vormen naar Hamah in het zuiden of naar Latakia, de kustprovincie aan de Middellandse Zee. Dat laatste is een bastion van de alawieten, een zijtak van het sjiisme waartoe president Assad behoort. Een eventuele aanval op Latakia zou evenwel op hevig verzet van de alawitische bevolking kunnen stuiten.

Meest gelezen