Wat bezielt Kris Peeters en CD&V? - Marc Van de Looverbosch

De opeenstapeling van incidenten liegt er niet om: het botert niet in de centrumrechtse coalitie. De tax shift, de vermogenswinstbelasting, het sociaal akkoord, werkloze mantelzorgers, de indexering van de huurprijzen, de inzet van militairen en ga zo maar door.
analyse
Analyse

Het wijst op een groot onbehagen en een groot gevoel van frustratie die na de verkiezingen geleidelijk aan de oppervlakte zijn gekomen binnen de CD&V. Voor het eerst sinds lange jaren voelen de christendemocraten dat ze op alle niveaus de leidende rol zijn kwijtgespeeld. Sinds de verkiezingen van 2010 is N-VA wel de grootste fractie in de Kamer, maar stond ze buitenspel door de tripartite die er na ons wereldrecord onderhandelingen is gekomen. CD&V kon daarin als grootste partij tegenover Open VLD en SP.A nog wel wegen, zelfs tegenover de PS. CD&V kon daar de schijn nog hooghouden. Op Vlaams niveau lagen de kaarten beter. Daar zat CD&V nog wel als grootste fractie aan het stuur en met een minister-president Kris Peeters die de lakens uitdeelde en dealde en wheelde.

Daar moesten ongelukken van komen

De recente verkiezingen van juni 2014 hebben daar abrupt een einde aan gemaakt. Bij CD&V geloofden ze nog een tijdje dat Kris Peeters misschien toch wel minister-president zou kunnen blijven. Maar de tegenvallende resultaten lieten dat niet meer toe. Met amper 20% tegenover 32% voor N-VA kon daar geen sprake meer van zijn. Het moest Geert Bourgeois zijn en Hilde Crevits kreeg dan wel de rol in haar schoot geworpen van leading lady van de CD&V, niet van de Vlaamse regering uiteraard. Kris Peeters gewoon minister maken onder Bourgeois zou politiek niet verstandig zijn geweest en een regelrechte degradatie betekend hebben.

Dus export van Kris Peeters naar het federale. De resultaten waren nog magerder en CD&V haalde de zelf opgelegde 20%-norm niet eens. De plannetjes van CD&V zijn ook daar grondig in de war gestuurd. N-VA bood Peeters het premierschap op een gouden schotel aan. De verscheurende keuze die de partij toen moest maken tussen hem en Marianne Thyssen is nog niet verteerd en heeft een trauma nagelaten. Want weer hoopten sommigen stilletjes dat het premierschap na een carambole toch nog bij Peeters zou terechtkomen.

Verkeerd gegokt. En Peeters moet nu tevreden zijn met een tweederangsrol, vicepremier, een rol die hem niet echt op het lijf is geschreven. Hij is een leider, een spelverdeler, een coach, geen spits die nerveus de standpunten van zijn partij moet verdedigen in dat centrumrechtse clubje. Het stond in de sterren geschreven dat daar ongelukken van moesten komen. De CD&V moet noodgedwongen linkse standpunten innemen en op de sociale rechtvaardigheid hameren. Doet ze dat niet dan is dat deel van het kiespubliek dat daar gevoelig voor is ook weg. Misschien was het toch beter geweest voor de cohesie tussen de Vlaamse partijen dat Peeters premier was geworden en niet Charles Michel van de MR. Hij beschikt niet over het morele gezag om zijn Vlaamse coalitiepartners de les te spellen. Dat doen ze onderling en open en bloot op straat veel beter.

Dat steekt

CD&V moet nu met scha en schande leren dat het de N-VA is die als grootste dicteert wat er moet gebeuren en dat zijn ze daar niet gewend. Een partij die altijd de lakens heeft uitgedeeld, worstelt daarmee. En bij Kris Peeters is dat heel zichtbaar. Vroeger kon hij als regeringsleider zeggen dat de anderen moeten stoppen met ruziemaken. Nu zeggen de anderen dat over hem en dat steekt.

CD&V staat ook vaak geïsoleerd, zeker op sociaal-economische thema’s. N-VA en Open VLD spannen regelmatig samen. Om het verschil te maken, om te laten zien dat ze nog bestaan moet de CD&V dan hard op tafel slaan. En als het knettert tussen N-VA en CD&V kan Open VLD in de luwte rustig afwachten en optreden als het hen het best uitkomt.

Op Vlaams niveau liggen de kaarten ander. Daar zijn de liberalen strikt genomen niet echt nodig: een meerderheid N-VA met CD&V is voldoende. Om een federale doorstart mogelijk te maken is Open VLD toch mee aan boord gehesen in de Vlaamse regering. Dat kostte de CD&V, die al op verlies stond, nog eens een potentiële ministerpost. Dat zijn ze nog niet vergeten. Met twee een coalitie sluiten is voordeliger wat de machtsverdeling betreft. Het is ook makkelijker om compromissen te sluiten. Met drie loop je risico’s en dat heeft minister-president Bourgeois ook al ervaren. Als er geen eensgezindheid is, bots je niet met 2 maar met 3 of met 2 tegen 1.

N-VA alleen

In twee dossiers deze week is N-VA alleen komen te staan. Om te beginnen Uplace: in het debat in het parlement hebben zowel Open VLD als CD&V hun bezwaren laten horen tegen het megawinkelcomplex. Pas als er na het openbaar onderzoek voldoende argumenten pro opduiken krijgt Uplace het licht op groen. Nu knippert het oranje licht bij Open VLD en CD&V.

Een zelfde scenario bij de discussie over discriminatie in de dienstenchequesector. N-VA ziet Open VLD en CD&V tegenover zich staan. Er is één politiek voordeel op Vlaams niveau. Als het echt niet botert, kan N-VA altijd een van de twee andere partijen buiten zetten. Maar dan organiseer je tegelijk een crisis op federaal niveau.

Centrumrechts is geen toverformule om partijen beter met elkaar te doen samenwerken. Elke dag opnieuw krijgen we daar voorbeelden van. Eerst dachten velen dat de MR als enige Franstalige partij het probleem zou worden van deze federale regering. Maar het is niet de MR, het zijn de drie Vlaamse partijen die het probleem zijn. Er staan op alle niveaus zware besparingen op de agenda. Een goede graadmeter om de samenhang van centrumrechts te testen.

(De auteur is Wetstraatwatcher voor VRT-nieuws.)

Meest gelezen