"Geen sprake van autodelen, wel van betaald personenvervoer"

De Brusselse politierechtbank heeft een Uber-chauffeur schuldig bevonden aan inbreuken op het Brusselse taxireglement. Volgens de politierechtbank is er bij Uber immers geen sprake van autodelen, maar wel degelijk van betaald personenvervoer. De man genoot de gunst van de opschorting, maar zijn wagen wordt wel verbeurdverklaard.

Vorig jaar had de rechtbank beslist dat Uber, een app waarmee particulieren autoritten aanbieden, geen ritten meer mocht aanbieden in Brussel. De taxisector schreeuwt bovendien moord en brand tegen de dienst en de chauffeurs. Volgens hen gaat het om oneerlijke concurrentie.

Na het Brusselse verbod werden 26 auto's van Uber-chauffeurs in beslag genomen. Eind maart moest een eerste chauffeur voor de rechter verschijnen omdat hij met een taxi zou rijden zonder vergunning. De advocaat van de chauffeur ontkent dat, volgens hem is Uber geen openbare dienst, zoals een taxidienst dat wel is. Het gaat louter om autodelen, en om een overeenkomst tussen de chauffeur en iemand die gebruikmaakt van de app, luidt het.

Geen sprake van autodelen

Maar de rechter liet zich niet vermurwen en oordeelde de chauffeur schuldig aan inbreuken op het taxireglement. "Om van autodelen te spreken, moet er sprake zijn van eenzelfde traject dat samen wordt afgelegd en mag er geen sprake zijn van betaling", klinkt het in het vonnis. "Uber voldoet niet aan die twee criteria. Het argument dat een Uber-chauffeur zijn wagen niet ten dienste stelt van het publiek maar enkel van de Uber-gemeenschap, de mensen die de Uber-app gedownload hebben, gaat ook niet op aangezien iedereen die app kan downloaden."

De politierechtbank was dan ook van oordeel dat er wel degelijk sprake was van betaald personenvervoer of een taxidienst en dat de particulieren die voor Uber wilden rijden, dus ook moesten voldoen aan de voorwaarden van het taxireglement. Het baarde de politierechtbank ook zorgen dat de klanten die een beroep deden op Uber geen enkele zekerheid hadden over de medische toestand of de rijvaardigheid van de chauffeur, noch over de technische toestand van diens voertuig of de verzekering.

De Uber-chauffeur kreeg van de rechtbank een opschorting omdat hij nooit eerder veroordeeld was maar zijn wagen werd wel verbeurdverklaard. Zijn advocaat toonde zich teleurgesteld in het vonnis en overweegt in beroep te gaan.

Smet tevreden

Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) is tevreden met de uitspraak van de rechter. "De wetgeving is er op dit moment en die moet worden toegepast", zegt hij aan VRT Nieuws. "We zijn van plan de wetgeving te veranderen, weliswaar onder strikte voorwaarden die iedereen de kans geeft om op een eerlijke manier mensen te vervoeren."

"Pre-smartphone regels"

Uber reageert door te zeggen dat het "zijn partner-bestuurder op alle mogelijke manieren zal bijstaan en ondersteunen, aangezien deze beslissing niet definitief is." Wat "bijstaan en ondersteunen" concreet inhoudt, is niet duidelijk. "Dat is interne keuken", zegt woordvoerder Martijn Dehaene.

Uber hoopt dat dergelijke uitspraken, die gebaseerd zijn op "pre-smartphone regels", snel tot het verleden zullen behoren en heeft ook vertrouwen in het plan van de Brusselse regering. "De Brusselse regering werkt aan een progressief mobiliteitsplan dat zal leiden tot een legaal kader dat veilige, betrouwbare en betaalbare mobiliteitsopties bevordert", besluit de online taxidienst.

Meest gelezen