Wat als de Grieken de euro verlaten?

Na twee jaar relatieve rust dreigen de Griekse verkiezingen opnieuw de discussie aan te zwengelen over een Grexit, een mogelijke uitstap van Griekenland uit de eurozone. Hoe realistisch is dat en hoe erg zou dat zijn?

Er is niemand die openlijk Griekenland uit de eurozone wil schoppen. Ook de populistische linkse partij Syriza die voorligt in de peilingen en wellicht de verkiezingen zal winnen, wil niet spreken over een "Grexit". Syriza-topman Alexis Tsipras (foto) wil wel een punt zetten achter het zware besparingsbeleid en wil de voorwaarden voor Europese steun aan Griekenland heronderhandelenĀ  en afzwakken.

Daartegenover staat dat de Duitse publieke opinie niet geneigd is tot toegevingen aan Athene. De Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU) heeft haar landgenoten zo ver gekregen dat ze het voortouw namen in twee dure hulpplannen voor Griekenland met een totale waarde van 240 miljard euro.Ā Meer geld of een versoepeling van de voorwaarden krijgt Merkel wellicht niet verkocht in Duitsland.

En dus schermen veel analisten opnieuw met het doembeeld van een Grexit. Nochtans is er in de Europese verdragen nergens een bepaling voorzien voor landen die de eurozone willen verlaten, wel voor wie de Europese Unie wil verlaten, maar dat lijkt totaal onwaarschijnlijk.

Hoe dan ook spelen de Duitsers en Syriza een spelletje blufpoker. Dat kan best vinnig worden als Syriza de nieuwe Griekse regering zou gaan leiden. Een ander scenario kan ook: namelijk dat er geen nieuwe Griekse regering komt en er dus een machtsvacuĆ¼m is in Athene, waardoor de hervormingen hoe dan ook stilvallen.Ā En dan zijn we even ver van huis.

Als Griekenland weigert om nog hervormingen door te voeren, kan de Europese Centrale Bank (ECB) de ondersteuning stopzetten en gaat Hellas bankroet en dan volgt er wellicht de facto een Grexit, Europese verdragen of niet.

2015 is 2012 niet

In 2012 werd een mogelijk vertrek of buitenschoppen van de Grieken uit de eurozone voorgesteld als het begin van het einde van de monetaire unie en zou een domino-effect ontstaan die andere landen in Zuid-Europa zou meesleuren met een "break-up" van de eurozone tot gevolg.

De situatie is nu echter volledig anders en de druk lijkt van de euroketel.Ā Ierland en Portugal zijn uit de noodplannen van de EU en het Internationaal Muntfonds (IMF) gestapt en Cyprus lijkt aan de beterhand. De staatsrentes van ItaliĆ« en Spanje zijn tot een laag peil gedaald. Wat Griekse schokken kunnen die doen stijgen, maar wellicht niet tot een niveau dat ze ondraaglijk zouden zijn. Griekenland is een klein land en zal op zijn eentje de eurozone niet ondermijnen.

Bovendien kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) onlangs een grootscheepse inkoopoperatie van staatsobligaties aan door de centrale banken, de zogenoemde "quantitative easing". Op die manier zou de ECB bij een eventuele Grexit het domino-effect voor Italiƫ, Spanje en Portugal kunnen beperken.

Als de Grieken opnieuw de drachme invoeren -een dure operatie overigens- zou dat leiden tot een devaluatie met 50% of meer volgens sommige analisten.Ā Griekse uitvoerproducten zouden dan in principe goedkoper worden, maar zo groot is die export nu ook weer niet. Bovendien wordt alles wat ingevoerd wordt, veel duurder en dat geldt met name voor olie en gas, basisproducten voor een moderne economie.

Bovendien blijft het grootste deel van de Griekse schuldenberg in euro gewaardeerd. Dit jaar moet Griekenland voor 22,5 miljard euro schulden terugbetalen en dat geld is er niet zonder de Europese noodplannen. Zonder die steun van de EU en het Internationaal Muntfonds (IMF) gaat Griekenland bankroet en moeten schuldeisers hun vorderingen dus grotendeels afschrijven, verliezen dus.

Nu zit zowat 80% van die schulden bij het Europese noodfonds ESM, de ECB en het IMF en niet meer bij de commerciƫle banken, waardoor bij een eventueel bankroet een nieuwe Europese bankencrisis onwaarschijnlijk is, anders dan in 2012. Bovendien hebben de meeste banken de voorbije jaren flink wat buffers aangelegd en is een Grexit deels ingecalculeerd in de stresstests.

Een Grieks bankroet is dan wel vervelend voor de overheden van de andere eurolanden, zeker voor Duitsland dat het gros van de noodplannen heeft gefinancierd. Toch denkt men in Berlijn dat vervelend niet hetzelfde is als dramatisch, en de publieke opinie in de Bondsrepubliek is de Griekse tragedie meer dan beu.

Niks nieuws onder de zon

Nu weet zowat iedereen dat Griekenland indertijd niet klaar was voor de eurozone en dat er in Athene nogal creatief met de begrotingscijfers werd omgesprongen.Ā De beslissing om met Griekenland in de eurozee te gaan, was dan ook vooral politiek en niet financieel. Maar goed, met die kennis schieten we nu niet echt op.

De Amerikaans-Hongaarse topfinancier George Soros (foto) zei vorig jaar al dat Griekenland hoe dan ook zijn schulden niet kan terugbetalen. Een nieuwe gedeeltelijke kwijtschelding of verschuiving van de terugbetaling in tijd zal niet volstaan en een grote kwijtschelding is niet te verkopen in Duitsland en andere landen. Door dat dilemma worden dan weer populisme en extremisme in Griekenland (links Syriza en rechts Gouden Dageraad) in de hand gewerkt, waarschuwt hij en een financiƫle crisis dreigt dan ook een politieke crisis te worden.

Ook economist Paul De Grauwe (London School of Economics) vreest voor politiek extremisme. Hij pleitte onlangs in De Morgen voor een nieuwe gedeeltelijke kwijtschelding van Griekse schulden.

Als Griekenland voor de vlucht vooruit kiest, zou het de tweede Grexit op een eeuw tijd zijn.Ā Zo werd Griekenland in 1908 uit de Latijnse Monetaire Unie (LMU) gegooid omdat het knoeide met het goudgehalte in zijn munten. Die LMU was in 1865 ontstaan met de Franse frank als spil.Ā Onder meer BelgiĆ«, Spanje, ItaliĆ«, Zwitserland en RoemeniĆ« waren lid van de LMU, een gammele monetaire unie die de Eerste Wereldoorlog niet overleefde, maar toch pas in 1927 officieel ontbonden werd. Hoe dan ook was het niet de Griekse uittrede die de LMU deed mislukken.

Meest gelezen