Aangespoeld op Chios - Bert De Vroey

De havencommandant van Chios glimlacht bitter: dit was inderdaad niet het leven en werk dat hij voor ogen had toen hij zijn carrière bij de kustwacht startte. Zelfs vijf jaar geleden kon niemand vermoeden dat het eiland zo’n trekpleister zou worden voor vluchtelingen, een poort en stapsteen naar Europa. En de voorbije maanden is het aantal alleen maar gestegen: 3200 al, en we zijn niet eens eind april. Dat is een verzesvoudiging van het aantal in dezelfde periode vorig jaar.
analyse
Analyse

Op een boogscheut

Chios ligt op de spreekwoordelijke boogscheut van de kust van Turkije – 7 kilometer. Tussen het hoofdeiland en de Turkse kust ligt nog Oinousses, een tweede eiland dat bij de provincie Chios hoort, en waar de kustwacht de meeste vluchtelingen onderschept. Als je letterlijk de overkant kan zien liggen, dan wordt een oversteek veel minder afschrikwekkend. De commandant vertelt over twee vluchtelingen die ooit op een deur aan kwamen gepeddeld; anderen gebruikten zwembanden, en zelfs een waterfiets. Het zou kolder zijn als het tegelijk niet zo dramatisch was.

Afgezet en uitgeknepen

Vier op vijf vluchtelingen op Chios zijn tegenwoordig Syriërs. Ze reizen doorgaans van de Turks-Syrische grens naar Izmir, vanwaar ze ’s avonds worden meegenomen door een trafikant naar een geschikte plek om dezelfde nacht nog de overtocht te wagen. Soms bereiken ze de eilanden en pikt de politie of kustwacht hen daar op, meestal worden ze uit hun gammele boten opgepikt. Vaak gebeurt het, volgens de commandant, dat ze hun rubberboten met opzet lek steken, om ze langzaam te doen zinken. Dan moet de kustwacht hen wel uit het water halen.

Ik sprak met een tiental pas aangekomen Syriërs - vers van de boot. In één groep hadden ze 1200 dollar betaald aan de smokkelaar voor de oversteek, in een andere groep 1000. Misschien was dat tarief wat lager omdat de zee veel ruwer was? Eén vluchteling begint te klagen over de ‘slechte mensen’ in Turkije die zo van hun ellende geprofiteerd hebben. Overal werden ze afgezet en uitgeknepen. Een vrouw scheldt op de Arabische buurlanden, die allemaal de Syriërs grof behandelen. Ze hoopt op een ‘minimum aan menselijkheid’ in Europa. Eén man loopt de hele tijd stralend te glimlachen, dolgelukkig is hij op dit moment. Maar er zijn ook vluchtelingen die hun medereizigers toesissen dat ze niets mogen zeggen, dat hun familie in Syrië in gevaar kan komen als ze praten met de pers. En één jonge kerel vertrouwt mij toe dat hij zich dood zou schamen, als zijn familie hem ooit in die berooide omstandigheden zou moeten zien.

Rondhangen en wachten

Want de opvang van de nieuwkomers op Chios is niet bepaald luxueus. De eerste uren moeten ze wat rond drentelen op een stuk braakland in het haventje, tussen het vuil dat anderen hebben achtergelaten, in krottige barakken of in een politiebusje. Voor de eerste groep die we zagen duurde dat wachten een lange, koude dag. Uiteindelijk worden ze meegenomen naar het opvangkamp in de heuvels, een door gaas en staaldraad omsloten rij barakken.

Daar worden ze opgesloten tot hun papieren en hun medische toestand zijn gecheckt. Juist omdat het kamp voortdurend overvol zit, moeten de laatste groepen soms urenlang rondhangen in de haven - tot er weer plaats is in het kamp. Want daar kunnen geregeld groepjes vertrekken, vrij om de boot naar Athene te nemen en dan verder te reizen naar Europa. Ik had het kamp gezien, van op afstand, en vertelde hen dat ze niet bepaald luxe moesten verwachten. Maar dat wisten ze, ze hadden hun huiswerk gemaakt. Ze wisten precies wat ze nu konden verwachten, en dat namen ze erbij.

Geboren op de verkeerde plek

Ik vroeg de vluchtelingen of ze een specifiek land als bestemming hadden. Ik hoorde veel Zweden, Nederland en Duitsland. Niemand had blijkbaar al aan België gedacht.

Het was een allegaartje: ruwe kerels met wantrouwige gezichten, schichtige vrouwen, gesloten types – misschien zelfs mensen die echt wat te verbergen hadden. Maar in de tweede groep veel stadsvolk, hoog opgeleid, goed Engelstalig, met vrouwen zonder hoofddoek en mannen van het artistieke slag. Een jongen van 23 wou per se voor de camera getuigen: waarom hij die riskante tocht had gemaakt. De oorlog, de doden, en de wereld die laat betijen. Een andere jongeman, uit Irak, had zijn buik vol van alle milities in zijn land: al dat vechten, de intimidaties, het geweld.

Wat waren die jonge mensen herkenbaar. Ze hadden mijn kinderen, mijn neven of nichten kunnen zijn. Ze wilden iets goeds en waardevols doen met hun leven, ze hadden ambities en idealen. Maar blijkbaar verwachtte de wereld dat ze hun jonge leven lijdzaam lieten kapot maken. Geboren op de verkeerde plek.

Welke oplossing?

Niemand heeft een oplossing voor dit vluchtelingendrama. En de Grieken, met hun sjofele en ondermaatse opvangfaciliteiten, treft ook geen schuld. De kustwachters varen dag en nacht uit om mensen te redden, de politie pendelt voortdurend van haven naar kamp en van het kamp naar de ferry. Eiland op de verkeerde plek.

Toch heeft ook niemand een overtuigend antwoord op de vraag, waarom die jonge Syrische mensen met ambities geen recht zouden hebben op een toekomst. Waarom onze kinderen wel, en zij niet. Je kan dat antwoord enkel in statistieken formuleren, of in budgetten of verdeelsleutels. Maar niet als je ze rechtstreeks in de ogen kijkt en met hen praat, vers van de boot, hoopvol en gelukkig op Europese bodem.

(Bert De Vroey is buitenlandredacteur voor het VRT-journaal en was deze week op het Griekse eiland Chios.)
 

Meest gelezen