"Sony was beter naar mij gekomen, alvorens film te schrappen"

Barack Obama betreurt dat Sony Pictures de release van de film "The interview" onder druk van hackers heeft geannuleerd. "Ik wou dat ze eerst naar mij waren gekomen", aldus de Amerikaanse president. Hij bevestigde ook, net zoals de FBI, dat volgens Amerikaanse info Noord-Korea achter de cyberaanval zit. "Het kan niet dat een dictator censuur oplegt aan de Verenigde Staten", voegde hij eraan toe.

Door de hacking en bedreigingen van "guardians of peace" (zoals de hackers zich noemen, nvdr.) liet Sony deze week weten dat de lancering van de film "The interview", een film waarin gespot wordt met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Un, niet doorgaat.

Obama's toespraak volgde na een persbericht van de FBI. In dat bericht liet de Amerikaanse inlichtingendienst weten dat er "voldoende bewijs" is om te stellen dat de regering van Noord-Korea achter de cyberaanval zit."Na een technische analyse blijken er opvallende gelijkenissen te zijn met vorige cyberaanvallen die eerder al aan Noord-Korea werden gelinkt", klinkt het.

Sony: "We willen nog steeds dat publiek film te zien krijgt"

Michael Lynton, CEO van Sony Pictures, reageerde vanavond op de zender CNN dat "het publiek, de pers en de president zich vergissen in de situatie".  Zo benadrukte hij dat het bedrijf geen toegevingen heeft gedaan, maar gezwicht is onder de druk nadat grote bioscoopcomplexen hadden geweigerd om de film te vertonen. "We bekijken nu wel enkele andere opties om de film tot het publiek te brengen. We willen namelijk nog steeds dat het Amerikaanse publiek onze film te zien krijgt."

Noord-Korea blijft ondertussen hardnekkig ontkennen achter de cyberaanval te zitten. Wat wel vaststaat, is dat de hackers nog niet getemd zijn. Mogelijk pakken ze de komende weken uit met nog meer gestolen materiaal. Zo beloofden ze nog "een kerstgeschenk" dat Sony Pictures "ernstige schade" zal toebrengen.

Meest gelezen