God in Europa is alive and kicking - Bert De Vroey

Vijftig jaar geleden is het intussen: de publicatie van het boek "De stad van de mens" door de Amerikaanse theoloog Harvey Cox. Het was het theologisch manifest dat bij het westen en bij de tijdsgeest hoorde; niet alleen een beschrijving en aanvaarding van de secularisatie, maar ook een omarming ervan.
analyse
Analyse

Als God al niet dood was, dan was hij toch naar de zijlijn verbannen, geweerd uit het publieke domein. De nieuwe westerse generaties stelden in 1965 alle gezag en zelfs normen in vraag, dus ook de godsdienstige. De kerken in Noord-West-Europa begonnen gestaag leeg te lopen, het christelijk huwelijk verloor zijn vanzelfsprekendheid en de clerus boette spectaculair in aan status en invloed. Niet dat westerlingen geen extase meer zochten, of collectieve rituelen. Maar die vonden ze eerder en massaler op popconcerten of sportmanifestaties. Mystiek en religiositeit ruimden plaats voor zogenaamde ‘kippenvel-momentjes’, meestal rond een levende of pas overleden superster.

Vijftig jaar later is God helemaal terug in West-Europa - al heeft u dat misschien nog niet zo in de gaten. Alleen is het een God in vele talen en vele verschijningsvormen: niet alleen katholiek, maar ook evangelisch, koptisch, anglicaans, orthodox. Niet alleen christelijk, maar ook islamitisch, joods, jain of sikh. En God spreekt niet slechts de oorspronkelijke talen van West-Europa, maar ook Arabisch, Hindi, Pools, Yoruba of Lingala. God verschuilt zich vaak in pakhuizen of garages, in oude winkelpanden of magazijnen. Je merkt alleen aan de toeloop, zo nu en dan, van meestal gekleurde stadsbewoners dat God zijn gelovigen daar verzameld heeft.

Twee massieve trends hebben God weer tot leven gewekt in Europa: de migratie en de globalisering. Het zijn de gastarbeiders, migranten, vluchtelingen en asielzoekers die hun eigen geloof en liturgie meebrachten naar onze westerse samenleving. In die nieuwe context wisten zij dat geloof niet alleen in stand te houden, maar zelfs vuriger en sterker te maken. Want wie in den vreemde is verzeild zoekt graag herkenningspunten, richtsnoeren en een houvast – en het geloof uit het thuisland had dat allemaal in de aanbieding. Op die manier bleef het niet bij garage-gebedshuizen, maar werden er ook nagelnieuwe tempels en moskeeën uit de grond gestampt – groot en fier, al dan niet met financiële steun van organisaties of regeringen uit het buitenland. Honderden moskeeën zijn er nu in Vlaanderen, en wellicht evenveel Afrikaanse christelijke kerken, naast tientallen oosterse kerkgemeenschappen. Intussen bleven de banken in de witte parochies leeglopen, maar op sommige zondagen wordt de kerk indrukwekkend gevuld door katholieken uit Polen, de Filipijnen, Brazilië of Kroatië.

Globalisering

Ook de globalisering helpt een handje. In de context van de diaspora’s vervagen streekgebonden tradities, vormen en taal. Het geloof en de liturgie die hier weer tot leven worden gewekt, pikken invloeden op uit andere landen of tradities. In veel Afrikaanse kerken is de charismatische bezieling overduidelijk, met Amerikaanse trekjes. Ook minder gekleurde protestantse en evangelische kerkgemeenten halen inspiratie uit die born again- en pinksterkerk-stroom. Het maakt godsdienst in Europa wat minder cerebraal en principieel. Zelfs de katholieke kerk kende zijn charismatische vernieuwingsbeweging. Op een heel ander front zie je hoe globalisering en religie samenwerken om zelfs de financiële wereld in Europa te vernieuwen – met islamitische banken, islamitische obligaties en islamitische beursindexen. De Londense City is goed op weg om uit te groeien tot een belangrijke hub en bestemming van islamitische investeringen - volledig sharia-correct. Wie had dat vijftig jaar geleden ooit voorspeld?

God op tv, radio, online

Het VRT-journaal gaat de komende twee maanden wat sterker op zoek naar die nieuwe religieuze levendigheid en verscheidenheid van Europa. Ook op radio en online zal er aandacht voor zijn. Niet dat we dit eerder nog niet gedaan hadden, of dat we het later opnieuw zullen nalaten. Maar de volgende weken - pakweg tussen het christelijke Pinksteren en het islamitische Suikerfeest - verlagen we de drempel. Her en der zal God opduiken in de programma’s, met zijn oude en nieuwe namen en vormen. Ook met de problemen die hij soms maakt of de spanningen die hij veroorzaakt. Want het geloof kan een lastpak zijn en de samenleving met nieuwe vragen en uitdagingen opzadelen. In het slechtste geval inspireert godsdienst zelfs tot radicale ideeën of haat en geweld. Op andere momenten leidt religie juist tot empathie en engagement. Dat alles vormt een belangrijke grondstroom in onze diversifiërende westerse samenleving, en je hoeft geen gelovige te zijn om daardoor geboeid te raken.

Pinksteren is een uitgelezen moment om hiermee van start te gaan: het feest waarop herdacht wordt hoe de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen, 50 dagen (‘pentekostè’) na Pasen. Terstond begonnen de leerlingen het geloof te verkondigen in allerlei vreemde talen. Een vurig startschot van de missionering als het ware, van de stichting en uitbreiding van de kerk. En tegelijk het beste signaal dat God aanbeden, gediend en gevierd wordt in alle soorten vormen en talen. Tegenwoordig is dat precies wat er gebeurt in Europa – meer dan ooit misschien. God in Europa is weer alive and kicking.


(Bert De Vroey is redacteur buitenland voor het VRT-journaal, met veel aandacht voor het buitenland-in-het-binnenland.)

Meest gelezen