Turkije wil Koerdische strijders opleiden tegen IS

Volgens een leider van de Syrische Koerden is Ankara al drie weken geleden in stilte begonnen met de training van zogenoemde "peshmerga's" of Koerdische strijders. Die krijgen een speciale training om nadien beter in Noord-Syrië tegen de terroristen van "Islamitische Staat" te gaan vechten.

Tegelijk zullen Turkse militairen nu ook een eenheid van de Iraakse Nationale Wacht gaan trainen en materieel ondersteunen. Op die manier versterkt Ankara zijn relaties zowel met de Koerden als met de nieuwe Iraakse regering in Bagdad.

Eerder had Turkije al toegestaan dat de Verenigde Staten gematigde Syrische rebellen op Turks grondgebied opleiden voor de strijd tegen IS, andere extremistische groepen en het leger van de Syrische leider Bashar al-Assad.

Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten in Londen zouden er sinds het begin van het Amerikaans-Arabische luchtoffensief in Syrië eind september 900 doden zijn gevallen. Meer dan 800 leden van IS zouden gedood zijn evenals 70 leden van de extremistische rebellengroep Nusrat, de lokale tak van Al Qaeda. Er zouden echter ook 35 Syrische Koerden zijn gedood, onder wie acht kinderen.

Een hoge Turkse ambtenaar verwoordde het als volgt: "luchtaanvallen alleen zullen niet volstaan om IS te verslaan, om de muskieten te doden, moet je het moeras droogleggen".

Tot nu toe beschouwde Turkije het regime van Assad als grootste vijand en weigerde zelfs lange tijd om steun toe te laten voor de Syrisch-Koerdische militie YPG in de strijd tegen de extremisten van IS. Logisch, want de YPG heeft nauwe ideologische en politieke contacten met de linkse Turks-Koerdische PKK die decennialang een bloedige oorlog uitvochten voor een eigen Koerdische staat.

Onder zware druk van bondgenoot Amerika lijkt Turkije nu toch te kantelen. Met de opleiding wil Ankara echter ook invloed verwerven op de Koerdische strijders en de gevreesde toenadering tussen Turkse, Syrische en Iraakse Koerden. Tegelijk wil Turkije echter ook het reguliere Iraakse regeringsleger versterken. De strijd tegen IS krijgt nu de prioriteit, maar tegelijk denken strategen ook al aan de vorm die het Nabije Oosten in het post-IS-tijdperk moet krijgen.

Het Iraakse regeringsleger heeft vandaag een groot offensief in gezet tegen de terreurgroep IS die delen van de grote stad Ramadi, ten westen van Bagdad, in zijn greep heeft. Sinds begin dit jaar is een groot deel van Ramadi in handen van IS.

Opvallend bij de aanval in Ramadi is dat het leger daar de steun krijgt van soennitische stammenmilities. Veel van die stammen hebben lange tijd de kat uit ge boom gekeken en dat heeft IS vrij spel gegegeven in het soennitische noorden en westen van Irak, waar er grote onvrede is met het beleid van de door sjiieten gedomineerde regering in Bagdad.

De voorbije maanden heeft IS echter wreedheden uitgevoerd tegen soennitische stammen in Irak en de nieuwe regering in Irak probeert nu die stammen aan zijn kant te krijgen.

Soennitische stammen in de provincie Anbar vormden in 2008 de schakel waarmee de Amerikaanse en Iraakse troepen toen de bovenhand kregen op "Al Qaeda in Irak", de voorganger van IS.