Verzekeraar legt bommetje onder aanvullend pensioen

AG Insurance drijft de druk op de regering op. De marktleider voor groepsverzekeringen zegt vanaf 2017 niet langer een rendement van 3,25 procent op de stortingen voor het aanvullend pensioen te kunnen garanderen. Het is aan de werkgevers, vindt het bedrijf, om het gat op te vullen.

Pas vorige week ontstond commotie toen Assuralia, de koepel van verzekeraars, liet weten dat ze een ander systeem wil voor het aanvullend pensioen via de werkgever. Zelfs voor de bestaande contracten. 

Het verplichte rendement van 3,25 procent, zo klonk het, is niet langer haalbaar in deze moeilijke tijden en de rente zou integendeel mee moeten evolueren met die op staatsobligaties. Daardoor evolueert het systeem van het aanvullend pensioen meer tot een klassiek beleggingsinstrument, met veel minder garanties.

Het behoeft weinig toelichting dat de opbrengst zo een stuk lager zal liggen. En de regering liet al weten dat het variabele rendement enkel kan voor nieuwe contracten, wat haar betreft.

"Nieuwe financiële wereld"

Maar daarmee is de kous niet af. AG Insurance gaat verder op die weg, en zegt boudweg dat het de wettelijk verplichte tarieven niet langer kan garanderen. Dat zegt CEO Antonio Cano in een gesprek met De Tijd. "We leven in een financiële wereld die we nooit eerder gekend hebben."

Vanaf 1 april zal het bedrijf - marktaandeel: 31 procent - nog enkel een rente van 1,5 procent garanderen. Nog tot en met 2017 wordt dat opgetrokken tot 3,25 procent via winstdeelnames. Maar daarna moet de werkgever dat maar bijpassen, vindt AG Insurance.

Wettelijk is de werkgever daar ook toe verplicht, maar hij rekende altijd op de verzekeraar om het verplichte rendement van 3,25 te garanderen.

AG Insurance boekte vorig jaar een nettowinst van 522 miljoen, of 75 miljoen meer dan in 2013.

Meest gelezen