De “witte doos” van Gent opent op Erfgoeddag

Het Rijksarchief van Gent is verhuisd naar zijn nieuwe locatie in de Bagattenstraat. Zondag, op Erfgoeddag, opent het zijn deuren voor het grote publiek. Deredactie.be kreeg de primeur.

De “witte doos”, een verwijzing naar het donkere Gentse stadsarchief, schittert onder de helderblauwe lucht. Ik sta voor het nieuwe Gentse Rijksarchief. Een blik naar rechts en ik zie de Vooruit. Nog vlakbij zijn de Boekentoren, het Universiteitsforum en de Blandijn. Dit is hartje Gent.

“Unieke blik achter de schermen”

Op deze plek komt menig cultuurliefhebber zondag te staan. Op Erfgoeddag opent de witte doos namelijk de deuren voor het grote publiek. “De bezoekers krijgen een unieke blik achter de schermen”, garandeert archivaris Thijs Lambrecht.

Hij neemt me mee naar het vijfde en hoogste verdiep. Daar bevindt zich -onder 17 prachtige lichtkoepels- een leeszaal die ruimte biedt aan 120 lezers. Die lezers zullen veelal studenten, historici en heemkundigen zijn, alsook de rechtszoekende burgers.

“We bewaren hier archieven van onder meer kerkfabrieken, abdijen, gemeente- en rechtsbesturen. Concreet gaat dit bijvoorbeeld om geboorte-, trouw- en sterfregisters, vonnissen en boekhoudingen”, verduidelijkt Lambrecht. “Ze hebben een groot cultuurhistorisch belang. Zo moeten ze de rechtszekerheid van zowel de instellingen als de individuen garanderen.”

27 kilometer aan archieven

De archieven zijn in totaal 27 kilometer lang. Dat was meteen ook een van de hoofdredenen voor de verhuis van het Gentse Rijksarchief. De vorige locatie, het Geeraard de Duivelsteen, kampte met plaatsgebrek en was daarnaast ook sterk verouderd. “De rekken in de vorige locatie dateerden uit het jaar 1903. Er was ook niet overal een lift, waardoor we de middeleeuwse trappen moesten gebruiken.”

Charme moest dus wijken voor comfort. De bouw van wat de architect zijn “mini-Boekentoren” noemde, ging uiteindelijk in 2012 van start. In oktober werd het gebouw opgeleverd en de verhuizing van de kilometerslange archieven volgde in januari. “Dat was een huzarenstukje. Drie weken lang reden dagelijks tien verhuiswagens op en af.”

40 “bunkers” als archiefbewaarplaats

Met de lift zak ik intussen af naar een van de drie ondergrondse verdiepingen. Ik krijg toegang tot een van de 40 kamers die als archiefbewaarplaats dienen. “Kamers” schrijf ik, maar misschien heb ik het beter over “bunkers”. Er zijn geen ramen en de buizen aan het plafond regelen voortdurend de temperatuur en luchtvochtigheid. Werkelijk alles is geautomatiseerd, de archiefkasten inclusief. Het is Lambrecht die met de knoppen bepaalt welke kasten hun schatten onthullen.

Pièces uniques

De archieven zelf inkijken, kan nog niet. Ook op Erfgoeddag zal dat (nog) niet het geval zijn. Dat is enigszins logisch, want het Rijksarchief bewaart ook verschillende “pièces uniques”. Zo dateert de oudste tekst, die in het Latijn werd opgesteld, uit 819. Daarnaast bewaart het Gentse Rijksarchief ook de eerste (Middel)Nederlandse tekst die (in 1236) door een ambtenaar werd opgesteld.

We wandelen door naar de multifunctionele zaal, die deels ondergronds, deels bovengronds ligt. Deze zaal, die net als de andere ruimtes met geluidsabsorberende materialen werd afgewerkt, zal ook vaak door de Universiteit Gent worden gebruikt. “De professoren zullen er lesgeven met de historische bronnen in de hand”, aldus Lambrecht die ook zelf vaak voor een aula staat.

Esthetische aspect

Het bezoek eindigt op de plek waar het allemaal begon: de stoep voor het Rijksarchief. Lambrecht toont me nog graag de plek waar het Rijksarchief volgens hem het beste te zien is (tip: kom langs de Sint-Pietersnieuwstraat).

Nu pas valt me op hoe fier de archivaris op “zijn” Rijksarchief is. “Je kan er niet omheen dat het esthetische aspect ook belangrijk is. Die afgeronde hoeken, de tabletten aan de gevel die naar boekenplanken verwijzen.. De architect heeft zijn droom om een mini-Boekentoren te realiseren, waargemaakt.”

Erfgoeddag

Wie het volledige programma van Erfgoeddag wil bekijken, kan daarvoor terecht op de website van de organisatie.

Meest gelezen