Hoge Raad Justitie wil strengere straf voor politieke inmenging

De Hoge Raad voor de Justitie pleit opnieuw voor een strengere bestraffing van politieke inmenging. Vorige week ontstond er ophef over het contact van Vlaams parlementslid John Crombez (SP.A) met een Mechelse jeugdrechter.
Jasper Jacobs

De Hoge Raad voor de Justitie wil "iedere inmenging van leden van de uitvoerende en wetgevende macht in lopende gerechtelijke zaken" strafbaar stellen door artikel 239 van het strafwetboek uit te breiden en te verstrengen. Het artikel bepaalt momenteel dat onder meer provinciegouverneurs en burgemeesters die zich inmengen in de uitoefening van de wetgevende macht, gestraft kunnen worden met een gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en een geldboete.

"De HRJ keurt elke inmenging in lopende rechtszaken af, a fortiori van leden van de uitvoerende macht en de wetgevende macht. Dit is strijdig met de scheiding van de machten, de door de Grondwet gegarandeerde onafhankelijkheid van de rechter en het recht op een eerlijk proces voorzien in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Bovendien ondermijnen dergelijke tussenkomsten het vertrouwen dat de burgers terecht mogen hebben in een onafhankelijke rechtspraak", zegt de Hoge Raad, die magistraten eraan herinnert dat hun plicht tot terughoudendheid niet van toepassing is in geval van pogingen tot beïnvloeding.

Ook advocaten verbolgen over telefoontje van Crombez

De Orde van Vlaamse Balies, die alle Vlaamse advocaten groepeert, reageert verbolgen op de beslissing van de deontologische commissie van het Vlaams Parlement over het telefoontje van John Crombez aan een Mechelse jeugdrechter. Die commissie oordeelde dat Crombez geen deontologische fout maakte.

"Dit is werkelijk onbegrijpelijk," zegt voorzitter Dominique Matthys. "Zonder de inhoud van het gesprek te kennen, is het overduidelijk dat wanneer een parlementslid belt met een rechter over een concreet dossier de scheiding der machten, hét basisprincipe van de democratie, geschonden wordt".

"Wij kunnen niet aanvaarden dat politici dat incident zomaar van tafel vegen en hiermee een precedent scheppen. Integendeel, wij hadden een krachtig signaal verwacht. Dat dat niet gekomen is, baart ons zorgen", zegt Matthys.

Meest gelezen