Vlaamse overheid telt steeds meer hoogopgeleiden, 45-plussers en vrouwen

Het aandeel personeelsleden dat een niveau A of B heeft (niveau A = voor wie minimum een universitair of masterdiploma heeft en niveau B = voor wie minimum een graduaatsdiploma of bachelordiploma heeft) is eind 2014 gestegen tot 58,3 procent. In 2007 was dat nog 50,2 procent. Het aandeel lager opgeleide personeelsleden van niveau C en D (C = voor wie diploma secundair onderwijs heeft en voor niveau D = geen diploma vereist) is gezakt tot 41,7 procent. In 2007 was dat nog ruim 50 procent.

Uit de cijfers blijkt ook dat het Vlaamse personeelskorps veroudert. Zo was eind 2014 bijna de helft (48 procent) van het aantal ambtenaren ouder dan 45. De gemiddelde leeftijd is gestegen tot 43,8 jaar (43,5 in 2012). Het aandeel 55-plussers is sinds 2007 met 3,1 procentpunt gestegen tot 19,8 procent. Vooral bij het Gemeenschapsonderwijs GO! is sprake van een 'vergrijzend' personeelsbestand. Daar is bijna 60 procent van het personeel ouder dan 45 jaar.

Het aandeel vrouwen bij de Vlaamse overheid blijft intussen ook stijgen. Eind 2014 waren er 55,4 procent vrouwen, tegenover 52,6 procent in 2007. Traditiegetrouw zijn er grote verschillen binnen de Vlaamse overheid. Zo tellen de beleidsdomeinen Werk en Sociale Economie (WSE) en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) driekwart vrouwelijke personeelsleden en amper een kwart mannen, terwijl het bij Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) precies andersom is.

Het aandeel statutaire ambtenaren blijft al enkele jaren stabiel rond de 73 procent hangen. In vergelijking met 2007 is dat nog wel een stijging met 9 procentpunt. Het aantal contractuele ambtenaren is eind 2014 gedaald van 9.494 nar 7.146. Er wordt wel verwacht dat het aandeel contractuelen in 2015 zal stijgen. Zo zal ook het instructiepersoneel van de VDAB in de cijfers gebracht worden. Dat zijn allemaal contractuele personeelsleden. Eind 2014 ging het om zo'n 1.100 personeelsleden.