Remgeld op justitie - Dries Deweer

Hoera, er is een plan. Minister Koen Geens heeft een lijvige bundel gepresenteerd over een omvattende aanpak van de problemen bij justitie. “Een efficiëntere justitie voor meer rechtvaardigheid” is de titel. Daarmee hebben we dadelijk zicht op de spreidstand waarin de minister zich dient te bekwamen.
opinie
Opinie
Copyright: www.FOTOBEN.be

Doelmatiger en rechtvaardiger?

De hervorming van justitie wordt zowel noodzakelijk gemaakt als bemoeilijkt door twee gebreken: een gebrek aan middelen en een gebrek aan vertrouwen. Het eerste maakt uiteraard deel uit van de situatie op alle departementen. Justitie ontsnapt niet aan de besparingen. Het tweede is meer bijzonder. Het vertrouwen in justitie is zorgwekkend laag. Een jaar geleden bleek nog uit het verkiezingsonderzoek van de VRT dat het falen van justitie de meest wijdverspreide angst en politieke prioriteit onder de Vlamingen is. Vier op vijf Vlamingen heeft schoon genoeg van de vrijspraken door procedurefouten of de mogelijkheid voor fraudeurs om een strafvordering af te kopen. Daarmee samenhangend zijn ze ervan overtuigd dat wie rijk en machtig is aan justitie weet te ontsnappen. Het hoeft weinig betoog dat dit een onaanvaardbare en op termijn ronduit onhoudbare situatie is voor een democratische rechtsstaat.

Er zijn dus twee doelstellingen. Vrouwe Justitia moet het met minder middelen doen én ze moet het beter doen. Een moeilijke combinatie, zou je denken. Koen Geens ziet het anders. Zijn plan “gaat om het efficiënter en daardoor rechtvaardiger maken van justitie.” Geens is een bijzonder intelligent man. Zijn intelligentie wordt alleen overtroffen door zijn retorisch talent. Het straffe van retoriek is dat je je publiek desnoods kan wijsmaken dat één plus één drie is, of dat meer efficiëntie hetzelfde is als meer rechtvaardigheid. Het justitieplan bevat nochtans redenen genoeg om aan te nemen dat het laatste – op zijn zachtst gezegd – niet zo evident is.

Remgeld bij justitie

Laat mij het probleem schetsen aan de hand van het meest schrijnende voorbeeld uit het plan, namelijk de hervorming van de tweedelijnsbijstand, beter bekend als de pro deo-advocaat. In algemene bewoordingen staat die hervorming in het teken van “de betaalbaarheid van procedures en de toegankelijkheid ervan, ook voor de minstbedeelden.” Dat klinkt fraai, maar de concrete vertaling is dat veel minder. De hervorming komt er vooral op neer dat veel minder mensen recht zullen hebben op bijstand en dat wie er dan toch nog voor in aanmerking komt remgeld zal moeten ophoesten. Concreet spreekt het plan over “afschaffing van het onweerlegbaar vermoeden van behoeftigheid” en “het in rekening brengen van alle inkomsten voor de erkenning van het recht op tweedelijnsbijstand”.

Dat “onweerlegbaar vermoeden” verwijst naar bepaalde categorieën van mensen die nu sowieso recht hebben op tweedelijnsbijstand, waaronder leefloners, bejaarden met een gewaarborgd inkomen en mensen met een erkende handicap die een vervangingsinkomen krijgen. Het justitieplan pleit dus voor situaties waarbij bijvoorbeeld iemand met een ernstige handicap die bestolen wordt niet langer een advocaat kan inschakelen om een schadevergoeding te eisen, omdat hij een inkomensvervangende tegemoetkoming krijgt die net boven de grens valt om nog recht te hebben op een pro deo, ook al is dat inkomen nauwelijks genoeg om menswaardig te leven met alle bijkomende kosten die de handicap met zich brengen.

De bittere pil vergulden

De focus van de hervorming van de tweedelijnsbijstand ligt niet op het garanderen van een gelijke toegang tot het rechtssysteem, maar op snijden in de staatsuitgaven en tegengaan van misbruik. Dat heel wat minderbedeelden die te goeder trouw nood hebben aan bijstand op die manier uit de boot vallen, dat is blijkbaar geen probleem. Om de bittere pil te vergulden spreekt het plan over het promoten van rechtsbijstandsverzekeringen voor al wie niet in aanmerking komt voor de tweedelijnsbijstand. Naast alle verplichte verzekeringen waarvoor we steeds hogere premies moeten ophoesten, worden we nu dus ook allemaal aangespoord een rechtsbijstandsverzekering af te sluiten, voor het geval we een advocaat nodig hebben. Alleen wie de nodige financiële marge heeft, permitteert zich dergelijke verzekeringen. De rest moet zich erbij neerleggen dat recht onbereikbaar is. Zo dreigt de regering weer te vervallen in een ondertussen berucht patroon: een eng gedefinieerde groep van grootste minstbedeelden kan nog op enige bijstand rekenen, maar al wie daar een beetje bovenuit steekt, die laten we vallen als een baksteen. Maar niet getreurd, want het nieuwe systeem is efficiënter en dus rechtvaardiger, toch?

Rechtvaardigheid is de kern van justitie

Ik wil niet beweren dat het onmogelijk is om meer efficiëntie en meer rechtvaardigheid te combineren. Het aanpakken van gebrekkige informatisering en zinloos tijdrovende procedures zijn mooie voorbeelden. Ook de tweedelijnsbijstand is voor verbetering vatbaar, omdat er wel degelijk misbruik bestaat. Koen Geens verdient bovendien lof omdat hij, in tegenstelling tot zijn voorgangers, een duidelijk, omvattend en ambitieus plan voorlegt. Maar niet overal staat meer efficiëntie garant voor meer rechtvaardigheid. Nochtans mag de ambitie niet lager liggen. Justitie is een kerntaak van de overheid en rechtvaardigheid is de kern van justitie. De kern van de kern, dat mag desnoods wat kosten.

Van een rechter verwachten we dat hij of zij een wijs oordeel velt, met oog voor zowel de algemene wet als de concrete situatie, met zowel juridische kennis als menselijk inlevingsvermogen. De wijsheid die we van een rechter verwachten, moeten we ook in het beleid terugzien. De hervorming van justitie vereist om alle aspecten aan het licht te brengen - niet alleen de kostprijs, maar ook de sociale en morele implicaties – en om al die elementen af te wegen in een zorgvuldige deliberatie. Met de presentatie van zijn plan heeft minister Geens de bal aan het rollen gebracht. In het maatschappelijke en parlementaire debat moet de wijsheid nu verder rijpen. “Niets is te nemen of te laten”, schrijft Geens in zijn inleiding. Ik stel toch voor dat we beginnen met de voorgestelde inperking van de tweedelijnsbijstand – efficiënt, maar onrechtvaardig – te laten.

(Dries Deweer is politiek filosoof. Hij is als aspirant van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek –Vlaanderen verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven.)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen