Meer dan 7.000 jongeren wachten op aangepaste hulp

Meer dan 7.000 jongeren krijgen in ons land niet de hulp die ze nodig hebben. Dat blijkt uit het jaarrapport van het Agentschap Jongerenwelzijn dat vandaag voorgesteld wordt en dat De Standaard kon inkijken. Het gaat om bijna 4.000 minderjarigen met een handicap of een psychische stoornis en 3.000 probleemjongeren.

Het gebrek aan hulp blijft een probleem, ook na het invoeren van de nieuwe werking van Jongerenwelzijn. Die werking verloopt volgens het principe van de Integrale Jeugdhulp. De bedoeling is de zorg te laten vertrekken vanuit de vraag, in plaats van vanuit het aanbod.

"De nieuwe werking houdt in dat we de jeugd trachten te organiseren overheen de vroegere, oude sectoren", zegt administrateur-generaal Stefaan Van Mulders. "We trachten dat op te lossen in één enkel systeem. Maar het is duidelijk dat er nog steeds meer jeugdhulpvragen blijven dan dat we aanbod kunnen geven. Er zou inderdaad nog steeds geïnvesteerd moeten worden in meer jeugdhulpaanbod."

Sommige minderjarigen op de wachtlijsten krijgen wel al een bepaalde vorm van hulp, maar die omvat geen volledige aanpak van de problematiek.

De meer dan 3.000 jongeren die nood hebben aan psychische hulp vormen de grootste groep op de wachtlijsten. De tweede grootste groep bestaat (vooral) uit jongeren in verontrustende opvoedingssituaties en minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Het aantal jongeren dat een misdrijf pleegde, blijft wel dalen.

Van Mulders erkent dat de omslag naar het nieuwe systeem niet eenvoudig is. "Een oplossing voor het gebrek aan hulp voor jongeren is het nieuwe systeem niet", zegt hij. "We slagen er volgens mij wel in om de gepaste hulp vaker aan te bieden."

Groen dringt aan op een noodplan

"Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) moet een noodplan opmaken om het tekort aan capaciteit weg te werken", zegt Groen-parlementslid Elke Van den Brandt. "Anno 2015 mag hij geen kinderen in de kou laten staan. Bovendien moeten ouders die zelf voor hun kinderen willen zorgen, daarvoor tijd en ondersteuning krijgen."

Maar die ondersteuning voor ouders van kinderen met een handicap is ondermaats, vindt Groen. Er is nog steeds geen statuut voor de duizenden mantelzorgers, terwijl veel ouders volledig of gedeeltelijk stoppen met werken om de zorg voor hun kind op te kunnen nemen. "Deze ouders willen heel graag voor hun kinderen zorgen, maar minder werken betekent vaak een financieel probleem. De regering moet dit stimuleren in plaats van afremmen en deze ouders de tijd en ruimte gunnen om zorg te dragen", zegt Van den Brandt.

"De Vlaamse regering en minister Vandeurzen moeten hier een serieuze versnelling hoger gaan", besluit Groen.

Meest gelezen