O hoofd vol bloed en wonden - Van Dievel Consulting

‘Mijnheer Van Duvel’, sprak premier Charles Michel, mijn familienaam slechts lichtjes verbasterend, ‘help mij alstublieft!’ Dient het gezegd dat ik het telefoontje van de eerste minister al veel langer had verwacht? Maar ja, een mens – en zeker een politicus – geeft zijn onmacht niet graag toe en doet slechts node beroep op professionele hulp als hij faalt. ‘VDC maakt bij zijn dienstverlening geen onderscheid naar taal, ras of stand, heer Michel,’ verzekerde ik hem, ‘ik geloof trouwens dat ik uw probleem maar al te goed ken.’

‘Wij hebben aan onze kant van de taalgrens nochtans ervaring met hopen als het op ruziemaken aankomt,’ vatte de premier aan, “maar gelijk de Vlamingen in mijn kabinet vechtend over de grond rollen, ça c’est du jamais vu! Daar kan de PS nog een puntje aan zuigen.’ Zijn stem klonk zo broos dat ik mij ervoor hoedde hem te onderbreken. ‘Ik dacht maandagavond: nu is het genoeg, de karwats erop. Maar mijne pa zei dat ik eerst nog moest proberen om de Vlamingen met zachte hand nader tot elkaar te brengen. En dus zijn we bij wijze van incentive met de bus naar Nederland gereden, om goeiendag te zeggen tegen onze Hollandse geburen.'

Het gezamenlijke luchtruim

Daar had ik van gehoord, ja. Onderweg naar Den Haag was Steven Vandeput van Defensie wagenziek geworden en had hij overgegeven in de nek van Bart Tommelein en hadden Jan Jambon en Koen Geens gevochten om wie er liedjes mocht zingen in de micro. Koen Geens had gewonnen en had verschrikkelijk vals “O hoofd vol bloed en wonden” gekweeld, een lied dat wonderwel past bij het komende Paasfeest.

De bus had drie lekke banden gehad en was ter hoogte van Papendrecht geraakt door een onderdeel van een overvliegende F-16, want het was die dag aan de Belgen om het gezamenlijke luchtruim te bewaken. Waarna de paniekerige chauffeur doof was gebleven voor de talrijke verzoeken om een sanitaire stop en gebleken was dat tegen de wind in p*** doorheen een busraam geen kunstje voor beginners is.

Pieter De Crem was juist voor het staatsdiner van kroketten uit de muur en karnemelk zogezegd gaan plassen en werd pas vele uren later teruggevonden in een Haagse coffeeshop, waar hij de lachers op zijn hand had gekregen met een begeesterende tirade tegen het Nederlandse koningshuis en tegen voetbalclub Ajax. Eerste minister Michel had wijselijk afgezien van het namiddagprogramma (paintball en fierljeppen) en was met een fel uitgedund gevolg naar België teruggekeerd. De buschauffeur had immers zijn veto uitgesproken tegen de terugrit met wat hij noemde “die z*** z***” aan boord.

Korte metten maken

‘Heer Michel,’ zei ik, ‘dit zijn zaken die Van Dievel Consulting niet telefonisch kan of wil afhandelen, ‘your place or mine?’
Een goed uur later zaten onze trainee Dinska Bronska, mijn junior partner en tevens dobermann Brabançonne en ikzelve voor het eerst sinds lang in de salons van de Wetstraat Zestien, van waaruit ons land op bekwame wijze geregeerd wordt. Brabançonne liet zich door Charles Michel lijdzaam achter de oren krabben - andere volkeren andere zeden nietwaar? – en Dinska Bronska bedankte vriendelijk maar beslist voor de stofzuiger die haar door de Franstalige kabinetschef in handen werd geduwd.

‘De onmin in uw regering is als een etterende zweer,’ waarschuwde ik de charmante liberaal, ‘u moet er korte metten mee maken.’
‘Een etterende zweer,’ herhaalde Charles Michel. De beeldspraak leek hem te bevallen.
‘En in een lucifer verhitte stopnaald erin en dan de pus eruit knijpen,’ vervolgde ik.
‘Bij wijze van spreken uiteraard,’ haastte ik mij eraan toe te voegen want de premier werd al wat groen van onpasselijkheid bij het gedacht aan de beikes . Een gevoelige ziel, onze regeringsleider. En ik eigenlijk ook.
‘VDC stelt u het volgende voor,’ zei ik.
De premier luisterde aandachtig en knikte instemmend.
‘Ook al gruw ik van geweld,’ zei hij, ‘ik zie geen andere uitweg.'
 

Rumble in da Jungle

Het kostte Van Dievel Consulting weinig moeite om de N-VA ervan te overtuigen om kamerlid Zuhal Demir af te vaardigen als kamper voor de ultraliberale vleugel van de Zweedse coalitie. Want dat zou het dus worden: een episch gevecht tussen het Goede en het Kwade (de rolverdeling mag u zelf invullen),vergelijkbaar met Rumble in da Jungle, de legendarische kamp tussen Mohammed Ali en George Foreman, op 20 mei 1974 in Kinshasa, toen de hoofdstad van Zaïre.

Bij CD&V – ik had mijzelf op het partijbureau uitgenodigd - hadden we heel wat meer overtuigingskracht nodig om Kris Peeters ertoe te bewegen in de andere hoek van de ring plaats te nemen.
‘Ik vecht niet met vrouwen,’ had de vicepremier tegengesputterd.
‘Haha!’ had Hilde Crevits gelachen.
‘Tut tut,’ had Dinska Bronska hem tegengesproken, ‘ik zal u trainen, ge zult daar rap anders over denken.’

‘Go for it, girl!’
Bart De Wever greep Zuhal Demir vast bij de oren en keek haar van vlakbij diep in de ogen.
‘De kracht van de verandering, dat zijt gij!’
'Stamp hem op zijn paracommando's!'
Onder luide aanmoedigingen van de N-VA-partijraad klom het fotogenieke kamerlid tussen de touwen in de ring.

‘Kris, gij zijt het sociale gezicht van de natie,’ jutte partijvoorzitter Wouter Beke zijn kamper op, ‘ik wil een hoofd vol bloed en wonden zien.’
'Pak haar bij haar taxshift!' joelden de christendemocratische supporters.

Gekleed in een zwarte broek, een wit hemd en een strik posteerde scheidsrechter Maggie De Block zich tussen de twee vechthanen.
‘Alle slagen zijn toegelaten,’ herinnerde zij aan de minimale regels voor het politieke gevecht van de nieuwe eeuw.
En slechts hoorbaar voor wie vlakbij haar stond – ik dus – voegde ze eraan toe:
‘En als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.’
 

(De auteur is senior writer bij VRT Nieuws en schrijver.)

Ps: De ware reden waarom Paul Magnette zo van zijn oren maakte tegen de winnende World Press Photo!

AP2009

Meest gelezen