Nog steeds te veel kortgeschoolden in Vlaanderen

Vlaanderen in Actie (VIA), het actieplan van de Vlaamse regering om van Vlaanderen tegen 2020 een Europese topregio te maken, pakte in 2008 uit met erg ambitieuze doelstellingen. Vlaanderen moest, wat onderwijs betreft, het walhalla van de hoogopgeleiden worden. Het aantal kortgeschoolde werknemers moest tegen 2020 met de helft dalen. Maar in vier jaar tijd verminderde hun aantal met nog geen twee procent.

Kort - of laaggeschoolden zijn personen die als hoogste diploma een getuigschrift lager secundair onderwijs. Hoeveel kortgeschoolden waren er toen het startschot van VIA gegeven werd? In 2008 was 20,7 procent van alle werkenden en werkzoekenden tussen 15 en 64 kortgeschoold. In 2020 zou nog maar 10,4 procent van alle werkenden en werkzoekenden kortgeschoold mogen zijn.

Hoe zit het vandaag? Het meest recente cijfer komt uit 2012: toen was nog 18,8 procent van alle werkenden en werkzoekenden kortgeschoold. De cijfers verbergen echter het één en ander. Bijvoorbeeld: onder ouderen bevinden zich een stuk meer kortgeschoolden dan onder jongeren. Zo is de helft van de 60-plussers kortgeschoold. In de groep 25-29 jaar is dat slechts 12,3 procent.

Met andere woorden: bij ongewijzigd beleid zal het aandeel kortgeschoolden dalen - de oudere generatie verlaat namelijk de arbeidsmarkt. Maar aan het huidige tempo en zonder extra inspanningen halen we de doelstellingen niet.

 

Kortgeschoolden op de arbeidsmarkt

Waarom moet Vlaanderen inzetten op kortgeschoolden? Eenvoudig: zonder diploma is het erg moeilijk aan een job te raken. In 2013 had slechts iets meer dan de helft van de kortgeschoolden een job. Wie de schoolbanken verlaat voor het einde van de middelbare school, heeft dus maar één kans op de twee om een job te vinden. Hooggeschoolden hebben meer dan 86 procent kans op werk.
 

Dit lijkt logisch, maar is het eigenlijk niet. In 2012 ontving de VDAB namelijk 127.000 vacatures. Voor de helft van die vacatures waren er geen diplomavereisten. Er blijken dus toch jobs voor kortgeschoolden. Wat loopt er fout?
 

“Het is inderdaad paradoxaal”, zegt Ive Marx, docent sociologie aan de Universiteit Antwerpen. "We stellen vast dat jobs voor middengeschoolden meer en meer verdwijnen door automatisering en globalisering. Ondertussen blijft er een sterke vraag naar hooggeschoolden. Maar ook naar laaggeschoolden, denk maar aan obers.”
 

Waarom geraken kortgeschoolden dan toch moeilijk aan werk? “Het is een verdringingseffect”, zegt Jan Denys, woordvoerder van Randstad, “middengeschoolden verdringen laaggeschoolden op de arbeidsmarkt. Kijk bijvoorbeeld naar de sector van de dienstencheques: wie wil werken met dienstencheques hoeft geen diploma te hebben. Toch is slechts de helft van de werknemers kortgeschoold. Waarom? Werken met dienstencheques is aantrekkelijk: het is een dagjob, vaak vlakbij waar men woont. Dat zijn voordelen voor iemand die middengeschoold is. Bovendien vinden hooggeschoolde jongeren door de crisis niet snel een job. Vaak nemen ze een job aan onder hun niveau.”
 

Vroege schoolverlaters

Kortgeschoolden zijn per definitie vroege schoolverlaters: jongeren die het secundair onderwijs verlaten zonder diploma. Het aantal schoolverlaters is al sinds 2008 in dalende lijn. In 2007 verliet nog 13 procent van de leerlingen de schoolbanken zonder diploma. In 2013 was dit gedaald tot 7,5 procent.

“Acties tegen spijbelen, nieuwe leermethodes en betere stages in het beroepsonderwijs hebben ertoe geleid dat jongeren minder snel schoolmoe worden”, zegt Ides Nicaise, onderwijsspecialist en promotor-coördinator bij het steunpunt studie- en schoolloopbanen, “Vlaanderen heeft inspanningen gedaan en die hebben hun effect niet gemist."

Maar de cijfers verbergen een sterk verschil tussen de centrumsteden en de rest van het gewest. Met name de stad Antwerpen scoort heel slecht wat het aantal vroege schoolverlaters betreft: maar liefst 28 procent van de leerlingen verlaat er het secundair zonder diploma.

Vroege schoolverlaters in centrumsteden

  • Antwerpen                                        28 procent
  • Brussels Hoofdstedelijk Gewest       27 procent
  • Gent                                                  22 procent
  • Brugge                                              14 procent
  • Hasselt                                              14 procent

Bron: Vroege schoolverlaters in 2010, studie- en schoolloopbanen (2013)

Waarom de grootsteden? “Hoewel het niet alles verklaart, speelt de sociale mix en de thuistaal van de leerlingen een sterke rol” verklaart Carl Lamote van het Centrum voor Onderwijseffectiviteit en - evaluatie (KU Leuven).

“Zo wonen er in de centrumsteden meer leerlingen met een laagopgeleide moeder die thuis geen Nederlands spreken. Die kinderen maken meer kans om uit te stromen zonder diploma. Anderzijds: ook binnen de groep met hoogopgeleide leerlingen zijn er in de centrumsteden meer uitvallers dan gemiddeld in Vlaanderen."

"Ook de arbeidsmarkt en het onderwijsaanbod spelen een rol: waar er "vraag" is naar laaggeschoolden op de arbeidsmarkt, ligt de uitval hoger. Tot slot: in de grootsteden is er een veel hoger aantal spijbelaars. Spijbelaars maken bijzonder veel kans het onderwijs te verlaten zonder diploma.”

Extra inspanningen nodig

Het VIA-plan wil het aantal kortgeschoolden verminderen tot 10,4 procent tegen 2020. Vandaag is echter nog 18,8 procent kortgeschoold en ook al verlaten veel ouderen zonder diploma de arbeidsmarkt, zonder extra inspanningen halen we de doelstelling niet. Het aantal vroege schoolverlaters is de afgelopen jaren weliswaar gedaald - dankzij inspanningen van de Vlaamse overheid - maar extra aandacht is nodig voor de grootsteden.

Dit is de eerste in een reeks van vier over Vlaanderen in Actie. Morgen krijgt u de laatste stand van zaken over de VIA-doelstellingen inzake armoede.

Meest gelezen